Perfectum

Maak van de zin een zin in perfectum.
Ik verhuis naar België.
1 / 14
next
Slide 1: Open question
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Maak van de zin een zin in perfectum.
Ik verhuis naar België.

Slide 1 - Open question

Maak van de zin een zin in perfectum.
Hij werkt als verkoper.

Slide 2 - Open question

Maak van de zin een zin in perfectum.
Jullie kijken elke avond tv.

Slide 3 - Open question

Maak van de zin een zin in perfectum.
De kinderen spelen in de sneeuw.

Slide 4 - Open question

Maak van de zin een zin in perfectum.
Zij is in Antwerpen.

Slide 5 - Open question

Maak van de zin een zin in perfectum.
Jij hebt een mooie fiets.

Slide 6 - Open question

Maak van de zin een zin in perfectum.
Ik doe deze middag boodschappen.

Slide 7 - Open question

Maak van de zin een zin in perfectum.
Zij staat om 7 uur op.

Slide 8 - Open question

Maak van de zin een zin in perfectum.
Wij luisteren naar de radio.

Slide 9 - Open question

Maak van de zin een zin in perfectum.
Ik koop een nieuwe auto.

Slide 10 - Open question

Maak van de zin een zin in perfectum.
U woont in Antwerpen.

Slide 11 - Open question

Maak van de zin een zin in perfectum.
Jullie spreken goed Nederlands.

Slide 12 - Open question

Maak van de zin een zin in perfectum.
Hij betaalt voor dat appartement 500 euro per maand.

Slide 13 - Open question

Maak van de zin een zin in perfectum.
Het sneeuwt al 5 dagen.

Slide 14 - Open question