C7 p12 Voltooid deelwoord

Werkwoordspelling
Voltooid deelwoord
(HV-boek)
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling
Voltooid deelwoord
(HV-boek)

Slide 1 - Slide

Deze les
  •  Klassikaal lezen
  •  Uitleg voltooid deelwoord (HV-boek)
  •  Voltooid deelwoordspel






Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan ik:
  1. vertellen hoe je een voltooid deelwoord kunt herkennen.
  2. uitleggen hoe je een voltooid deelwoord van een sterk werkwoord schrijft.
  3. uitleggen hoe je een voltooid deelwoord van een zwak werkwoord schrijft.



Slide 3 - Slide

Vorige les: Pvvt van sterke ww
  • Schrijf het woord zo kort mogelijk
    
  • Gebruik alleen dubbele letters (-dd of -kk) als dat nodig is voor de uitspraak.

  • Kijk naar het meervoud of te ontdekken of het woord op een –d of –t eindigt.

 
Verleden tijd eindigt nooit op –dt!




Slide 4 - Slide

De persoonsvorm verleden tijd eindigt nooit op:
A
-dt
B
-d
C
-t

Slide 5 - Quiz

Wat is de persoonsvorm verleden tijd van: kopen?
Hij ...
A
Koopte
B
Koopde
C
Kochten
D
Kocht

Slide 6 - Quiz

Deze les: Voltooid deelwoord
  • Een voltooid deelwoord (vd):
      - laat zien dat een gebeurtenis is afgerond = voltooid.
       - begint vaak met ge-, her-, ver- of be-.
       - is deel van het werkwoordelijk gezegde.
       - er staat een vorm van hebben, zijn of worden bij. 

  • Haar moeder had haar uren eerder verwacht.
  • De vloer was onder de troep bedolven.
  • Chris werd bijna door de sneeuwbal geraakt

Slide 7 - Slide

Zo schrijf je het voltooid deelwoord
  • Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden eindigt meestal op -en. 
       - Vliegen: Max is naar New York gevlogen.
       - Lezen: Nicka heeft het recept goed gelezen.

  • Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindigt op -d of -t.
       - Rennen: Jowan is naar school gerend
       - Fietsen: Isa is naar huis gefietst.

Slide 8 - Slide

-d of -t?
Het vd van zwakke werkwoorden eindigt op -d of -t. Als je twijfelt gebruik je:
  • De verlengproef: verleng het woord met -e.
       - Anna werd gebel?. Belde --> Gebeld.

  • Als je het niet goed kunt horen -->  ‘t ex-kofschip
       1. Je gebruikt de laatste letter van de stam om de uitgang te bepalen.
           Naar welke letter kijk je?
           Juichen --> Juich. Reizen --> Reiz.
      2. Zit de letter in 't ex-kofschip dan een -t achter het voltooid deelwoord,
           anders een -d. 
           Gejuicht en gereisd.





Slide 9 - Slide

Een voltooid deelwoord laat zien dat een gebeurtenis:
A
bezig is
B
is afgerond/voltooid.

Slide 10 - Quiz

Je gebruikt 't ex-kofschip in de:
A
Verleden tijd
B
Tegenwoordige tijd

Slide 11 - Quiz

Wat doe je bij een voltooid deelwoord als de laatste letter van de stam in 't ex-kofschip voorkomt?
A
Dan voeg ik -t toe.
B
Dan voeg ik -d toe.

Slide 12 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord in deze zin?
Maurice had heerlijk gezwommen.
A
Maurice
B
had
C
heerlijk
D
gezwommen

Slide 13 - Quiz

Wat is voltooid deelwoord van: buigen?
A
Gebogen
B
Gebuigd
C
Gebuigt

Slide 14 - Quiz

Wat is voltooid deelwoord van: straffen?
A
Gestrafft
B
Gestrafd
C
Gestraft
D
Gestrieffen

Slide 15 - Quiz

Voltooid deelwoordspel
  • Magister maakt straks groepen van 4-5 leerlingen.
  • Ieder groepje krijgt een envelop met speluitleg en uitgeknipte kaartjes.
  • Lag de kaartjes met tekst omlaag op tafel.
  • Speler 1 pakt 1 kaartje en gooit met de dobbelsteen:
       - bij even ogen: gebruik de verlengproef (+e) om -d of -t te bepalen.
       - bij oneven ogen: gebruik 't ex-kofschip om -d of -t te bepalen. 
  • Speler 1 schrijft het voltooid deelwoord op het kaartje.
  • Speler 2 controleert het spelling en maakt een zin met het voltooid deelwoord.
  • Speler 2 pakt nu zelf een kaartje, gooit de dobbelsteen etc.
  • Ga door tot alle kaartjes (of de tijd) op zijn. 
  • Zie de puntentelling op de speluitleg.

Slide 16 - Slide

Zelfstandig werken
  • Waartoe: Oefenen om voltooid deelwoorden goed te spellen
  • Wat: Voltooid deelwoordspel
  • Met wie: Groepje van 4-5 gemaakt door Magister
  • Hoe: Met het uit te delen spelmateriaal
  • Hulp: Eerste 2 minuten: geen vragen, lees de speluitleg door, daarna:
       1. Overleg met je groepje
       2. Bekijk de theorie van cursus 7 paragraaf 12 nog eens
       3. Steek je hand op en stel je vraag aan mij
  • Tijd: 10 minuten
  • Uitkomst: Je kan voltooid deelwoorden correct spellen.
  • Klaar: Door met Nieuw Nederlands online Cursus 7 Paragraaf 12 opdracht 2 en 3.
timer
10:00

Slide 17 - Slide

Ik kan vertellen hoe je een voltooid deelwoord kunt herkennen
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Ik kan uitleggen hoe je een voltooid deelwoord van een sterk werkwoord schrijft.
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Ik kan uitleggen hoe je een voltooid deelwoord van een zwak werkwoord schrijft.
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Afronden
  • Hoe is er gewerkt?

  • Huiswerk: Cursus 7 paragraaf 12 opdracht 2 en 3 maken (online)

  • Volgende les: Cursus 7 paragraaf 13 onregelmatige werkwoorden

  • Vrijdag 23 mei 9e uur toets werkwoordspelling (2x). In Magister staat wat je moet leren.

Slide 21 - Slide