Fictie en blok 4

Fictie
Spanning in verhalen.
Realistisch of niet?
Gedichten.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Fictie
Spanning in verhalen.
Realistisch of niet?
Gedichten.

Slide 1 - Slide

Waardoor wordt een verhaal spannend?

Slide 2 - Mind map

Technieken van een schrijver om een verhaal spannend te maken
  • Het verhaal speelt zich af in een enge of gevaarlijke omgeving
  • Hoofdpersoon komt in een bedreigende of gevaarlijke situatie
  • Onverwachte wending: er gebeurt iets anders dan je verwacht. 
  • Door aanwijzingen krijg je een vermoeden hoe een verhaal afloopt, maar je weet het niet precies.
  • Je bent bijna bij de ontknoping van het verhaal, maar dan is er eerst nog uitstel. De schrijver laat je wachten.
  • Cliffhanger: het verhaal wordt afgebroken op een spannend moment.

Slide 3 - Slide

Luister naar de fragmenten. Welke techniek gebruikt de schrijver?
Fragment 1 uit Mijn held de huurmoordenaar van Coen de Kort
Fragment 2 uit De executie van Daniëlle Bakhuis
Fragment 3 uit De Grijze Jager. De ruïnes van Gorlan van John Flanagan

Slide 4 - Slide

Realistisch en niet-realistisch

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Realistisch of niet en waarom?

Slide 9 - Open question

Rijm in gedichten
Rijmende woorden staan vaak aan het einde van een zin. Dit wordt eindrijm genoemd.
Staan de woorden in dezelfde regel dan noem je dat binnenrijm

Slide 10 - Slide

De huizen zijn nog donker en de dromen nog niet af
warm is het bed en warm het zachte kussen
een nachtportier gaat weer naar huis toe op een sukkeldraf
een jongen stopt het nieuws in brievenbussen

daar rijdt de eerste tram voorbij, de passagiers nog sloom
een bakker haalt de broden uit de oven
een vogel zingt de nieuwe dag toe in een hoge boom
het licht in de lantarens mag weer doven

de postsorteerders van de nacht verlaten weer hun post
de schoonmaakploegen poetsen de kantoren
een vroege vracht moet weggebracht en bij een poort gelost
en o! er worden baby’tjes geboren.

HET BLAUWE UUR – Joke van Leeuwen
uit: Dichter No7 Blauw, 2018, Plint Eindhoven
Welke vorm van rijm zie je hier?

Welke woorden rijmen? Wat valt je op?


Slide 11 - Slide

De huizen zijn nog donker en de dromen nog niet af
warm is het bed en warm het zachte kussen
een nachtportier gaat weer naar huis toe op een sukkeldraf
een jongen stopt het nieuws in brievenbussen

daar rijdt de eerste tram voorbij, de passagiers nog sloom
een bakker haalt de broden uit de oven
een vogel zingt de nieuwe dag toe in een hoge boom
het licht in de lantarens mag weer doven

de postsorteerders van de nacht verlaten weer hun post
de schoonmaakploegen poetsen de kantoren
een vroege vracht moet weggebracht en bij een poort gelost
en o! er worden baby’tjes geboren.

HET BLAUWE UUR – Joke van Leeuwen
uit: Dichter No7 Blauw, 2018, Plint Eindhoven
Rijmschema a-b-a-b noem je een gekruist rijm

Slide 12 - Slide


Kijk nou toch ‘s zeg, dit is Pietertje Pluim, 
dat jongetje is maar zo groot als m’n duim.
Wat zeggen z’n vader en moeder dan? 
Die zeggen: We snappen er niks meer van! 
We geven hem klontjes en Haagse beschuitjes 
en pudding en soep en tomaten en uitjes, 
en brood en spinazie en échte boter 
maar wat we ook geven, hij wordt maar niet groter! 
Hij wordt maar niet groter dan, hierzo, m’n duim 
maar is hij niet lief, onze Pietertje Pluim?
Rijmschema a-a-b-b noem je een gepaard rijm.

Slide 13 - Slide

Opdracht
  • Maak een gedichtje van minimaal 6 regels. Gebruik daarin gepaard en gekruist rijm (eindrijm dus).
  • Probeer in één regel binnenrijm toe te passen. 
  • Klaar? Maak dan opdracht 4 van fictie, blok 4. 

Slide 14 - Slide