Verken het bedrijf / het onderwerp. Wat zou je graag willen weten? Formuleer ongeveer 5 onderzoeksvragen zodat je daar later de beste van kunt kiezen. Hiervoor zijn ook hulpkaarten te gebruiken die achterin het boekje over de scienedagen zijn te vinden.
Slide 8 - Slide
Onderzoeksvraag opstellen
Er zijn veel verschillende soorten vraagstellingen:
Beschrijvend (je beschrijft een situatie)
Vergelijkend (je gaat opzoek naar overeenkomsten/verschillen)
Verklarend (antwoord op 'Hoe komt het dat...')
Waarde bepalend (je probeert een oordeel te geven over..)
Voorspellend (Hoe zal het verder gaan met....)
Probleemoplossend (Hoe kun je het probleem oplossen)
Slide 9 - Slide
Bedenk zo veel mogelijk vragen
Wat? Hoeveel?
Wie?
Waar? Hoe?
Waarom?
Welke? Hoelang?
Wanneer?
Slide 10 - Slide
De hoofdvraag en deelvragen
Kies of bedenk je hoofdvraag
De hoofdvraag is de vraag die de inhoud van je onderzoek samenvat
De deelvragen diepen het onderwerp verder uit en de antwoorden van alle deelvragen zorgen voor het antwoord op de hoofdvraag
Slide 11 - Slide
=
Kenniskaarten = leidraad
Onderzoeksvraag opstellen
Deelvragen maken
Hypothese opstellen
Slide 12 - Slide
Aan de slag!
Hoofdvraag formuleren
Deelvragen opstellen
Later in de week wordt er een Google Forms gestuurd die je gaat invullen met: