Wisk H2 Meetkunde

Wisk-X
HOOFDSTUK 2
MEETKUNDE
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NT2Speciaal OnderwijsLeerroute 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wisk-X
HOOFDSTUK 2
MEETKUNDE

Slide 1 - Slide

2.1 Materialen om mee te meten
de liniaal of lat

                                                                                      de passer

de geodriehoek

Slide 2 - Slide

2.1 Vlakke figuren bestaan uit lijnen
rechte lijn

gebogen lijn

evenwijdige lijnen

loodrecht (= een hoek van 90 graden)

vlak = plat = 2D (2-dimensionaal)
evenwijdig = parallel

Slide 3 - Slide

8 vlakke figuren

Slide 4 - Slide

2.1 Hoekpunten en zijden
Een vierkant heeft 4 hoeken en dus ook 4 hoekpunten: A, B, C, D
Een lijn tussen twee  hoekpunten noemen we een zijde.



- Hoeveel zijden heeft een vierkant?
- Welke vlakke figuren hebben ook 4 hoeken? 

Slide 5 - Slide

2.1 Diagonaal
Een diagonaal is een lijn tussen twee hoekpunten die NIET naast elkaar liggen. 




- Welke vlakke figuren zie je hiernaast?
- Hoeveel diagonalen hebben deze figuren?

Slide 6 - Slide

2.1 Cirkel: middelpunt - diameter - straal
Een cirkel heeft geen hoeken, dus ook geen diagonalen. 
Een cirkel heeft wel een middelpunt, een diameter en een straal. 

Slide 7 - Slide

OEFENINGEN
Oefening 1 - 3 p. 43-44: klassikaal 

Oefening 4, 5 en 7 p. 44-46: individueel 


klassikaal = met de hele klas, allemaal samen
individueel = elke leerling doet het alleen
Oef. 4
Oef. 7

Slide 8 - Slide

2.2 Tegenover elkaar

Slide 9 - Slide

2.2 Overstaande zijden
Als twee zijden tegenover elkaar staan, heten de zijden overstaande zijden.

Slide 10 - Slide

Herhaling: 8 vlakke figuren
dsd
Oefening 3 p. 52

Slide 11 - Slide

2.2 Soorten hoeken
een gestrekte hoek is een rechte lijn
een volle hoek is een cirkel

Slide 12 - Slide

OEFENINGEN
Oefening 6 p. 53: individueel 

Oefening 9 p. 55: klassikaal 


klassikaal = met de hele klas, allemaal samen
individueel = elke leerling doet het alleen
Oef. 6
Oef. 9

Slide 13 - Slide

1

2
3
4
5
6
vlieger
rechthoek
cirkel
ellips
trapezium
(rechthoekige)
driehoek

Slide 14 - Drag question

Les 2.3 
Wiskundewoorden 

Slide 15 - Slide

Uitrekenen / Berekenen 
Ik reken de som uit het hoofd uit.
Ik bereken de som uit het hoofd.


Ik reken de som uit met een rekenmachine.
Ik bereken de som met een rekenmachine. 

Slide 16 - Slide

Schatten
- Ik reken de som uit, maar niet precies.
- Ik schat het antwoord. 
- Het antwoord moet ongeveer goed zijn. 

Slide 17 - Slide

Tekenen en schetsen
Tekenen doe je met een lineaal.




                                                                  Schetsen doe je zonder lineaal.  

Slide 18 - Slide

het ruitjespapier

Slide 19 - Slide

Windroos

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Luisteren                        en nazeggen       
berekenen                     windroos
reken uit                         rekenmachine
schatten                         ruitjespapier
meten                              noord
tekenen                          oost
schetsen                        zuid
berekening                   west

Slide 22 - Slide

Les 2.4



Ruimtefiguren

Slide 23 - Slide

Ruimtefiguren - 3D
Ruimtefiguren zijn niet plat, maar driedimensionaal (3D).

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

grensvlak - ribbe - hoekpunt

Slide 27 - Slide






- Hoe heet dit figuur?
- Hoeveel grensvlakken?
- Hoeveel ribben?
- Hoeveel hoekpunten?

Slide 28 - Slide

2x plat grensvlak en 1x gebogen grensvlak

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Welk figuur hebben
deze huizen?

A
cilinder
B
balk
C
prisma
D
kubus

Slide 31 - Quiz

Welk ruimtelijk figuur?


A
kegel
B
cilinder
C
bol
D
piramide

Slide 32 - Quiz

Welke ruimtelijk figuur?
A
kegel
B
prisma
C
balk
D
cilinder

Slide 33 - Quiz

Welk figuur is ruimtelijk?
A
rechthoek
B
balk
C
driehoek
D
cirkel

Slide 34 - Quiz

Een bol heeft geen gebogen lijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 35 - Quiz

Welk ruimtelijk figuur?
A
balk
B
bol
C
cilinder
D
kegel

Slide 36 - Quiz

Hoeveel hoekpunten heeft deze piramide?
A
4
B
5
C
9
D
12

Slide 37 - Quiz

Uit welke ruimtefiguren bestaat dit potlood?
A
kegel, cilinder
B
balk, cilinder, prisma
C
cilinder, prisma, kegel
D
piramide, prisma

Slide 38 - Quiz