In een betogende tekst wil de schrijver de lezer overtuigen van zijn standpunt.
Hij doet dat door argumenten voor zijn standpunt aan te voeren. Een schrijver kan zijn lezer ook overtuigen door mogelijke tegenargumenten te ontkrachten. We noemen het een weerlegging wanneer de schrijver aantoont dat de tegenargumenten niet kloppen.
Een tegenargument herken je aan dezelfde signaalwoorden als die waaraan je argumenten herkent: dat blijkt uit, immers, namelijk, omdat, de reden hiervoor is en want.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
This lesson contains 13 slides, with text slides.
Items in this lesson
In een betogende tekst wil de schrijver de lezer overtuigen van zijn standpunt.
Hij doet dat door argumenten voor zijn standpunt aan te voeren. Een schrijver kan zijn lezer ook overtuigen door mogelijke tegenargumenten te ontkrachten. We noemen het een weerlegging wanneer de schrijver aantoont dat de tegenargumenten niet kloppen.
Een tegenargument herken je aan dezelfde signaalwoorden als die waaraan je argumenten herkent: dat blijkt uit, immers, namelijk, omdat, de reden hiervoor is en want.
Slide 1 - Slide
Een tegenargument en een weerlegging worden vaak voorafgegaan door signaalwoorden die een tegenstellend verband aangeven: daarentegen, maar, hoewel, echter, toch, ofschoon, ondanks dat, (aan de ene kant …) aan de andere kant, daar staat tegenover dat.
In een betoog wordt aan een argument of aan een tegenargument plus weerlegging soms een hele alinea gewijd.
In dat geval is het signaalwoord voor een argument of tegenargument niet altijd nodig.
Wel gebruikt de auteur aan het begin van alinea’s soms signaalwoorden voor een opsomming om te laten zien dat hij zijn standpunt met een aantal argumenten onderbouwt.
Slide 2 - Slide
Hieronder vind je een voorbeeld van een deel van een betoog van iemand die wil dat er ingegrepen wordt op het aanbod op Netflix. De signaalwoorden namelijk, daarentegen en maar laten zien waar de argumenten, tegenargumenten en weerleggingen staan.
Slide 3 - Slide
Ik vind dat Netflix kritischer moet kijken naar de series en films die worden aangeboden. (standpunt)
De afgelopen jaren verschenen namelijk verschillende series en films die al snel veroordeeld werden vanwege hun mogelijke negatieve impact op jongeren. (argument)
Slide 4 - Slide
Tegenstanders zullen daarentegen aandragen dat de verantwoordelijkheid van het kijkgedrag van twaalf- tot achttienjarigen in eerste instantie bij de ouders van de jongeren ligt en niet bij de streamingsdienst (argument tegen), maar de praktijk leert dat zij niet alles kunnen voorkomen (weerlegging).
Een selectie door Netflix zou dit gemakkelijker maken.
