De NAVO

.
De NAVO
1 / 38
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Introduction

Na de Tweede Wereldoorlog vonden veel Westerse landen het de hoogste tijd om de handen ineen te slaan. Zo werd de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, oftewel de NAVO, opgericht. Maar wat doet deze organisatie eigenlijk?

Items in this lesson

.
De NAVO

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat zie je op deze foto?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat zie je op deze foto?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Herken je dit blauwe logo?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Het zijn alle landen die lid zijn van de NAVO!

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wereldoriëntatie

Na deze les:

  • weet ik wat de NAVO precies is.
  • weet ik hoe de NAVO tot stand is gekomen.
  • weet ik welke landen lid zijn van de NAVO.
Dit ga je leren
Woordenschat

Na deze les:

  • begrijp ik de belangrijke woorden die met de NAVO te maken hebben. 
Taal

Na de les:

  • kan ik een debat voeren als voorstander, tegenstander of jurylid bij een stelling over de NAVO.

Slide 6 - Slide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Eigen leervragen
Wat wil jij graag weten over de NAVOSchrijf jouw vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Verdiepende tekst
Klik op de loep en daarna op de tekst om de tekst te vergroten.
Lees de tekst en arceer de woorden die je nog niet goed begrijpt. 

Arceer in ieder geval: 
  • de Tweede Wereldoorlog
  • oprichten
  • het bondgenootschap
  • de politiek
  • de democratie
  • het kapitalisme
  • het communisme
  • de invloed
  • de lidstaten
  • evenredig
  • de praktijk
  • de onvrede

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Woordenschat
de NAVO
het bondgenootschap
Een groep mensen of landen die samenwerken tegen een vijand.
De NAVO is een bondgenootschap tussen de VS een een aantal Europese landen.
het communisme
Het systeem binnen een maatschappij waarbij geld en goederen van iedereen zijn.
Een belangrijke figuur binnen het communisme is Lenin.
de lidstaten
Landen die lid zijn van een organisatie zoals de NAVO of de Europese Unie.
Nederland is al sinds het begin een lidstaat van de NAVO.
de democratie
Het bestuur over een land met veel inspraak van de inwoners.
In de Nederlandse democratie mag iedere inwoner vanaf achttien jaar stemmen.
het kapitalisme
Een systeem waarbij bedrijven in handen zijn van mensen zelf en het gaat om winst maken.
In Nederland is er een systeem van kapitalisme.

Slide 9 - Slide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Woordenschat
eten
het ontbijt
de lunch
het diner
Ga met behulp van de hulpkaart op zoek naar de betekenis van de woorden die jij hebt gearceerd. 
Weet je de betekenis nog niet? Zoek dan de betekenis van het woord op, op deze website. Schrijf de betekenis voor jezelf op. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap.
groot
klein
muis
olifant
Hulpkaart
woordparaplu
woordtrap
woordkast

Slide 10 - Slide

Woordenschat
Bespreek de belangrijke woorden met uw leerlingen. De hulpkaart kan helpen om achter de betekenis van de woorden te komen. In hun logboek noteren de leerlingen de betekenis van de woorden die ze nog niet kenden.
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Wat hoort bij welk jaartal?
Sleep de juiste gebeurtenissen naar het jaartal.
1949
1955
1991
2004
Oprichting van de NAVO
Sovjet-Unie valt uiteen
7 nieuwe landen komen bij de NAVO
Oprichting Warschau-pact

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Heb jij het  goed begrepen?
Test je kennis!
Is de uitspraak WAAR of NIET WAAR?
Slepen maar!
Nederland werd na de Tweede Wereldoorlog een kapitalistisch land.

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

.
.
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Noem de belangrijkste regel bij de NAVO en leg uit waarom dit zo belangrijk is. 

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Heb jij het  goed begrepen?
Test je kennis!
Is de uitspraak WAAR of NIET WAAR?
Slepen maar!
Alle lidstaten van de NAVO betalen evenveel.

