wk47 Schrijfvaardigheid 3 ingekort

Schrijfvaardigheid 3
Tekstdoelen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Schrijfvaardigheid 3
Tekstdoelen

Slide 1 - Slide

Planning
  • Huiswerk bespreken 10 min.
  • Herhaling: de zes kenmerken van een goede tekst en het publiek 5 min. 
  • Herhaling: tekstdoelen 15 min.
  • Het stappenplan voor het schrijven van een tekst 10 min.
  • Oefentoets + nakijken 35 min.
  • Lesafsluiter 5 min.

Slide 2 - Slide

Kenmerken van een goede tekst
  1. Goede inhoud
  2. Goede opbouw
  3. Goede toon
  4. Goede zinnen
  5. Goede spelling
  6. Goede lay-out

Slide 3 - Slide

Het publiek bepalen
  • Onderwerp
  • Taalgebruik: woordkeuze, lange of korte zinnen, u/je
  • De bron: Kidsweek, de Volkskrant, Psychologie magazine

Slide 4 - Slide

Tekstdoelen
  1. Informeren: je geeft informatie - nieuwsbericht
  2. Instructies geven: je legt uit hoe iets moet gebeuren/zit - schoolboek
  3. Overtuigen: je wil je mening geven en meestal geef je dan ook argumenten. Met argumenten probeer je de lezer te overtuigen van je mening - betoog
  4. Activeren: je wil dat de lezer iets doet of juist niet doet - reclametekst
  5. Amuseren of ontroeren: je wil bij de lezer emoties oproepen - gedicht

Slide 5 - Slide

Meerdere tekstdoelen
m




1. Lees de tekst van Sem
2. Bepaal per alinea het tekstdoel en markeer relevante stukken tekst
3. Bepaal het overheersende tekstdoel 
Een tekst kan meer doelen hebben. Om iemand te overtuigen, moet je soms informatie geven. Om iemand te activeren, moet je hem eerst overtuigen. Als je moet bepalen welk doel een tekst heeft, kies je altijd het 'hoogste' doel. Een tekst die informatie geeft én iemand probeert te activeren, is een activerende tekst.

Slide 6 - Slide

Zet de juiste tekstsoorten bij de juiste tekstdoelen.
Informeren
Overtuigen
Amuseren
Activeren
Instrueren
nieuwsbericht
Folder van dierenarts om je huisdier in te laten enten

Een verhaal in een leesboek
Een oproep op een website om te gaan protesteren. 
Uitleg op de website van school hoe je je kunt aanmelden voor flexuur. 
Artikel op website Voedingswijzer om elke dat fruit en groente te eten.
Spelhandleiding hoe je 'Yahtzee' moet spelen.
folder over verschillende workshops in het buurthuis.

Slide 7 - Drag question

Zet de tekstkenmerken bij de juiste stap 
1. Kies je onderwerp
2. Bepaal je doel en je publiek
3. Verzamel informatie
4. Orden de informatie
5. Schrijf en herschrijf de tekst
6. Zorg voor een passende vormgeving
Spelling
Toon

Inhoud
Lay-out
Opbouw
Zinnen
Inhoud

Slide 8 - Drag question

Stappenplan voor het schrijven van een tekst

Slide 9 - Slide

Oefenen
  • Maken: oefentoets schrijven 3
  • Klaar?: vul de enquête in die ik je heb gemaild. Daarna mag je extra oefenen met werkwoordspelling of leren voor de toets.
timer
25:00

Slide 10 - Slide

Werkwoordspelling (fouten)
Het is de afgelopen weken gelukkig niet gebeurd, maar de laatste tijd werd ik regelmatig afgeluisterd door mijn telefoon. Als ik beldde met mijn zus, praatte we over kleding van de Zara. Vervolgens plopte er allemaal reclames van de Zara op op mijn scherm. De door mijn telefoon verwerktte informatie, had mijn privacy toen behoorlijk belemmert. 
timer
5:00

Slide 11 - Slide

Werkwoordspelling (fouten)
Het is de afgelopen weken gelukkig niet gebeurt, maar de laatste tijd werd ik regelmatig afgeluisterd door mijn telefoon. Als ik belde met mijn zus, praatten we over kleding van de Zara. Vervolgens plopten er allemaal reclames van de Zara op op mijn scherm. De door mijn telefoon verwerkte informatie, had mijn privacy toen behoorlijk belemmerd.

Slide 12 - Slide

Controlevragen
  1. Wat is het verschil tussen activeren en overtuigen?
  2. Het valt me op dat hij dat regelmatig (beweren).
  3. Bij welk tekstkenmerk is het ordenen van informatie van belang?
  4. Wat is het voornaamste tekstdoel van een folder over stamceldonatie?
  5. Wat is de correcte toon in een mail die een leerling stuurt naar een docent over een te lage beoordeling?
  6. Wat kun je zeggen over het publiek van het tijdschrift Kidsweek?

Slide 13 - Slide

Toets Nederlands
  • Leren: deel 1 boekje taalverzorging (behalve Engelse werkwoorden)
  • Leren: theorie schrijven 3

Slide 14 - Slide