comment traduire "wat" en français?

Mercredi 6 avril 
Objectif d'apprentissage: 
1) Vraagzinnen herhalen
2) Hoe je het woord "wat" in het Frans moet vertalen.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Mercredi 6 avril 
Objectif d'apprentissage: 
1) Vraagzinnen herhalen
2) Hoe je het woord "wat" in het Frans moet vertalen.

Slide 1 - Slide

Thème : argent et travail
Weet je nog hoe je vraagzinnen moet maken?
Kun je onderstaande zin op 3 manieren in het Frans vertalen.
Heb je een bijbaantje?

Slide 2 - Slide

Heb je een bijbaantje?
  1. Tu as un petit boulot/ job?
  2. As-tu un petit boulot/ job?
  3. Est-ce que tu as un petit boulot/ job?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

comment traduire
"wat"
en français?

Slide 5 - Slide

Par exemple
Wat doe je?
Wat zijn jouw hobbies?
Wat is er? 
Ik begrijp niet wat je zegt.

Slide 6 - Slide

Er zijn meerdere manieren om het woord 'wat' in het Frans te vertalen. 
ce qui, ce que, qu'est-ce qui, qu'est-ce que, quel, quelle, quels, quelles.
De juiste vertaling hangt af van de functie van het woord 'wat' in de Franse zin.

Slide 7 - Slide


wat= 

Onderwerp in de vraagzin

qu'est-ce qui

qu'est-ce qui se passe?
=wat gebeurt er?
qu'est-ce qui ne va pas?
=wat gaat niet?
qu'est-ce qui fait ce bruit?
=wat maakt dat geluid?

Slide 8 - Slide

wat=

Lijdend v.w in de vraagzin
deux formes --> qu'est-ce que en que

qu'est-ce que tu fais?
=wat doe je?
qu'est-ce que vous dites?
=wat zegt u?
of
que fais-tu?
que dites-vous?

Slide 9 - Slide

maar:



wat + être + z.n.w  = 
quel
quelle
         >> (hangt van het z.n.w)
quels
quelles
quel est le prix de cette télé?
=wat is de prijs van die tv?
quelle est la cause de l'accident?
=wat is de oorzaak van het ongeluk?

Slide 10 - Slide


De vertaling van 
"wat"
in de betrekkelijke bijzin 
ce que / ce qui

Slide 11 - Slide

Onderwerp in de zin:
ce qui




Lijdend voorwerp in de zin:
ce que
Je ne sais pas ce qui est vrai.
= ik weet niet wat waar is.
                          


Je n'entends pas ce que tu dis
=ik hoor niet wat je zegt
                   

Slide 12 - Slide

pour résumer: 

Slide 13 - Slide

onderwerp :

lijd. vw.


 wat+ être + znw

Betrekkelijke bijzin
qu'est-ce qui

qu'est-ce que/ qu'est-ce qu'
que (+ inversie)/ qu'
quel, quelle, quels, quelles

ce qui (ondw)
ce que (lijd vw.)/ ce qu'

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Questions?
Au travail --> 
Regarder votre planning 

Slide 16 - Slide