Quiz H8a Geluid

Quiz H8 Geluid 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Quiz H8 Geluid 

Slide 1 - Slide

Sleep de eenheden naar de bijbehorende grootheden 
Frequentie 
Trillingstijd 
Afstand 
(Geluids)snelheid
Geluidssterkte
Hertz (Hz)
Seconden
Meter
m/s
Decibel (dB)

Slide 2 - Drag question

Hoe noemen we het apparaat waarop we geluidstrillingen zichtbaar kunnen maken?

Slide 3 - Open question

Onderzoekers hebben ontdekt dat dolfijnen diep in de zee geluid maken en zo met elkaar ‘praten’.
Door welk medium gaat dit geluid?

Slide 4 - Open question

Ergens in het heelal vindt een enorme explosie plaats. Waarom kunnen wij deze op aarde nooit horen?
A
De afstand is veel te groot.
B
Er is geen tussenstof in het heelal.
C
Er zijn veel te veel geluiden waar dit geluid in verdwijnt.

Slide 5 - Quiz

Een trillende gitaarsnaar voert in een halve minuut 6000 trillingen uit. Bereken de frequentie van deze trillende gitaarsnaar.
Geef alleen het getal dus zet er geen Hz achter.

Slide 6 - Open question

Sleep de vormen van geluidsoverlast bestrijden naar de goed plek. 
Bij de bron
Tussen de bron en de ontvanger 
Bij de ontvanger 
Geluidsschermen 
Een knalpijp op een benzinemotor monteren.
Oorkappen
Lawaaiige vliegtuigen niet tot Nederland toelaten.
Dubbel glas in een huis waar veel harde muziek gespeeld wordt.

Slide 7 - Drag question

Een gitarist draait een snaar iets strakker. Wat gebeurt er met de toonhoogte?
A
Hoger
B
Lager
C
Blijft gelijk

Slide 8 - Quiz

Hoeveel trillingen zijn er in het golfspoor zichtbaar?

Slide 9 - Open question

Een hommel maakt met zijn vleugels een brommend geluid. De frequentie van dat geluid is 250 Hz. Hoe lang duurt een volledige trilling van de vleugels?
A
0,001 s
B
0,002 s
C
0,003 s
D
0,004 s

Slide 10 - Quiz

Een pianotoets wordt twee keer aangeslagen. Eerst zacht, dan hard.
Wat verandert er aan de geluidstrilling?
A
De amplitude
B
De frequentie
C
De amplitude en de frequentie
D
Er veranderd niks

Slide 11 - Quiz

Overal om je heen is geluid.
Kun je alle geluiden horen?

A
Ja, je kunt altijd alles horen.
B
Nee, je hoort alleen geluid dat een hoge frequentie heeft.
C
Nee, je hoort alleen geluid dat heel dichtbij is.
D
Nee, je hoort alleen geluid dat harder is dan de gehoor-drempel

Slide 12 - Quiz

Geluid wordt gemaakt door een geluids-bron.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Wat is de eenheid van geluidsterkte?
A
Volt
B
Watt
C
Decibel
D
Hertz

Slide 14 - Quiz

Frequentie van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van geluid

Slide 15 - Quiz

Hoe noem je de lucht waardoor geluid zich verplaatst van een geluid-bron naar je oor?
A
geleider
B
isolator
C
trillende stof
D
tussenstof

Slide 16 - Quiz

Wat is de frequentie van geluid?
A
Het aantal trillingen per seconde
B
De hardheid van het geluid
C
De snelheid van geluid
D
De sterkte van het geluid

Slide 17 - Quiz

Bij een solo van een saxofonist meet Tom op 5 m van het podium een (gemiddelde) geluidssterkte van 93 dB. Even later doen er nog drie andere saxofonisten mee die allen even hard spelen.
Wat zal de dB-meter nu aangeven?
A
87 dB
B
90 dB
C
96 dB
D
99 dB

Slide 18 - Quiz

Na hoeveel uren krijg je gehoorschade bij een geluidsniveau van 83 dB(A)

Tip: bij 80 db(A) mag je 8 uur aan blootstaan
A
0
B
4
C
2
D
8

Slide 19 - Quiz

In de buurt van een drukke weg worden huizen gebouwd, noem drie maatregelen om geluidsoverlast in de huizen tegen te gaan.

Slide 20 - Open question

Welke theorie en opgaven wil je oefenen in de laatste les?

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Video

Op de oscilloscoop is een toon afgebeeld. De tijdbasis is ingesteld op 0,2 ms/div.
Bereken de frequentie van deze toon.
Zorg dat je de eenheid niet vergeet! en je berekening opschrijft!

Slide 23 - Open question

Hoe ontstaat het geluid van je stem?

Slide 24 - Open question

Welke drie dingen heb je nodig om geluid te kunnen horen?
Nodig
Niet nodig
tussenstof
je oren
je tong
geluid-bron
een spiegel

Slide 25 - Drag question

Sleep de woorden naar de juiste plaats:

De                            geeft aan hoe hoog het geluid is.
De eenheid hiervan is Hertz (Hz)                        . 
Betekent hoeveelheid                            per                          .

De                           geeft aan hoe hard het geluid is.
De eenheid hiervan is                          .
Wordt aangegeven met de                                   .

amplitude
trillingen
geluidssterkte
Seconden
Decibel (dB)
Frequentie

Slide 26 - Drag question

Als je geluid hoort, wordt dat geluid ergens door geproduceerd. Hieronder staat een aantal ‘geluidsproducenten’. Welke geluidsbron hoort bij welke ‘geluidsproducent’?  Zet de geluidsproducent achter de geluidsbron.

viool

je stem

drumstel

luidspreker

stembanden
vel

snaren

conus

Slide 27 - Drag question