Hoofdstuk 7 Wondzorg

planning module tot de zomer
16 juni aftekenen bloeddruk meten + start theorie wondzorg
23 juni wondzorg en smetplekken
30 juni  aftekenen wondzorg en smetplekken
7 juli katheters theorie
14 juli aftekenen katheterzak, externe katheter, urineopvangzak, huid verzorgen
1 / 52
next
Slide 1: Slide
Helpende PlusMBOStudiejaar 2

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

planning module tot de zomer
16 juni aftekenen bloeddruk meten + start theorie wondzorg
23 juni wondzorg en smetplekken
30 juni  aftekenen wondzorg en smetplekken
7 juli katheters theorie
14 juli aftekenen katheterzak, externe katheter, urineopvangzak, huid verzorgen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

planning na de zomer
8 september steunkousen 
15 september medicijnen (de juiste aanreiken, controleren, registreren)
22 september medicijnen (baxter, zalven, ogen, oren en neus, inhalator)
29 september medicijnen aftekenen
Na 29 september ziektebeelden en jullie gaan examen doen in de praktijk.

en gaan we de resterende zaken uit het boek behandelen 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

nogmaals oefenen 
Bloeddruk meten elektrisch en handmatig + aftekenen!
timer
30:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Helpende plus






Hoofdstuk 7 Wondzorg

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les:
  • Kun je drie huidlagen benoemen en de kenmerken omschrijven van gele, rode en necrotische wonden.
  • Kun je het verschil tussen smetten en decubitus benoemen.
  • Kun je de kenmerken van acute en chronische wonden benoemen.
  • Kan je uitleggen wat een wondverzorgingsplan

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Bouw huidlagen:
Opperhuid-lederhuid-onderhuidse weefsel

Slide 6 - Slide

Een wond is een verbreking van de continuïteit van weefsel veroorzaakt door een trauma of pathologische aandoening.

Epidermis: Opperhuid (het opperhuidweefsel) bestaat uit een vijftal lagen.
Dermis: Lederhuid geeft de huid zijn stevigheid. Deze laag bestaat uit dicht bindweefsel, verdeeld over twee lagen. In de dermis komen ook talg- en zweetklieren, haarwortels en zenuwen voor. Ook zijn er bloedvaten in deze huidlaag.
Subcutis: De subcutis is onderhuids weefsel dat voornamelijk dient voor vetopslag.

Ontstaanswijze van wonden
  • Mechanisch: scherp voorwerp-steek/snij/schot/scheurwonden
  • Chemisch: sterke zuren-chloor, traangas, vloeibare brandstoffen
  • Thermisch: verbranding-bevriezing
  • Elektriciteit: blikseminslag-elektriciteitsdoorgang
  • Straling: röntgen/radioactief
  • infectiewonden: bacteriën, schimmels etc
  • Circulatiestoornis: slechte doorbloeding
  • Oncologisch: wonden ontstaan door tumor of de doorbehandeling

Slide 7 - Slide

Ontstaanwijze; zie boek blz.145
Indeling van wonden
  • oppervlakkige ondiepe of diepe wond
  • inwendige en uitwendige wonden
  • droge of natte wonden
  • het genezingsstadium van de wond
  • reinheid (schoon of vuil)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

onderscheiding
wonden kunnen ook onderscheiden worden in acute en complexe wonden. Acuut is door trauma of chirurgische ingreep. Complexe wond is een wond met een verstoorde genezing tgv pathofysiologische verstoringen, verminderde zelfzorg, onvoldoende kennis wondverzorging

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Een mechanische wond is veroorzaakt door:
A
Elektriciteit
B
Straling
C
Chemische stoffen
D
Fysiek trauma

Slide 10 - Quiz

Wonden die veroorzaakt zijn door een scherp of stomp geweld van buitenaf, zoals steek-, snij-, schaaf-, schot-, scheur- en kneuswonden of chirurgische wonden
Gele wond
Rode wond
Zwarte wond

