Herhaling Werkwoorden

Belangrijk in het Nederlands! 
Onderwerp & persoonsvorm = getrouwd

Ik trouw
Hij trouwt
Hij is getrouwd
Jij zult trouwen
Hij zal trouwen

 
1 / 5
next
Slide 1: Slide
NT2 aan volwassenenHoger onderwijs

This lesson contains 5 slides, with text slides.

Items in this lesson

Belangrijk in het Nederlands! 
Onderwerp & persoonsvorm = getrouwd

Ik trouw
Hij trouwt
Hij is getrouwd
Jij zult trouwen
Hij zal trouwen

 

Slide 1 - Slide

Herhaling van werkwoorden
- Presens 
-Perfectum
-Imperfectum

Slide 2 - Slide

Zoek de fout
1. De vrouw houdde van haar man. 
2. Gosia zwam 100 meter in het zwembad. 
3. Er was veel mensen op straat.
4. Zahra hebt gisteren de hele dag Nederlands gestudeerd.
5. Marzieh heeft vorige week veel gewandelen. 
6. Karen willen volgend jaar op vakantie. 
7. Hoe bent je naar de les gekomen? 

Slide 3 - Slide

Maak een perfectum van de infinitieven

1. naar de les - fietsen (Ildi) 
Ik ben naar de les gefietst (ik)
2. een kop koffie - drinken (jullie)
3. een boek - lezen (Avan) 
4. de living - stofzuigen (wij) 
5. een sigaret - roken (Jessica)
6. een cadeau - geven  ( Alena) 
7. denken - aan mijn kind (jij) 
8. naar Spanje - vliegen (ik) 

Slide 4 - Slide

Maak een imperfectum van de infinitieven

1. schoenen - kopen (ik)
2. in de winkel - werken (hij) 
3. een maaltijd - koken (Asma) 
4. de rekken - vullen (zij, mv.)
5. De kassa - tellen (Rabia)
6. een brief - lezen (jij) 
7. Het brood - bakken (jullie) 

Slide 5 - Slide