10/01/2019

• Nederlands
• Beroepsopleiding

Wat gaan we vandaag doen?

- Voegwoorden

- Tekstverbanden en signaalwoorden

- Opdracht 7 (uit werkboek)

Wat zijn voegwoorden?

• Verbindt twee (delen van) zinnen met elkaar.
• Er zijn 2 soorten voegwoorden 

Onderschikkende voegwoorden

• Verbinden een hoofdzin met een bijzin. 
• "Morgen ga ik met hem eten, hoewel ik geen zin heb."
• "Doordat het regende, zijn mijn schoenen nat geworden."

Onderschikkende voegwoorden

als    omdat    aangezien    dat   of    doordat

hoewel     mits    evenals    naarmate    wanneer

zoals     indien    terwijl    daar    alsof    tenzij

Nevenschikkende voegwoorden

• Verbinden gelijkwaardige zinnen
• Kunnen 2 hoofdzinnen of 2 bijzinnen zijn
• Iedere zin kan dus ook los bestaan
• "Jay wil patat eten en een dvd kijken."
• "Bo wil stappen, maar ze heeft geen geld."

Nevenschikkende voegwoorden

en    want    maar     echter     dus    noch

     of

 (kan dus zowel onderschikkend 

          als nevenschikkend)

Tekstverbanden

• Alinea's en zinnen worden door signaalwoorden met elkaar verbonden.
• Die geven de lezer een teken (een signaal)
  dat er een bepaald verband bestaat.
• Het signaalwoord helpt dit verband te zien.

Tekstverbanden:

1. Opsomming  
2. Toelichting 
3. Tegenstelling 
4. Reden 
5. Oorzaak - gevolg 

Tekstverbanden:

6. Doel - middel

7. Voorbeeld

8. Voorwaarde

9. Vergelijking

10. Samenvatting / conclusie

Opdracht

Zoek de signaalwoorden

 bij de tekstverbanden.

Volgende week:

Huiswerk: 

Opdracht 7 van het werkboek (blz. 138)

Presentaties: 

Rowena, Chantal en Gert-Jan