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Wondclassificatiesystemen






Wordt gebruikt om structuur aan te brengen in een wondbehandeling
  • WCS model -Woundcare Consultant Society (blz. 147)
  • TIME plan (blz. 156)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Link

This item has no instructions

Fasen wondgenezing
genezing van een wond verloopt volgens drie fasen (ontbreekt er 1 stagneert het genezingsproces en ontstaat er een complexe wond)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

1. Reactiefase (ontstekingsfase)
  • Het lichaam merkt dat er schade is (bijv. door een snee of schaafwond).
  • Er komt een ontstekingsreactie: het gebied wordt rood, warm, gezwollen en pijnlijk.
  • Witte bloedcellen gaan naar de wond om bacteriën te doden en vuil op te ruimen.
  • Bloed zorgt ervoor dat de wond dicht gaat (stolling).
Doel:
De wond schoonmaken en infectie voorkomen.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

 2. Regeneratiefase (nieuwe weefselvorming)
  • Het lichaam begint nieuw weefsel te maken.
  • Er ontstaan kleine bloedvaatjes, die zuurstof brengen voor genezing.
  • Het lichaam bouwt een soort “vloer” (bindweefsel) waarover nieuwe huid kan groeien.
  • Er vormt zich vaak een korstje of rood, korrelig weefsel (granulatieweefsel).
Doel:
De wond opvullen en afsluiten met nieuw weefsel.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

3. Rijpingsfase (herstel- of remodelleringsfase)
  • Het nieuwe weefsel wordt langzaam omgevormd tot sterker littekenweefsel.
  • De huid wordt weer wat steviger en soepeler.
  • Het litteken wordt vaak lichter van kleur en kleiner.
  • Dit kan weken tot maanden duren.

Doel:
De huid sterk en stevig maken en de wond zo goed mogelijk herstellen.


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

wondgenezing WCS (vooral op mechanische wonden) 
Een vochtige wond geneest sneller dan een droge. Vroeger dacht men dat een korst goed was, maar nu weten we dat dit juist nadelig is. Een korst vertraagt de genezing, omdat huidcellen eronderdoor moeten kruipen, wat langzamer gaat. De wond droogt uit, wat het herstel belemmert. Barstjes in de korst geven bacteriën een kans om binnen te dringen. Daarom is het beter om de wond vochtig te houden (niet nat, maar vochtig). Moderne verbanden helpen hierbij: ze houden precies genoeg wondvocht vast, beschermen het wondbed, en zorgen dat belangrijke genezingsstoffen in de wond blijven. Zo verloopt genezing sneller en beter.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Time model
  • Er wordt naar factoren gekeken die een rol spelen bij het genezingsproces van een wond
  • Kan gebruikt worden bij het diagnosticeren van een wond en bepalen en evalueren van een wondbehandeling.

Slide 19 - Slide

Time plan: zie boek blz. 156
TIME uitleg
  • T = Tissue, weefsel, wat is de kleur (vitaal weefsel of necrose)
  • I = Infectie; is er sprake van een infectie of ontsteking?
  • M = moisture = vochtbalans?
  • E = edge = wondranden ; wat is de toestand van de rand?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Welke kleur volgens WCS heeft een granulerende wond?
A
zwart
B
geel
C
rood

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Een gele wond bevindt zich in de reactiefase. Het lichaam reageert op de wond door te starten met stolling, vaatvernauwing en afsluiting van de wond. Dit ziet eruit als een gelig beslag op de wond. Vaak wordt ook exsudaat (wondvocht) gevormd, bestaande uit celresten en samengeklonterde eiwitten.

Gele wond

Slide 24 - Slide

Reactiefase (ontstekingsfase) in deze fase ruimt het lichaam weefsel op, zoals oud bloed en bacteriën. Er zit wondvocht in de wond. Een wond is in deze fase altijd wat rood, gezwollen en pijnlijk.
Rode wond

Een rode wond bestaat uit granulatieweefsel en bevindt zich in de regeneratiefase. In deze fase wordt weefsel dat verloren is gegaan, vervangen door nieuw weefsel (epithelialisatie). Granulatieweefsel is vaatrijk en korrelig bindweefsel dat zich vormt op de bodem van een wond. Deze bodem is gezond.

