Blok 2 Schrijven (Els)

Blok 2 Schrijven
Boek blz. 81-85
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Blok 2 Schrijven
Boek blz. 81-85

Slide 1 - Slide

Je weet al welke tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen er zijn.

Aan het einde van deze paragraaf:
- kun je een nieuwsbericht schrijven
- kun je goede zoektermen gebruiken om informatie op te zoeken op internet
- kun je een tekst schrijven waarbij elke zin een persoonsvorm heeft. 

Schrijven

Slide 2 - Slide

We lezen eerst de theorie op blz. 82

Het gaat om de 5W + 1H vragen....... 

Schrijven

Slide 3 - Slide

Welke zijn de 5W +1H vragen?

Slide 4 - Open question

Je gaat een informerende tekst schrijven
BEDENK EEN ONDERWERP

* voor de schoolkrant
* iets wat kortgeleden in je leven gebeurd is. 
Bijvoorbeeld je hebt een doelpunt gemaakt in een sportwedstrijd of je hebt nieuwe sneakers gekocht. 

Slide 5 - Slide

Stap 1
Geef antwoord op de volgende 6 vragen:
Om wie gaat het ...........
Wat was er aan de hand?
Waar was het ...........
Wanneer was dat?
Waarom was het ..........
en
HOE ging alles in z'n werk ? 

Slide 6 - Slide

Stap 2
Je gaat het nieuwsbericht schrijven. Zet een titel boven je bericht. 
De leerlingen van school zijn je publiek. 
Zorg dat alle antwoorden van stap 1 in je nieuwsbericht terugkomen. 

Slide 7 - Slide

mijn verhaaltje:

Slide 8 - Open question

We lezen eerst de theorie op blz. 83

Informatie opzoeken op het internet. 

Schrijven

Slide 9 - Slide

Welke woorden typ je in als je wilt weten welke prijzen Carry Slee voor haar boeken heeft gekregen?

Slide 10 - Open question

Welke woorden typ je in als je wilt weten hoe je een lekkere bananen shake moet maken?

Slide 11 - Open question

Welke woorden typ je in als je wilt weten of er in jouw stad of dorp een theater is?

Slide 12 - Open question

Welke woorden typ je in als je wilt weten wat de gebruikers van een Samsung i19500 vinden?

Slide 13 - Open question

We lezen eerst de theorie op blz. 84

taalverzorging.
Regel 2: in een zin schrijf je altijd een persoonsvorm.

Schrijven

Slide 14 - Slide

Maak opdracht 42 op blz. 85

Schrijven

Slide 15 - Slide