argumenten vwo 4

       


        Argumentatie
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

       


        Argumentatie

Slide 1 - Slide

Argument
* Onderbouwt een standpunt
* Te herkennen aan signaalwoorden omdat, immers, namelijk, want, aangezien

Slide 2 - Slide

feitelijke argumenten
Degene die de uitspraak doet, claimt dat hij waar, waarschijnlijk of aannemelijk is.

Je moet niet roken, omdat je dan slecht stoffen in je lijf pompt. 

Slide 3 - Slide

waarderende argumenten
Niet-feitelijke uitspraken:
* Of iets goed of slecht is
* Of iets mooi of lelijk is
* Of iets waardevol of waardeloos is
* Of iets wenselijk of onwenselijk is
* Of iets gepast of ongepast is

Slide 4 - Slide

waarderende argumenten
Je moet niet roken, want dat stinkt. 

Slide 5 - Slide

Let op!
In het boek: objectieve/subjectieve argumenten
Streep met potlood door. 
Leer dus:
Een argument wordt feitelijk of waarderend gepresenteerd. 

Slide 6 - Slide

"De school moet om half negen beginnen"
Bedenk een feitelijk argument.

Slide 7 - Open question

"Pindakaas mag voortaan alleen nog in plastic potten verkocht worden".
Bedenk een waarderend argument.

Slide 8 - Open question

Argumentaties op basis van...
feiten
De taal verloedert: veel leerlingen gebruiken het woord 'me' verkeerd. 

Slide 9 - Slide

Argumentaties op basis van...
onderzoek/wetenschap
De taal verloedert: uit onderzoek bleek dat slechts 20% van de schoolgaande jongeren het verschil tussen 'hun' en 'hen' kent. 

Slide 10 - Slide

Argumentaties op basis van...
normen en waarden
De taal verloedert: het is toch bizar dat veel mensen niet eens een foutloze sollicitatiebrief schrijven. 

Slide 11 - Slide

Argumentaties op basis van...
vermoedens
De taal verloedert: over dertig jaar zal vast helemaal niemand het verschil meer weten tussen 'als' en 'dan'. 

Slide 12 - Slide

Argumentaties op basis van...
geloof/overtuiging
Taalverloedering is een slechte zaak, want de zuiverheid van een taal is een weerspiegeling van de cultuur. 

Slide 13 - Slide

Argumentaties op basis van...
gezag/autoriteit
De taal verloedert: dat deed professor Pleij gisteren nog eens haarfijn uit de doeken. 

Slide 14 - Slide

Argumentaties op basis van...
nut
We zouden minder aandacht moeten besteden aan taalverloedering: dat levert meer tijd op voor inhoudelijke discussies over betekenis. 

Slide 15 - Slide

"Jip zit volgend jaar echt niet in Australië. Ik kan me niet voorstellen dat hij slaagt voor zijn examen."
Arg. op basis van...?
A
nut
B
vermoeden
C
autoriteit
D
overtuiging

Slide 16 - Quiz

"Eet twee keer per week vis. Ik las laatst een onderzoek over de voordelen daarvan voor hart en bloedvaten."
Arg. op basis van...?
A
vermoeden
B
normen en waarden
C
overtuiging
D
wetenschap

Slide 17 - Quiz

"We kunnen beter niet bij dat restaurant gaan eten. Daar is de goedkoopste maaltijd 38,95."
Arg. op basis van..?
A
nut
B
vermoeden
C
feiten
D
gezag

Slide 18 - Quiz

"De man moet veroordeeld worden. Je schiet iemand toch niet neer voor het jatten van een zak appels?"
Arg. op basis van...?
A
geloof
B
normen & waarden
C
feiten
D
nut

Slide 19 - Quiz

Aan de slag!
Maak nu opdracht 3 t/m 10 op blz 122-125

Over 20 min. kijken we dat na. 
Klaar? 
Zoek op internet een tekst met een duidelijk standpunt erin. 

Slide 20 - Slide

Redenering
Standpunt + argumenten 
Argumenten + conclusie
redenering

Slide 21 - Slide

Typen redeneringen
(dat lijkt op de typen argumentaties van vorige week!)
op basis van...
oorzaak/gevolg - overeenkomst/verschil - voorbeelden - voor/nadelen - kenmerk/eigenschap

Slide 22 - Slide

"We moeten meer cijfers kunnen halen voor Nederlands"
Maak een redenering obv oorzaak/gevolg

Slide 23 - Open question

"We moeten meer cijfers krijgen voor Nederlands"
Maak een redenering obv voor-/nadelen

Slide 24 - Open question

"Nederlands is leuker dan wiskunde"
Maak een redenering obv voorbeeld

Slide 25 - Open question

"Wiskunde is moeilijk"
Maak een redenering obv overeenkomst/verschil

Slide 26 - Open question

"Docenten zijn aardige mensen"
Maak een redenering obv kenmerk/eigenschap

Slide 27 - Open question

Aan de slag
Maak opdr. 1-5 in je boekje, blz 192-193

Slide 28 - Slide