Lezen 1.1

Planning
  1. Uitleg 
  2. Check
  3. Zelf aan het werk
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Planning
  1. Uitleg 
  2. Check
  3. Zelf aan het werk

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog van het
onderwerp en de hoofdgedachte?

Slide 2 - Open question

Wat is het verschil tussen de hoofdgedachte en het onderwerp
Onderwerp:
Hoofdgedachte:
Het onderwerp van een tekst is maar heel kort. In één of twee woorden vertel je waar de tekst over gaat. Het onderwerp is NOOIT een hele zin.
De hoofdgedachte bestaat uit een hele zin i.p.v. één of twee woorden. De hoofdgedachte vertelt wat de schrijver wilt zeggen over het onderwerp.

Slide 3 - Slide

De hoofdgedachte is het belangrijkste wat de schrijver van de tekst denkt.
Hoe vind je de hoofdgedachte?
Stel jezelf de vraag: Wat is het belangrijkste dat de schrijver wil vertellen over het onderwerp?
Samenvattend
De hoofdgedachte is dus de kortst mogelijke samenvatting van een tekst.

Slide 4 - Slide

Hoe vind je de hoofdgedachte?
Titel + inleiding
Bijvoorbeeld in een krantenartikel. Dan staat de hoofdgedachte al in de inleiding. Op die manier weet je als lezer gelijk wat er is gebeurd.
Letterlijk of niet?
Soms wordt hij letterlijk geformuleerd en soms moet je hem zelf uit de tekst afleiden.
In het slot
Soms sluit de schrijver te tekst af met de hoofdgedachte. Bij langere teksten wordt de hoofdgedachte soms in het slot erhaald of staat de hoofdgedachte in de conclusie.

Slide 5 - Slide

Wat is het verschil tussen een onderwerp en een hoofdgedachte?
A
Hoofdgedachte is een paar woorden. Onderwerp is een hele zin.
B
Hoofdgedachte is een hele zin. Onderwerp is een paar woorden.
C
Onderwerp is waar de tekst over gaat. Hoofdgedachte is wat de schrijver over het onderwerp zegt.
D
Hoofdgedachte is waar de tekst over gaat. Onderwerp is wat de schrijver over het onderwerp zegt.

Slide 6 - Quiz

Wat is waar over het onderwerp en/of de hoofdgedachte?
A
Het onderwerp is de best samenvattende zin van een tekst.
B
De hoofdgedachte is de best samenvattende zin van een tekst.
C
De hoofdgedachte staat in de bronvermelding.

Slide 7 - Quiz

Wat is de kortst mogelijke samenvatting van een tekst?
A
Het slot.
B
De hoofdgedachte.
C
Het onderwerp.
D
De titel.

Slide 8 - Quiz


Waar kun je de hoofdgedachte meestal vinden in een tekst?
A
In de inleiding.
B
In de titel.
C
In het slot.
D
Ik weet het niet.

Slide 9 - Quiz

Aan het werk
1.1 Onderwerp en hoofdgedachte:
Opdracht 1, 2 en 3 + 
Examenopdracht

Slide 10 - Slide