ALVE2_Reinigen_Desinfecteren

1 / 27
next
Slide 1: Slide
ParaveterinairMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide


Hoe gaat het vandaag met je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll


Welke beweringen zijn waar?
1. Desinfecteren is hetzelfde als ontsmetten.
2. Bij reinigen worden micro-organismen gedood.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 3 - Quiz


Een mug brengt een ziekte tussen twee dieren over door beide dieren te prikken.
Via welke besmettingsroute vindt besmetting plaats?
A
Directe verspreiding
B
Indirecte verspreiding

Slide 4 - Quiz


Je werkt in een dierenasiel. Er wordt een kat binnengebracht die niet is gevaccineerd.
In welke ruimte huisvest je dit dier?
A
Quarantaine
B
Isolatie
C
Ziekenboeg
D
Regulier dierverblijf

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide


Op school maak je een dierverblijf schoon met behulp van heet water.
Welke reinigingsmethode pas je toe?
A
Mechanisch reinigen
B
Thermisch reinigen
C
Chemisch reinigen

Slide 11 - Quiz


Je wilt een dierverblijf schoonmaken waarin bloed aanwezig is.
Wat voor soort reinigingsmiddel gebruik je hiervoor?

A
Zuur reinigingsmiddel
B
Neutraal reinigingsmiddel
C
Basisch reinigingsmiddel

Slide 12 - Quiz


Je wilt een dierverblijf schoonmaken waarin heel veel urine aanwezig is.
Wat voor soort reinigingsmiddel gebruik je hiervoor?
A
Zuur reinigingsmiddel
B
Neutraal reinigingsmiddel
C
Basisch reinigingsmiddel

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide


Welk desinfectiemiddel mag op de huid worden gebruikt?
A
Fenolen
B
Aldehyden
C
Quats
D
Chloor

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide


Welke beweringen zijn waar?
1. Desinfecteren is hetzelfde als steriliseren.
2. Na sterilisatie is de besmettingsdruk 0.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 25 - Quiz


Vragen?
Wat vind je moeilijk of onduidelijk? Waar heb je nog vragen over? Heb je nog opmerkingen?

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide