week 5 (zww kww hww samengestelde zin)

Wat gaan we doen?
  • Mededelingen
  • Lesdoel
  • Uitleg zww, hww en kww
  • Aan het werk
  • Vragen 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
  • Mededelingen
  • Lesdoel
  • Uitleg zww, hww en kww
  • Aan het werk
  • Vragen 

Slide 1 - Slide

Mededelingen
Iemand een vraag of iets te delen?

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les kun je zelfstandige werkwoorden, koppel- en hulpwerkwoorden herkennen.

Slide 3 - Slide

Bekijk het filmpje op Its.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Werkwoordelijk gezegde
doet iets
- alle werkwoorden in de zin

Voorbeeld:
De juf schijnt met de zaklamp.
wwg: schijnt
Naamwoordelijk gezegde
- Toestand (je bent iets/is iets)

Voorbeeld:
Ik word tandarts. 
word = koppelwerkwoord/wwd
tandarts = naamwoordelijk deel
word tandarts = naamwoordelijk gezegde



Slide 6 - Slide

Werkwoordelijk gezegde

Ik zou het liefst naar huis willen fietsen.
wwg = zou willen fietsen 
Naamwoordelijk gezegde

De juf schijnt leuk te zijn.
koppelwerkwoord = schijnt
werkwoordelijk deel = schijnt te zijn
naamwoordelijk deel = leuk
naamwoordelijk gezegde = schijnt leuk te zijn

Slide 7 - Slide

Bedenk twee zinnen:
- Eén zin met een werkwoordelijk gezegde
- Eén zin met een naamwoordelijk gezegde

 Zet je naam erbij op Padlet! Niet gedaan = huiswerk niet gemaakt
Het mag geen zin zijn die ik als voorbeeld heb gebruikt!

Slide 8 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Mededelingen
  • Lesdoel
  • Uitleg zww, hww en kww in samengestelde zinnen
  • Aan het werk
  • Vragen 

Slide 9 - Slide

Mededelingen

Slide 10 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les kun je zelfstandige werkwoorden, koppel- en hulpwerkwoorden herkennen in samengestelde zinnen.

Slide 11 - Slide

Zelfstandig werkwoord, koppel- en hulpwerkwoord in samengestelde zinnen (1)
Zo bepaal je in een samengestelde zin met welk soort werkwoord je te maken hebt.
1. Splits de samengestelde zin in enkelvoudige zinnen.
2. Zoek het gezegde: naamwoordelijk gezegde (ng) of werkwoordelijk gezegde (wg)
3. Pas daarna de regels van blz. 260 toe.

Slide 12 - Slide

Zelfstandig werkwoord, koppel- en hulpwerkwoord in samengestelde zinnen (2)
Bekijk het voorbeeld op blz. 180. We bespreken dit voorbeeld samen.


Vragen?

Slide 13 - Slide

Aan de slag
Opdracht 1, 2, 3 en 5 (blz. 180-181)

Inleveren via Teams

Slide 14 - Slide

Wat gaan we doen?
- Opdracht 1, zin 3
- Huiswerk nakijken
- Quiz

Slide 15 - Slide

Opdracht 1, zin 3
Sommige kindertekeningen bewaren ouders, maar de meeste worden weggegooid.

Slide 16 - Slide

Huiswerk nakijken
Samen nakijken.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link