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

en filmpjes
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Waarom is de NAVO in 1949 opgericht?
A
De lidstaten wilden samen oorlog voeren tegen de Sovjet-Unie.
B
De NAVO hoorde bij het kapitalistische systeem van de West-Europese landen.
C
Om een nieuwe oorlog in Europa te voorkomen en ervoor te zorgen dat de Sovjet-Unie niet meer macht kreeg op het continent.
D
De oprichting van de NAVO ontstond per ongeluk nadat alle landen samenkwamen om over de oorlog te praten.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

.
.
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Kijk naar het kadertje met de lidstaten van de NAVO. Wat valt je op? Noem minstens 1 ding. 

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Wat hoort bij de NAVO en wat hoort bij het Warschau-pact? Sleep de woorden naar de juiste plek.
De NAVO
Het Warschau-pact
De Verenigde Staten
De Sovjet-Unie
Communisme
Kapitalisme
Oost-Europa
West-Europa

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Heb jij het  goed begrepen?
Test je kennis!
Is de uitspraak WAAR of NIET WAAR?
Slepen maar!
Canada was als een van de eerste landen lid van de NAVO.

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

.
.
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Stel, Nederland wil communistisch worden.
Lijkt jou dat een goed idee? Leg uit.

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Inmiddels zijn jullie echte NAVO-experts! De lidstaten van de NAVO gaan dagelijks met elkaar in debat over verschillende onderwerpen. Tijd om zelf in de klas een debat te voeren! Hoe dat werkt? Kijk maar even mee...

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Discussie of debat
Een debat is anders dan een discussie. Wat zijn de verschillen, denk je? Slepen maar!
een discussie
een debat
Een lastig gesprek aan de keukentafel. 
Je reageert op elkaar en hebt geen vaste spreektijd. 
Je reageert op een stelling en bent voor of tegen. 
Je kan tijdens het gesprek veranderen van mening. 
Je vertelt je argumenten in een afgesproken tijd. 
Je probeert je gesprekspartner te overtuigen van jouw mening. 

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Een debat voeren
Een debat
Bij een debat reageer je dus op een stelling, waarbij je voor of tegen de stelling bent en de derde partij (de jury) probeert te overtuigen. 
Een debat voeren
Noem voorbeelden
In een debat over het gratis maken van museumbezoek:
“Zelf ben ik dit weekend naar een museum geweest, maar dat zouden we niet gedaan hebben als we moesten betalen!” 
Ik geef je tips!
Gebruik feiten
In een debat over televisie kijken:
“Ik heb zojuist even rondgevraagd en meer dan de helft van de kinderen in deze klas kijkt langer dan twee uur TV per dag!” 
Maak vergelijkingen
In een debat over langere lestijden:
“Maar het is wel oneerlijk als wij een middag langer naar school zouden moeten en de leerlingen van de school hiernaast hoeven dat niet!” 
Gebruik humor
Iets waar iedereen van houdt is een goede grap. Een grap zal het publiek aan het lachen maken en het zorgt voor een vrolijke noot in vaak serieuze discussies.
Let op je lichaamshouding
De houding van de spreker in een debat bepaalt voor een groot deel hoe je overkomt bij de luisteraar. Dit bereik je door rechtop te staan en het lichaam te gebruiken, denk aan handgebaren, gezichtsuitdrukking en het maken van oogcontact. 
Geef oplossingen
In een debat over het verbieden van snoep op school: “We moeten niet het snoepen verbieden, maar we moeten er juist voor zorgen dat er meer gezonde dingen worden gegeten. Iedereen moet in de pauze een appel krijgen!” 
Gebruik je stem
Door het bewust gebruiken van de stem (bijvoorbeeld hard of zacht praten) kan je overtuigingskracht vergroten. Of door te variëren in spreeksnelheid. Sommige zinsdelen kunnen langzaam worden uitgesproken zoals: “Dit is heel… erg… fout!” 
Spreek kort maar krachtig
Praat duidelijk en gebruik geen lange zinnen. Soms is iemand zo lang van stof dat zijn tegenstander én jury aan het einde van een zin niet meer weten hoe die zin begon. 
Stel een vraag
In een debat over het rechtvaardigen van stelen: 
“Maar vind jij het dan niet goed dat je iets steelt voor iemand die niks te eten heeft omdat hij arm is? Anders heeft hij geen eten en dan wordt hij ziek.” 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

..
.
Discussie of debat
Wat is het doel van een debat, denk je?
A
Je wil de jury overtuigen.
B
Je wil je tegenstander overtuigen.
C
Je wil de jury overhalen iets te doen.
D
Je wil je tegenstander en de jury vermaken.

