Classe 4 Oefenen module 3 taak 1, 2,

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Révision Module 3 

Bijvoeglijk naamwoord en bijwoord

persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp

werkwoorden mettre, devoir, venir

vocabulaire

Welke Franse woorden ken jij die bij het thema un monde meilleur horen?

De vergrotende trap

Plus + bijvnw

le/la/les plus + bijvnw

Le produit est délicieux

Le produit est plus délicieux

Le produit est le plus délicieux

Lijdend voorwerp als persoonlijk vnw

me

te

le/la/l'

nous

vous

les

Lijdend voorwerp als 

persoonlijk vnw

mij

jou

hem/haar

ons

jullie/u

hen/hun

Waar zet je het lijdend vnw neer in de zin na vervanging door een persoonlijk vnw?

Door welk woord mag je le test vervangen als je dit in een nieuwe zin zet: Il a donné le test au prof.

1. la
2. les
3. l'
4. le

Wat wordt de juiste zin als je het lijdend voorwerp vervangt?
nous avons acheté la glace

1. nous la avons acheté
2. nous l' avons acheté
3. nous avons acheté la
4. nous avons l' acheté

Welke zin is juist als je het lijdend voorwerp vervangt?
On va manger les produits bio

1. On va manger les
2. on les va manger
3. on va le manger
4. on va les manger

Herschrijf de zin en vervang le produit door een persvnw:
Il va acheter le produit.

Herschrijf de zin en vervang la viande door een persvnw.
Il remplace la viande.

Wat betekent : hij moet het huiswerk maken

1. Il devrait faire les devoirs
2. il devait faire les devoirs
3. Il devra faire les devoirs
4. il doit faire les devoirs

Wij hebben onze truien aangetrokken

1. Nous mettrons nos pulls
2. nous avons mis nos pulls
3. nous mettions nos pulls
4. Nous mettons nos pulls

Hoe zeg je: zij zijn bij mij thuis gekomen

1. elle a venu chez moi
2. elles sont venues chez moi
3. Elle est venu chez moi
4. elle est venue chez moi

Wat is de futur van venir? Vertaal: ik zal komen

Pour un monde meilleur c' est les jeunes qui doivent agir. Que pensez-vous?