3 en 4 politieke partijen en verkiezingen

paragraaf 3 en 4: politieke partijen en verkiezingen
wat gaan we doen?
herhaling vragen bespreken
uitleg  stof paragraaf 3
over de streep

1 / 50
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

paragraaf 3 en 4: politieke partijen en verkiezingen
wat gaan we doen?
herhaling vragen bespreken
uitleg  stof paragraaf 3
over de streep

Slide 1 - Slide


belangen groep/ pressie groep
- 1 punt
- willen politieke invloed geen macht
- doen niet mee aan verkiezingen

politieke partij
- meerdere ideeën
- willen politieke macht
- doen mee aan verkiezingen
- vertegenwoordigers in politieke organen

Slide 2 - Slide

De rol van de politieke partijen
  • Brengen hun standpunten naar voren over zaken die op de politieke agenda (komen te) staan.
  • Vertegenwoordigen belangen van maatschappelijke organisaties en groepen in de maatschappij.
  • Leveren mensen voor politieke functies, zoals burgemeesters en ministers
  • Beïnvloeden mensen in politieke functies.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

aan het werk
de anderhalve week taak 
- maak 3 en 4

Slide 30 - Slide

4. Verkiezingen

wat gaan we doen?
vragen bespreken.
uitleg 
- wie hebben kiesrecht?
- strijd om de kiezer
- de campagne
- leven we in een mediecratie

Slide 31 - Slide

wie mogen er in
Nederland stemmen?

Slide 32 - Mind map

Wanneer 

verkiezingen?


  • Elke 4 jaar


  • Na een kabinetsval (alleen landelijk)


  • Na gemeentelijke herindeling(alleen gemeente)

Slide 33 - Slide

We kunnen in Nederland op verschillende zaken stemmen:
- Het Europees Parlement
- De Tweede Kamer
- De Provinciale Staten
- De gemeenteraad
- De Waterschappen
We kennen in Nederland passief en actief kiesrecht. 

Wat is het verschil?
Actief kiesrecht is het gaan stemmen
Passief kiesrecht is zelf op een kieslijst staan

Slide 34 - Slide

De lijsttrekkers in 2017:  gezicht en vertegenwoordiger van de partij, 
moet zoveel mogelijk kiezers trekken

Slide 35 - Slide

De zwevende kiezer: kiezers die niet elke verkiezing op dezelfde partij stemmen

Slide 36 - Slide

Mediacratie?
  • Beïnvloeden opiniepeilingen het stemgedrag?
  • Niet alle partijen worden uitgenodigd in verkiezingsdebatten of praatprogramma's.

video rol van spin en de media op de politiek

Slide 37 - Slide

aan het werk
week taak:
paragraaf 3 en 4 af


Slide 38 - Slide

4. Verkiezingen

  1. wat gaan we doen?
  2. uitleg motieven om op een partij te stemmen.
  3. uitleg stemmen en evenredige vertegenwoordiging
  4. we gaan stemmen
  5. werken aan de weektaak

Slide 39 - Slide

Waarom stem je op een partij?
- De standpunten
- Jouw belangen
- Strategisch
- Lijsttrekker

Slide 40 - Slide

Districtenstelsel vs evenredige vertegenwoordiging

Slide 41 - Slide

Kiesmannen

Slide 42 - Slide


Slide 43 - Slide

Voordelen van evenredige vertegenwoordiging

  • Alle (geldige) stemmen tellen

  • Ook kleine partijen hebben meer kans

  • Meer kleine partijen, meer overleg nodig: grote partijen kunnen dus soms niet zonder kleine partijen

Slide 44 - Slide

Nadelen van evenredige vertegenwoordiging
  • Vaak alleen nummer 1 van de lijst (de lijsttreker) is bekend

  • Vaak veel kandidaten uit de Randstad. Mensen in de provincie voelen zich niet serieus genomen

  • Veel kleinere partijen (versplintering)

Slide 45 - Slide

kiesdeler
kiesdeler = De hoeveelheid stemmen die een partij nodig heeft voor één zetel

voorbeeld: Stel, in een gemeente telt de gemeenteraad 30 zetels. In die gemeente mogen 30.000 mensen stemmen; 18.000 mensen gaan daadwerkelijk stemmen.
Reken de kiesdeler uit.

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Video

timer
3:00
op welke partij
stem jij?

Slide 48 - Mind map

Slide 49 - Link

aan het werk
week taak:
paragraaf 3 en 4 af


Slide 50 - Slide