Het regelmatige werkwoord op -er

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Le présent

De tegenwoordige tijd van regelmatige werkwoorden die eindigen op -er 

Het regelmatige werkwoord op -er

• Stap 1: Maak de stam

(haal de -er weg)

• Stap 2: Zet de juiste uitgang

hierachter

Het regelmatige werkwoord op -er

• Wat doe je nu als er geen persoonlijk voornaamwoord voor een werkwoord staat? Hoe kun je dit werkwoord nu juist vervoegen? 
  
  
• Bijv:
  - Justine parle avec moi. 
  - Les chiens mangent de la viande.
  
  
  

Vertaal: (parler)
Zij praten

1. Elle parle
2. Elles parlent
3. Nous parlons
4. Ils parlent

Vertaal:
(danser) Romy danst

Vertaal:
(donner) jullie geven

Vertaal:
(habiter) jij woont

Zet het werkwoord tussen haakjes in de juiste vorm van de présent:
Vous __________ (adorer) la pizza.

Zet het werkwoord tussen haakjes in de juiste vorm van de présent:
Madame Puts _________ (travailler) bien.

Zet het werkwoord tussen haakjes in de juiste vorm van de présent:
Mon frère _________ (inviter) des amis.