Wat levert het op hfdst 5. Economie

Agenda 25-28 jan.
  • Kennismaken
  • Herhalen par. 5.1 en 5.2 (quiz)
  • Start par. 5.3: Belasting op shoppen
  • Huiswerk
1 / 33
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Agenda 25-28 jan.
  • Kennismaken
  • Herhalen par. 5.1 en 5.2 (quiz)
  • Start par. 5.3: Belasting op shoppen
  • Huiswerk

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoe gaat het vandaag?
A
😴
B
☹️
C
🤡
D
🙂

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Wat is economie en waarom is dit vak belangrijk denk je?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Wat is marketing?
Upload een voorbeeld.

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

De Albert Cuyp weekmarkt is een voorbeeld van een:
A
Concrete markt
B
Abstracte markt

Slide 5 - Quiz

Concrete markt - Afgesproken tijden verhandelen van goederen (zichtbare markt, beide partijen zijn fysiek aanwezig)
Leg uit wat 'vraag en aanbod' betekent.

Slide 6 - Open question

Aanbod = alles wat producenten te koop aanbieden. 
Vraag = alles wat consumenten willen kopen
Wat is een groothandel?

Slide 7 - Open question

Een groothandel is een (commerciele) bedrijf dat goederen inkoopt en verkoopt aan andere bedrijven. Een groothandel levert dus niet aan een particulier.
Groothandels leveren vaak aan de detailhandel welke weer doorverkoopt aan de consument. De groothandel verkoopt vaak grootverpakking of pallets producten in grotere aantallen.

Wat betekent afzet?
A
Aantal verkochte producten
B
Inkomsten van het bedrijf
C
Totaal bedrag van de verkopen
D
Aantal ingekochte producten

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoe bereken je de omzet?
A
Brutowinstopslag x verkoopprijs
B
Afzet x verkoopprijs
C
Inkoopprijs x verkoopprijs
D
Afzet x inkoopprijs

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoe bereken je de verkoopprijs?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Huiswerk
1) Zoek een voorbeeld van een reclame (foto, Youtube etc) die jou aanspreekt en leg uit waarom :)
2) Maak een foto van een kassabon (bv supermarkt of kleding)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Agenda
  • Inloggen LessonUp onder je eigen naam :)
  • Start paragraaf 5.3: belasting op shopping
  • Opdrachten in LessonUp

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Als je iets in een winkel koopt, kun je aan het prijskaartje zien wat het kost.
Welke prijsinformatie vind je na het betalen terug op de kassabon?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Slide 14 - Link

This item has no instructions

Waar staat de afkorting btw voor?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Wat staat er op jouw verlanglijstje of waar ben je voor aan het sparen?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Waarom werden zonnebrand en tandpasta in 2016 goedkoper?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Eten in een restaurant is niet echt een basisbehoefte. Toch betaal je er maar 9% btw.
Geef hier een verklaring voor.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Vragen?
HUISWERK
De opdrachten die we niet af hebben gekregen tijdens de les.
Opdrachten 37 t/m 42

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Agenda 
  • Herhalen paragraaf 5.3
  • Start paragraaf 5.4
  • Proefwerk hoofdstuk 5 deze week bespreken!

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

What's up?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Een slee kost exclusief btw €10,-. Het btw tarief is 21%, wat is de consumentenprijs?

Slide 24 - Open question

10 x 0,21 = 2,10 (btw)
10 + 2,10=12,10
De consumentenprijs van een paar Nike's is €180,-. Btw tarief is 21%
Wat is de prijs exclusief btw?

Slide 25 - Open question

180 : 121 x100= 148,76
Waarom is btw een indirecte belasting?

Slide 26 - Open question

Belasting die je via een winkelier aan de overheid betaalt

Slide 27 - Link

This item has no instructions

Sommige supermarktketens laten hun eigen producten maken, zoals koffie, frisdrank, spaghetti en koekjes.
Welk voordeel kan een supermarkt hier volgens jou van hebben?

Slide 28 - Open question

Voor hun ‘eigen merk’ betalen supermarkten een lagere inkoopprijs. Zo maken zij meer winst. Of ze kunnen zo de verkoopprijs verlagen, waardoor ze meer verkopen en meer verdienen.

Slide 29 - Link

This item has no instructions

Om te concurreren proberen winkeliers hun producten tegen een zo laag mogelijke inkoopwaarde in te kopen.
Leg uit waarom een lage inkoopwaarde helpt om beter te kunnen concurreren.

Slide 30 - Open question

Als de inkoopprijs laag is, kan de verkoopprijs ook laag zijn. Met een lage verkoopprijs kan een supermarkt beter concurreren.

Als Albert Heijn voor alle AH-winkels in Nederland een grote hoeveelheid tomaten inkoopt, is de inkoopprijs lager dan wanneer een zelfstandige groenteboer tomaten koopt.
Verklaar waarom Albert Heijn minder betaalt dan de zelfstandige groenteboer

Slide 31 - Open question

Er zijn twee verklaringen:
- Door veel producten tegelijk in te kopen, bespaart de kweker op kosten, zoals vervoer, verpakking, personeel. Lagere kosten betekent dat de prijs lager kan worden.
- Albert Heijn kan van de kwekers eisen dat ze hun tomaten voor een lage prijs aan AH verkopen. Als de kwekers daaraan niet meewerken, verliezen ze AH als klant en dan lopen ze veel inkomsten mis

Slide 32 - Link

This item has no instructions

Huiswerk?
Huiswerk opdracht 58, 59 en 60

Slide 33 - Slide

This item has no instructions