Kijk- en luistervaardigheid 1









Kijk-en luistervaardigheid oefenen
klas 4
VMBO
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson









Kijk-en luistervaardigheid oefenen
klas 4
VMBO

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Oefenen met kijk- en luistervaardigheid.
Waarom? Voorbereiden op de PTA toets KIJKEN/LUISTEREN

- Podcast over de coronatijd van een scholier - 3 vragen.
- Fragment over deep fake video's - 4 vragen
- Fragment over matchfixing - 5 vragen
-Fragment journaal - 6 vragen

Slide 2 - Slide

Goed Kijken en Luisteren
Om een kijk- of luisterfragment goed te kunnen begrijpen, let je op de
volgende dingen:

Het onderwerp – Dit wordt vaak genoemd in het begin.
De hoofdgedachte – Die wordt vaak aan het begin of aan het eind genoemd.
De verschillende deelonderwerpen.
De signaalwoorden – Zij helpen je om onderscheid te maken tussen hoofd- en bijzaken.
De functie van de beelden – Ze geven belangrijke informatie of trekken de aandacht.
Het doel van de programmamaker.

Slide 3 - Slide

Een podcast: luister goed, want ik stel je later 3 vragen over het fragment.

Slide 4 - Slide

1 Na hoeveel maanden gaan de scholen weer gedeeltelijk open?
A
2 maanden
B
2,5 maand
C
3 maanden
D
3,5 maand

Slide 6 - Quiz

2 Wat vindt Fatima het leukst aan weer naar school gaan?
A
Dat ze haar vrienden weer ziet.
B
Dat ze weer in de klas mag zitten.
C
Dat ze haar docenten weer ziet.

Slide 7 - Quiz

3 Wat wordt genoemd als nadeel van online onderwijs?
A
De docenten weten vaak te weinig van online lesgeven.
B
Het is slecht voor de motivatie en zorgt voor achterstanden.

Slide 8 - Quiz

Een video: kijken en luisteren (1)
In de volgende video vertelt een presentator over deep fake video's.

Je gaat eerst de video bekijken en daarbij goed opletten. Na de video krijg je 4 vragen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

1 Wat zijn deep fakes?
A
Video's waarin mensen dingen doen die niet echt zijn
B
Video's die echt lijken, maar die met de computer zijn bewerkt of aangepast.
C
Video's die fake news laten zien.

Slide 11 - Quiz

2 Welke twee soorten deep fake zijn er?

A
'Face swap' en oude nieuwsberichten gebruiken.
B
Stem vervormen en 'face swap'.
C
Iemand iets laten zeggen en 'face swap'.

Slide 12 - Quiz

3 Hoe herken je deep fakes?
A
Het gezicht heeft een andere kleur en de mond lijkt erop geplakt.
B
Randen van het gezicht zijn onduidelijk en beweging van de mond klopt niet.

Slide 13 - Quiz

4 Wat noemt de presentator als voorbeeld van slechte dingen die je met een deep fake kunt doen.
A
Het gezicht van Willem-Alexander wordt in een video van een vechtpartij geplakt.
B
Een video van zomaar iemand die een ander land de oorlog verklaart.
C
Premier Rutte verklaart in een video een ander land de oorlog.

Slide 14 - Quiz

Een video: kijken en luisteren (2)
In de volgende video vertelt een presentator over matchfixing.

Je gaat eerst de video bekijken en daarbij goed opletten. Na de video krijg je 5 vragen.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

1 Welke sport noemt de presentator niet?
A
darten
B
hockey
C
voetbal

Slide 17 - Quiz

2 Wat gebeurt er bij matchfixing?
A
Iemand beïnvloedt het spel geheel of gedeeltelijk.
B
Er wordt voor gezorgd dat het spel aantrekkelijker wordt.

Slide 18 - Quiz

3 Waardoor ontstaat matchfixing?
A
Door mensen die graag gokken.
B
Door spelers die geen eerlijke wedstrijd willen spelen.

Slide 19 - Quiz

4 Gokken op een hattrick geeft niet veel zekerheid. Wat wel?
A
De eindstand van de wedstrijd.
B
Wie de eerste goal scoort.
C
Wie een gele kaart krijgt (slecht speelt).

Slide 20 - Quiz

5 In wat voor wedstrijden wordt er meer gefixt?
A
Eredivisie, want daar verdien je meer mee.
B
Lagere divisies, want dat valt minder op.

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Video

De leiders van de partijen hebben een belangrijke klus te klaren.
Welke klus wordt hier bedoeld?
A
De grootste partij worden
B
het praten over de samenwerking
C
het kiezen van een premier.

Slide 23 - Quiz

Partijen staan niet te springen om samen te werken met de PVV.
Waarom is dat?
A
Wilders heeft nog nooit geregeerd
B
Wilders is te radicaal rechts.
C
Wilders vindt dat het Islamitisch geloof hier niet hoort?

Slide 24 - Quiz

Wat is een onderwerp waar anderen wel mee kunnen samenwerken met de PVV?
A
verhogen maximale snelheid op de autowegen
B
verbeteren van de zorg
C
sluiten van de moskeeën in Nederland

Slide 25 - Quiz

Wat is Hamas precies?
A
gewapende groep in Gaza en Israël
B
gewapende groep in Israël.
C
gewapende groep in Gaza.

Slide 26 - Quiz

Waar ligt Gaza precies volgens het kaartje dat je zag?
A
noorden
B
oosten
C
westen
D
zuiden

Slide 27 - Quiz

Wie heeft Israël vrijgelaten?
A
oude vrouw die Hamas strijder is
B
Palestijn

Slide 28 - Quiz