Slide 25 - Slide

In de granulatiefase wordt de beschadigde huid (dermis) vervangen door nieuw weefsel dat granulatieweefsel heet. In deze fase ziet de wond er vaak helderrood uit.
Zwarte wond

Een zwarte wond dankt zijn kleur aan het afgestorven weefsel (necrose/débris) waar de wond uit bestaat. Dit weefsel is een voedingsbodem voor bacteriën. De kleur kan ook bruin-grijs-gelig zijn. Er zijn twee vormen van necrose: harde necrose (korst) en natte necrose.

 

zwarte wond

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

invloed op wondgenezing
  • ziektes (diabetes, nierfalen, sepsis etc)
  • medicatie (bijv cytostatica)
  • leeftijd (hoe ouder...)
  • gedrag (roken, drugs --> bijv. vitamine C deficiëntie wat leidt tot verminderde wondgenezing).
  • psychische (stress negatieve invloed)
  • sociale en economische aspecten
  • voeding (eiwitten, 
  • gewicht, conditie



Slide 27 - Slide

This item has no instructions

eiwitten
De aanwezigheid van wonden betekent voor het lichaam
een extra behoefte aan eiwit. Dit wordt veroorzaakt door
stikstofverlies door weefselbeschadiging, bloedverlies en
uittredend wondvocht. De benodigde hoeveelheid eiwit
voor een volwassene met een wond is 1,2 tot 1,7 gram eiwit
per kilogram lichaamsgewicht. Een persoon van 60 kg met
een wond heeft ongeveer 90 gram eiwit per dag nodig.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

wondgerelateerde factoren
  • oorzaak (bijv diabetische oorzaak, veneuze, brandwonden)
  •  bestaansduur (langer dan 4 - 6 weken)
  • afmeting 
  • conditie (necrose)
  • ischemie (slechte doorbloeding)
  • ontsteking en infectie
  • locatie en weefseltype (gezicht)
  • reactie op de behandeling

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

observatie en rapportage
  • observatie
  • kleur
  • grootte diepte en vorm (steeds zelfde methode hanteren)
  • wondranden 
  • exsudaat ( Een wond kan in meer of mindere mate fibrineus vocht produceren)
  • Geur 
  • pijn
  • ontstekingsverschijnselen (roodheid, zwelling, warmte, pijn gestoorde functie)


Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Hygiene
In Europa komen elk jaar rond 4 miljoen zorg gerelateerde infecties voor. Bij 1 % (35.000) van de gevallen zo ernstig dat mensen overlijden. Naast het feit, dat patiënten lijden
aan een infectieziekte, leidt deze ziekte tot hoge zorgkosten. Bovendien worden wereldwijd steeds meer bacteriën ongevoelig voor antibiotica (antibioticaresistentie), wat een
steeds grotere bedreiging voor mensen betekent. Daarom is het voorkomen van infectie (infectiepreventie) belangrijk. Infectiepreventie betekent: alle handelingen die je doet
om infecties en de verspreiding daarvan te voorkomen

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Decubituswonden

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

Zie boek blz. 151

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie
Wie kan:  
  • de drie huidlagen benoemen en de kenmerken omschrijven van gele, rode en necrotische wonden?
  • het verschil tussen smetten en decubitus benoemen?
  • de kenmerken van acute en chronische wonden benoemen?
  • kan uitleggen wat een wondverzorgingsplan is?
  • wat hebben jullie geleerd van het invullen van een wondverzorgingsplan?

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Afronding
Wat vonden jullie van deze les??

Huiswerk:
  • Opdrachten hoofdstuk 7 wondzorg maken.
  • Nakijken hoofdstuk 6 medicijnen

  • Volgende les: Hoofdstuk 8 Mictie

Slide 52 - Slide

This item has no instructions