2.8 Erfelijkheidsonderzoek

Thema 2 Voortplanting en seksualiteit
B8 Erfelijkheidsonderzoek      blz. 134
1 / 38
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 2 Voortplanting en seksualiteit
B8 Erfelijkheidsonderzoek      blz. 134

Slide 1 - Slide

leerdoel
Paragraaf  8 : Erfelijkheidsonderzoek


2.8.1 Je kunt situaties noemen waarin het verstandig is genetisch advies in te winnen

2.8.2 Je kunt methoden van prenataal onderzoek beschrijven

Slide 2 - Slide

Inleiding 
De meeste kinderen worden gezond geboren. Helaas zijn er ook kinderen met een aangeboren ziekte of aangeboren afwijking. Sommige daarvan zijn erfelijk.

Slide 3 - Slide

Genetisch advies
Erfelijkheidsonderzoeker onderzoekt de chromosomen van iemand. 

Wat kan hij daaraan zien?
Of  het DNA informatie bevat voor een erfelijke ziekte

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Drager 
Iemand die zelf niet ziek is maar een ziekte wel kan doorgeven. 

Hoe kan dit?
Chromosomen hebben de erfelijke informatie voor een ziekte

Slide 6 - Slide

Wanneer ben je drager?
  • Wanneer je niet zelf ziek bent
  • Maar wel het gen bezit dat op 1 van de paren (23 paar chromosomen) ligt
  • Jouw kind kan van jou het gen van de ziekte krijgen en heeft daardoor een verhoogde kans. 

Slide 7 - Slide

Drager

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

B8: Erfelijkheidsonderzoek
Th3: Erfelijkheid
 Erfelijkheidsonderzoeker onderzoekt de chromosomen

Slide 10 - Slide

Prenataal onderzoek
Onderzoek op erfelijke afwijkingen voor de geboorte 
Hiermee kun je al vóór de geboorte van een kind ziekten en/of afwijkingen vinden.
  • Echoscopie
  • NIPT (niet-invasieve prenatale test)
  • Vlokkentest
  • Vruchtwaterpunctie

Slide 11 - Slide

Stelling:
Het is goed dat je met prenataal onderzoek erachter kan komen of jouw ongeboren kind bijvoorbeeld het syndroom van down heeft.

Slide 12 - Open question

Echoscopie 

Slide 13 - Slide

Echoscopie
Echoscopie

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Nipt

Bloedafname bij moeder
Bloed van de moeder bevat een beetje DNA van de baby.
Dit DNA (van de baby) wordt onderzocht op afwijkingen. 

Vanaf de 11e week 

Slide 16 - Slide

NIPT test
Vanaf 11e week
Bloedafname bij moeder
- Grootste deel van bloed bevat DNA moeder
- Klein deel DNA baby

Door bloedonderzoek wordt het DNA van de baby onderzocht op chromosoomafwijkingen.

Mogelijk vanaf de 11 week van de zwangerschap.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Vlokkentest
Vanaf 8e week
Weefsel uit de placenta wordt getest op afwijkingen in het DNA.
  • Bijv taaislijmvliesziekte
  • geslachtsbepaling ook mogelijk

Slide 19 - Slide

Vlokkentest

Vanaf 8e week

Weefsel uit de placenta wordt getest op afwijkingen in het DNA.

  • Bijv taaislijmvliesziekte
  • geslachtsbepaling ook mogelijk

Slide 20 - Slide

Vlokkentest

Er wordt weefsel uit de placenta gehaald.


De chromosomen van de cellen worden onderzocht.


VB taaislijmziekte

Slide 21 - Slide

Vruchtwaterpunctie
  • Vanaf 16e week v.d. zwangerschap
  • Vanuit het vruchtwater worden cellen van het embryo gevangen om te onderzoeken

Slide 22 - Slide

Vruchtwaterpunctie

  • Vanaf 16e week v.d. zwangerschap
  • Uit het vruchtwater worden cellen van het embryo gevangen
  • Chromosomen worden onderzocht op afwijkingen

Slide 23 - Slide

Vruchtwaterpunctie

Er wordt vruchtwater met cellen van het kind uit de baarmoeder gehaald.

De chromosomen van deze cellen worden onderzocht

Slide 24 - Slide

Vlokkentest en vruchtwaterpunctie
De kans op een miskraam wordt bij beide onderzoeken groter
Onderzoek  wordt alleen gedaan als er een medische reden is:
  1. Als uit de NIPT blijkt dat er een verhoogde kans is op een erfelijke ziekte
  2. Als de vrouw al paar keer een miskraam heeft gehad
  3. Als er erfelijke ziekte in familie voorkomen

Slide 25 - Slide


Hier zie je
A
de vlokkentest
B
postnataal onderzoek
C
vruchtwater-punctie
D
NIPT-test

Slide 26 - Quiz

Bij een vlokkentest wordt weefsel uit de placenta weggehaald.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

Bij een vruchtwaterpunctie wordt weefsel uit de placenta weggehaald.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

Erfelijkheidsonderzoek kan al voor de geboorte worden getest.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quiz

Bij welk erfelijkheidsonderzoek kun je het geslacht van het kind bepalen?
A
Alleen bij de echoscopie
B
Bij de vlokkentest en de vruchtwaterpunctie
C
Bij de echoscopie en de NIPT test
D
Bij de echoscopie, de vlokkentest, de vruchtwaterpunctie en de NIPT- test

Slide 30 - Quiz

In de afbeelding zie je
een vorm van
erfelijkheidsonderzoek.

Wat zie je?
A
een NIPT test
B
een vlokkentest
C
een vruchtwaterpunctie
D
Hier telt men bacteriën

Slide 31 - Quiz

Bij welk erfelijkheidsonderzoek kun je het erfelijk materiaal van het ongeboren kind NIET onderzoeken?
A
Echoscopie
B
Vruchtwaterpunctie
C
Vlokkentest
D
NIPT- test

Slide 32 - Quiz


Wanneer is iemand drager van een gen die een ziekte veroorzaakt?
timer
0:40
A
Als die persoon de ziekte heeft.
B
Als die persoon het gen voor de ziekte heeft, maar pas op latere leeftijd ziek wordt.
C
Als die persoon het gen voor de ziekte heeft, maar de ziekte niet tot uiting komt.

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Wanneer ben je drager?
  • Wanneer je niet zelf ziek bent
  • Maar wel het gen bezit dat op 1 van de paren (23 paar chromosomen) ligt
  • Jouw kind kan van jou het gen van de ziekte krijgen en heeft daardoor een verhoogde kans. 

Slide 36 - Slide

Voorbeeld CF
Taaislijmziekte (CF) is een erfelijke ziekte en zorgt voor problemen met de vertering van voeding en (chronische) luchtweginfecties.

Slide 37 - Slide

Opdrachten maken
Werkboek opdr 1 en 2
Digitaal opdr.  5 t/m 8


timer
15:00

Slide 38 - Slide