V3_Chemisch rekenen_Wk43

1 / 31
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programma
  • Opening les
  • Controle boeken en huiswerk
  • Weektaak
  • Leerdoelen
  • Keuze momenten
  • Aan opdrachten werken
  • Afsluiten les

Slide 2 - Slide

Weektaak
Leren voor de toets:
Hoofdstuk 1: Paragraaf 1 t/m 5

Slide 3 - Slide

Ding vooraf (1)
Chromatografie

Slide 4 - Slide

Ding vooraf (1)
Chromatografie

Slide 5 - Slide

Ding vooraf (2)
Opdracht:
- Teken een doorsnede van:
1. Bekerglas
2. Erlenmeyer
3. Horlogegals
4. Reageerbuis

Slide 6 - Slide

Practicum
Papierchromatografie

Slide 7 - Slide

Dichtheid
  • Stofeigenschap
  • Massa per volume

Slide 8 - Slide

Opdracht
Wat is het volume in mL van 1 gram goud?
Dichtheid (goud) = 19,3 gram / mL

Slide 9 - Slide

Dichtheid
Standaard eenheden
- Dichtheid wordt gegeven in kg/m3
- Maar...we werken meestal in gram en liter.

m3kg=1000dm31000gram=103dm3103gram=103L103gram=Lgram

Slide 10 - Slide

Grootheden en eenheden
Een grootheid is de beschrijving van wat je meet.
- Hoeveel iets weegt geven we aan in massa, symbool m
- Inhoud  geven we aan in volume, symbool V

Een eenheid is de maat waarin je een grootheid uitdrukt.
- De grootheid massa drukken we uit in de eenheid gram
- De grootheid volume drukken we uit in de eenheid Liters

Slide 11 - Slide

Opdracht
Zoek de dichtheid op van benzine en de dichtheid van methaan.

- Wat valt je op?

- Zet beide dichtheden om naar gram/mL

Slide 12 - Slide

Rekenmethoden
Balansmethode (standaard)
- Rekenkundige manier
- z = x/y

Verhoudingstabellen

Driehoekjes

Slide 13 - Slide

Rekenmethoden
Balansmethode (standaard)
- Stap 1: Wat is de formule: 

- Stel je weet de formule niet meer...kijk naar de eenheid



ρ=Vm
m3kg=volumemassa=Vm

Slide 14 - Slide

Rekenmethoden
Stap 2: Invullen wat is gegeven en kijken wat is gevraagd.
Bereken het volume in Liter van 10 gram goud
ρ=Vm
19,3103m3kg=V10gram

Slide 15 - Slide

Rekenmethoden
Stap 2: Invullen wat is gegeven en kijken wat is gevraagd.
Bereken het volume in Liter van 10 gram goud
ρ=Vm
19,3103m3kg=V10gram
m3kg=103L103gram=Lgram
19,3103Lg=V10gram

Slide 16 - Slide

Rekenmethoden
Stap 2: Invullen wat is gegeven en kijken wat is gevraagd.
Bereken het volume in Liter van 10 gram goud
19,3103Lg=V10gram
3=26
2=36
6=23
V=19,3103Lg10gram=5,2104L
ρ=Vm
V=ρm
m=Vρ

Slide 17 - Slide

Opdracht
Bereken de massa in gram van 0,50 liter olijfolie.

Slide 18 - Slide

Concentratie



De hoeveelheid opgeloste stof geef je in gram (g)
Het volume van het oplosmiddel geef je in Liter (L)
concentratie=volumevanoplosmiddelhoeveelheidopgelostestof

Slide 19 - Slide

Opdracht
Wat is de concentratie als 5 gram keukenzout wordt opgelost in 0,125L?




De hoeveelheid opgeloste stof geef je in gram (g)
Het volume van het oplosmiddel geef je in Liter (L)
concentratie=volumevanoplosmiddelhoeveelheidopgelostestof

Slide 20 - Slide

Oplosbaarheid en verzadiging
Je kan niet oneindig veel van een stof oplossen in een oplosmiddel.
EN
Je kan ook niet elke stof oplossen in een oplosmiddel.

De oplosbaarheid van een stof wordt gegeven in gram stof dat oplost per liter (g/L) 

Slide 21 - Slide

Lost zand op in water?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Lost suiker op in water?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

Lost krijt op in water?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

Verzadigd of onverzadigd
Verzadigde oplossing
In een verzadigde oplossing is zoveel van een stof opgelost, dan je geen extra stof erbij kan oplossen.

Onverzadigde oplossing
In een onverzadigde oplossing kan je nog stof oplossen.

Slide 25 - Slide

Gebruik tabel 1.3, blz 26.
Ik wil 220 gram soda oplossen in 1 liter water. Lost alles op?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

Gebruik tabel 1.3, blz 26.
Ik wil 2500 gram suiker oplossen in 2 liter water. Lost alles op?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quiz

Rekenopdrachten bespreken
- Maken opdrachten: 46, 47, 49, 50, 52
- Opdrachten gymnasium leerlingen: 46, 47, 48, 50, 53

Slide 28 - Slide

Tips voor het leren
1. Gebruik de leerdoelen
2. Maak een begrippenlijst
3. Oefen met rekenopdrachten
4. Maak moeilijke opgaven opnieuw
5. Maak de proefwerk opdrachten achter in het hoofdstuk

Slide 29 - Slide

Vragen over toets

Slide 30 - Slide

Weektaak
Leren voor de toets:
Hoofdstuk 1: Paragraaf 1 t/m 5

Slide 31 - Slide