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

.
Wat zijn belangrijke vaardigheden bij een debat, denk je? Wat moet je goed kunnen?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Check-check-dubbelcheck!
Waar moet een goed debat in ieder geval aan voldoen?
Er is een stelling waar je VOOR of TEGEN bent, of je bent jurylid. 

Er is een afgesproken tijd voor de spreekbeurten. 

Als voor- en tegenstander geef je argumenten en probeer je de jury te overtuigen. 

Je spreekt duidelijk, krachtig en overtuigend. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Een debat
We beginnen met een mini-debat!
Bij een debat reageer je dus op een stelling, waarbij je voor of tegen de stelling bent en de derde partij (de jury) probeert te overtuigen. 
Bij een mini-debat is één iemand VOOR de stelling, één iemand TEGEN en één iemand onpartijdig (de jury). 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
De NAVO is lang geleden opgericht, inmiddels is zo'n bondgenootschap niet meer nodig.
De stelling

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Schrijf alle drie argumenten voor én tegen de stelling op. Schrijf op waarom je dat argument belangrijk vindt en bedenk voorbeelden.  

Argumenten
Vind je dit lastig? Bekijk de video!
timer
8:00

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
De juf of meester geeft je in het groepje een nummer: 1, 2 of 3. 
Draai aan het rad om te kijken welke rol jij hebt! 
Wie is wie

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Opzetbeurt VOOR: 


Opzetbeurt TEGEN: 


Verweerbeurt VOOR:


Verweerbeurt TEGEN:


Slotbeurt VOOR: 

Slotbeurt TEGEN: 


Vertel wat de stelling is en dat je het eens bent met de stelling. Onderbouw dit met je argumenten. 

Vertel dat je het oneens bent met de stelling en onderbouw dit met argumenten. 

Ga in op de argumenten van de tegenstander. Je probeert zoveel mogelijk nieuwe argumenten te noemen. 

Ga in op de argumenten van de voorstander. Je probeert zoveel mogelijk nieuwe argumenten te noemen. 

Laatste keer verweren en krachtig afsluiten. 

Laatste keer verweren en krachtig afsluiten.
timer
3:00
timer
3:00
timer
1:00

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Feedback
Wat doen de debatteurs goed? Wat kan beter? Door wie ben jij het meest overtuigd? 

Jury
Vul de checklist in voor beide partijen. 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Reflecteren maar!
Bespreek de checklists met beide partijen. 

Draai aan het rad voor reflectievragen. 

Slide 33 - Slide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Afsluiting
Het debat verloopt hetzelfde. Alleen zit je nu in een U vorm en zijn er 6 voorstanders, 6 tegenstanders en 3 juryleden. 
Ben je net jury geweest? Dan ben je nu voorstander of tegenstander.
Klassendebat
Gebruik slide 31 voor de opzet en de tijden van het debat. 
Zo doen ze dat ook bij de NAVO!

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Reflectie
Draai aan het rad en bespreek de vraag!

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Wereldoriëntatie

  • weet ik wat de NAVO precies is.
  • weet ik hoe de NAVO tot stand is gekomen.
  • weet ik welke landen lid zijn van de NAVO.
Dit weet ik nu ... & Dit kan ik nu ...
Woordenschat

  • Ik begrijp de belangrijke woorden die met de NAVO in de geschiedenis te maken hebben. 
Taal

  • Ik kan een debat voeren als voorstander, tegenstander of jurylid bij een stelling over de NAVO.

Slide 36 - Slide

Terugkoppeling lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen. Hebben zij de lesdoelen behaald?
Vragenmuur & Weetmuur
  • Welke vragen zijn al beantwoord? Verplaats deze naar de weetmuur. 
  • Op welke vragen hoop je de volgende les antwoord te krijgen? 
  • Zijn er tijdens deze les nieuwe vragen in je opgekomen?

Slide 37 - Slide

Vragenmuur & weetmuur
Bekijk samen met de leerlingen de vragenmuur. Zijn er al vragen beantwoord? Verplaats die vragen naar de weetmuur. Zijn er tijdens deze les nieuwe vragen ontstaan?
Tot de volgende keer!

Slide 38 - Slide

This item has no instructions