Kerst

1 / 37
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

El objetivo de hoy
1.- Ik ken in het Spaans een paar nieuwe woorden.
2.- Ik kan drie tradities benoemen die horen bij Kerst en Oud & Nieuw in Spanje.
Programma:
  • Kerst in Spaanje en in een paar Spaanstalige landen.
  • Woordenschat over de kerst en oud en nieuw.
  • Video kijken en samenwerken.
  • Kerst liedjes luisteren.

Slide 2 - Slide

La NAVIDAD

Slide 3 - Slide

Wat weet je al over Kerst en Oud & Nieuw in Spanje of andere Spaanstalige landen?

Slide 4 - Open question

El calendario de Navidad
 22 de diciembre – la lotería de Navidad
 24 de diciembre – Nochebuena
 25 de diciembre – día de Navidad
 28 de diciembre – los Santos Inocentes
 31 de diciembre – Nochevieja
 1 de enero – Año Nuevo
 5 de enero – vienen los Reyes Magos
 6 de enero – los Reyes Magos

Slide 5 - Slide

La Navidad en España
La Navidad dura dos semanas y las fiestas más importantes son:

  • Nochebuena 
  • Navidad 
  • Nochevieja 
  • Reyes


Slide 6 - Slide

   La Comida de Navidad 24 de diciembre
Se llama también ´Noche buena´

Slide 7 - Slide

   Comida de Navidad 25 de diciembre
Visita la familia o amigos

Slide 8 - Slide

  Papa noel              el regalo                el árbol de navidad      el belén
las bolas              las guirnaldas               la loteria                  las uvas

Slide 9 - Slide

las uvas
el arból de navidad
Papa Noel
El belén
la Nochevieja 

Slide 10 - Drag question

el regalo
bolas
guirnaldas
la loteria
belén

Slide 11 - Drag question

Samenwerken (video)
  1. Maak groepen van 3.
  2. Bekijk de volgende video. (Docent zet de video aan)
  3. Beantwoordt de vragen op het werkblad die je ontvangt.
  4. Je hebt 15 minuten om te maken.
  5. Heel veel succes

timer
15:00

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

timer
0:50
Árbol de Navidad
Bolas
Luces
Estrella
Calcetines

Slide 14 - Drag question

24 de diciembre
25 de diciembre
31 de diciembre
1 de enero
6 de enero
22 de diciembre
El año nuevo
La navidad
Reyes magos
La nochevieja
La nochebuena
El gordo

Slide 15 - Drag question

La Navidad
En España, el 24 de diciembre celebramos la ______________. Las familias se reunen y _____________ juntos. El día _________ es navidad.
El 31 de diciembre celebramos la _______________________. A las _______ de la noche tomamos 12 ____________ mientras suenan las 12 campanadas. El 1 de ______________ es año nuevo. En estos días cantamos villancicos, ________________ turrón, ardonamos el _____________ de navidad y ponemos el portál de Belén. Los tres __________________ Melchior, Gaspar y Baltazar traen sorpresas y regalos a niños y mayores. Es el _________ de enero. 

Slide 16 - Slide

La Navidad
En España, el 24 de diciembre celebramos la __nochebuena__. Las familias se reunen y __cenan______ juntos. El día ___veinticinco___ es navidad.
El 31 de diciembre celebramos la ____nochevieja_____. A las __doce_____ de la noche tomamos 12 __uvas__ mientras suenan las 12 campanadas. 
El 1 de __enero___ es año nuevo. En estos días cantamos villancicos, __comemos__________ turrón, ardonamos el ____árbol_____ de navidad y ponemos el portál de Belén. Los tres ____Reyes Magos___ Melchior, Gaspar y Baltazar traen sorpresas y regalos a niños y mayores. Es el __seis_____ de enero. 

Slide 17 - Slide

Quiz

Slide 18 - Slide

Wat doen de Spanjaarden op 24 december (Nochebuena)?
A
de kerstboom opzetten en eten met familie
B
cadeautjes uitpakken
C
cadeautjes uitpakken en de kerstboom opzetten
D
eten met familie

Slide 19 - Quiz

1

Slide 20 - Video

01:09
Wat gebeurt er in dit filmpje? Op welke datum vindt dit plaats?

Slide 21 - Open question

Wat zijn 'las campanadas´?
A
een zakje met druiven
B
de twaalf klokslagen om 12 uur
C
het vuurwerk
D
de eerste uren in het nieuwe jaar

Slide 22 - Quiz

Wanneer krijgen de Spanjaarden traditioneel gezien cadeautjes?
A
25 de diciembre
B
6 de enero

Slide 23 - Quiz

Wat betekent de Spaanse tekst in het volgende kerst liedje?
timer
0:45
Geniet van de kerstmaaltijden
Het was een mooi jaar
Vrolijk kerstfeest en een gelukkig nieuwjaar
Vrolijk Pasen

Slide 24 - Drag question

El belen es..........................
A
Kerststal
B
Kerstbal
C
Kerstpoppen
D
Kerstviering

Slide 25 - Quiz

1

Slide 26 - Video

01:28
¿El 6 de enero los niños reciben regalos de...?
A
Papá Noel
B
Los reyes magos
C
Los tres hombres mágicos
D
Nadie (niemand)

Slide 27 - Quiz

Qué son 'Kerstliedjes' en español?
A
Valenciano
B
Villancico
C
Vale
D
Vaticano

Slide 28 - Quiz

"Feliz Navidad, feliz Navidad, feliz Navidad.... año y felicidad"
A
Prospero
B
Bueno
C
Grande
D
Amor

Slide 29 - Quiz

timer
1:00
Wat wensen we elkaar
probeer in het Spaans?

Slide 30 - Mind map

Er is in Spanje geen Tweede Kerstdag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

0

Slide 32 - Video

Wanneer vindt de trekking van kerstloterij plaats?
A
22 december
B
23 december
C
24 december
D
25 december

Slide 33 - Quiz

Hoe noemen ze de Kerstloterij ook wel?
A
la lotería
B
el gordo
C
la navidad

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Slide 37 - Slide