Form. Oefentoets 1.1. en 1.2.

Formatieve oefentoets
Hoofdstuk 1
Paragraaf 1 en 2
1 / 15
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Formatieve oefentoets
Hoofdstuk 1
Paragraaf 1 en 2

Slide 1 - Slide

Globalisering verbindt gebieden, maar kan gebieden ook kwetsbaar maken. Dat geldt zeker ook voor de kledingindustrie.
Probeer dit met een oorzaak-gevolgrelatie uit te leggen. Je mag een voorbeeld gebruiken.

Slide 2 - Open question

Welk nadeel hebben lage importheffingen voor de lokale bedrijven in de Filipijnen?
A
dat ze niet veel geld verdienen
B
ze kunnen niet meer concurreren met buitenlandse bedrijven
C
Dat het interessant wordt om dingen te kopen in het buitenland. (importeren)
D
Buitenlandse bedrijven doen het meestal beter dan lokale bedrijven

Slide 3 - Quiz

Wat zijn BRIC-landen?
A
Landen die bakstenen maken en exporteren
B
Opkomende landen gelinkt aan welvaart
C
De grootste landen van de wereld
D
De vier rijkste landen in de wereld

Slide 4 - Quiz

Wat is een oorzaak van Global Shift?
A
Opdeling productieketen
B
Goedkoper transport
C
Lage lonen
D
Verdwijnende handelsgrenzen

Slide 5 - Quiz

A De koloniën worden onafhankelijk.

B Deze kolonie wordt door het moederland gebruikt als wingewest.


C Het economisch kerngebied op aarde verschuift.

D Twee grootmachten staan dreigend tegenover elkaar.

E Zij pleiten voor vrijhandel in de wereld.
dekolonisatie 
exploitatiekolonie 
global shift 
Koude Oorlog
WTO

Slide 6 - Drag question

De wereldeconomie zoals wij die nu kennen heeft zich in een aantal stappen ontwikkeld. Zet onderstaande stappen in de juiste tijdsvolgorde. 1 = oudst


1
2
3
4
De binnenlanden blijven voorlopig onaangeroerd.

B De taak van de kolonie? Grondstoffen leveren aan het moederland.

C gewapende vrede

D Vrijhandel wint steeds meer terrein.

Slide 7 - Drag question

Na 1990 verplaatsen mno's steeds vaker hun maakindustrie naar niet-westerse gebieden, bijvoorbeeld naar BRICS-landen. Waarom doen deze mno's dat?
A
De transportkosten van goederen stijgen.
B
De afzetmarkt in die landen groeit.
C
De onrust onder de bevolking van de BRICS-landen daalt.
D
Gebrek aan vaklui in de westerse landen.

Slide 8 - Quiz

Wat is een gevolg van global shift?
A
De rol van de BRICS-landen in de wereldeconomie wordt kleiner.
B
Het kerngebied van de wereldeconomie verschuift van de Grote naar Atlantische Oceaan.
C
Mno's verplaatsen hun maakindustrie naar ontwikkelingslanden.
D
Er ontstaan meerder economische kerngebieden in de wereld

Slide 9 - Quiz

Het belangrijkste verschil tussen handelskolonialisme en industriële kolonialisme is dat bij handelskolonialisme:
A
alleen aan de kust handelsposten werden gesticht.
B
de kolonie hetzelfde politieke systeem kreeg als het moederland
C
de taal en het onderwijs van het moederland werd overgenomen door de kolonie
D
Nederland geen rol van betekenis speelde

Slide 10 - Quiz

Welke uitspraken over de figuur hiernaast zijn juist?
A
De rijke landen drijven vooral handel met elkaar.
B
De dekolonisatie moet nog beginnen
C
Het figuur past bij het handelskolonialisme
D
Het figuur past bij de Koude Oorlog.

Slide 11 - Quiz

Hoe zie je aan de inhoud van de containers dat de VS in ontwikkeling vóórloopt op China?

Slide 12 - Open question

Beoordeel onderstaande stellingen en kies het juiste antwoord.
I Door de global shift ontstaat een wereldeconomie met meerdere kerngebieden.
II Global shift kan de positie van de centrumlanden in de wereldeconomie verzwakken.

A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist.

Slide 13 - Quiz

Maak de juiste combinaties
China en India horen erbij
Daar gaat veel eenvoudige maakindustrie naartoe.
Van grondstof tot eindproduct
Verplaatsing van het economisch zwaartepunt
Global Shift
BRICS
Lagelonenlanden
Productieketen

Slide 14 - Drag question

Hoe kan een handelsoorlog de globalisering bedreigen?

Slide 15 - Open question