Spijsvertering

Spijsvertering
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Anatomie Fysiologie pathologieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Spijsvertering

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Onderdeel van spijsverteringsstelsel
Geen onderdeel van spijsverteringsstelsel
Farynx
oesofagus
nieren
hart
ileum
blaas
prostaat
colon

Slide 2 - Drag question

This item has no instructions

 Spijsverteringsstelsel
Slokdarm
Dikke darm
Maag
Dunne darm
Anus
Lever
Galblaas
Twaalfvingerige darm
Appendix

Alvleesklier

Slide 3 - Drag question

Appendix= wormvormig aanhangsel. Vlak doorboven zit de blinde darm. 

Welke onderdeel wordt niet genoemd waar we vorige week welk aandacht aan besteed hebben? 
Slokdarmsfincter
Wat is de betekenis van 'cariës' in het Nederlands?
A
gaatjes in het gebit
B
afwijking aan de lever
C
vergroting van de milt
D
ontsteking van het tandvlees

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt bedoeld met 'darmflora' in het Nederlands?
A
laagje van slijm, bacteriën, eiwitten en koolhydraten op de tanden, kiezen en het tandvlees
B
kleine plooien in het darmslijmvlies
C
darmbacteriën
D
kunstmatige uitgang van de dikke darm

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de Nederlandse term voor 'duodenum'?
A
afdalende deel van het colon
B
opstijgende deel van het colon
C
vettransporter
D
twaalfvingerige darm

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'darmvlokken/villi' in het Nederlands?
A
kleine plooien in het darmslijmvlies
B
wateraantrekkend eiwit
C
twaalfvingerige darm
D
ontsteking van het tandvlees

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt bedoeld met 'coecum' in het Nederlands?
A
maagmond
B
middenrif
C
het eerste deel van het colon
D
vetachtige stof, bouwsteen voor celmembranen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de betekenis van 'enteraal'?
A
hormoon dat glucoseafgifte stimuleert
B
maagzuur
C
kunstmatige uitgang van de dunne darm
D
met betrekking tot de darm

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van 'lipase'?
A
hormoon dat maagsapscheiding stimuleert
B
vetsplitsend enzym
C
suikersplitsend enzym
D
maageiwit dat vitamine B12 bindt

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de locatie van 'fundus' in het lichaam?
A
ontlasting
B
bovenste deel van de maag
C
slokdarm
D
lever

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wordt 'obstipatie' gedefinieerd?
A
suikersplitsend enzym
B
verstopping van de darmen
C
hormoon dat glucoseopname stimuleert
D
microscopische uitstulping celmembraan

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de rol van 'intrinsic factor' in het lichaam?
A
nuchtere darm
B
maageiwit dat vitamine B12 bindt zodat dit kan worden opgenomen
C
afweercellen
D
strotklepje

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de Nederlandse term voor pancreas?
A
maagportier
B
alvleesklier
C
rietsuiker
D
luchtpijp

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welk enzym splitst eiwitten?
A
voortstuwing voedsel
B
pepsine
C
bloedeiwitten betrokken bij bloedstolling
D
zenuwvezels en bloedvaatjes binnen in een tand of kies

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'resorptie' in het Nederlands?
A
poortader
B
endeldarm
C
opname
D
lange ketens van suikers

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de Nederlandse benaming voor 'trachea'?
A
luchtpijp
B
maagportier
C
laaggelegen stuk van het ruggenmerg
D
uitmonding galbuis en alvleesklierbuis

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de basisfuncties van het spijsverteringsstelsel?
A
uitscheiding
B
resorptie
C
vertering
D
transport

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welke zenuw prikkelt bijna alle gladde spieren van het spijsverteringsstelsel?
A
nervus femoralis
B
nervus ulnaris
C
nervus radialis
D
nervus vagus

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de betekenis van het woord 'enteron'?
A
longen
B
darm(en)
C
hart
D
nieren

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de afdeling gastro-enterologie?
A
afdeling neurologie
B
afdeling orthopedie
C
afdeling oogheelkunde
D
afdeling maag-darm(ziekten)

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is gastro-enteritis?
A
longontsteking
B
ooginfectie
C
ontsteking van maag en darmen
D
hartaanval

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Micro-nutriënten
Macro-nutriënten
Koolhydraten
Vitaminen
Eiwitten
Water
Mineralen
Vetten
Spoorelementen

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions