Verder met fictie 4.1

Verder met fictie 4.1
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Verder met fictie 4.1

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
- Je leert je mening onderbouwen met argumenten;
- Je leert verschillende soorten argumenten gebruiken;

Slide 3 - Slide

Voorbeeld
Mening: Ik vind het hoofdpersonage dapper.
Argument: Hij durft dingen die anderen niet zouden durven.
Voorbeeld uit het boek: In hoofdstuk 5 gaat hij midden in de nacht op zoek naar zijn vermiste hond, terwijl hij weet dat het bos gevaarlijk is.

Slide 4 - Slide

Mening: Ik vond het boek heel spannend.
Argument: Er gebeuren onverwachte dingen en je wilt steeds weten hoe het verdergaat.
Voorbeeld uit het boek: Toen de hoofdpersoon opeens werd opgesloten in de kelder (hoofdstuk 7), wist ik echt niet hoe hij eruit zou komen. Dat maakte het heel spannend.

Slide 5 - Slide

Mening: Ik vond dat de schrijver grappig schreef.
Argument: De schrijver gebruikt humor in zijn beschrijvingen en dialogen.
Voorbeeld uit het boek: In hoofdstuk 3 vergelijkt de hoofdpersoon zijn strenge juf met een boze kip, en hij probeert haar na te doen in de klas. Dat was echt grappig beschreven.

Slide 6 - Slide

Lesprogramma

- Welkom (5 min)
- Lezen in je leesboek( 10 min)
- Tekst lezen en opdrachten maken (15 min)
- Zelfstandig werken (35 min)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Lezen tekst 2
blz. 13

Opdracht 6 en 7 maken en bespreken

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Werk verder aan je presentatie stap 2
Zorg dat de inhoud tot en met punt 4  in jouw spreektekst staat. Werk samen aan punt 5.

Slide 11 - Slide