Spelling - herhalen ou/au

Spelling

woorden met de ou en au

1 / 18

Slide 1: Slide

SpellingBasisschoolGroep 4,5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spelling

woorden met de ou en au

Slide 1 - Slide

timer

1:00

woorden met de ou

Slide 2 - Mind map

timer

1:00

woorden met de au

Slide 3 - Mind map

De regel

Slide 4 - Slide

De regel

Slide 5 - Slide

woorden met ou of au

Woorden met au of ou zijn weetwoorden. Deze woorden moet je onthouden.

1. vr..w ____________________

2. l..w ____________________

3. r..w ____________________

_____________________

Slide 6 - Slide

tr..wen

..to

p..w

inh..d

Slide 7 - Drag question

b....wen

Slide 8 - Quiz

ougustus

augutus

Slide 9 - Poll

ch..ffeur

Slide 10 - Poll

p..ze

s..s

kab..ter

t..wen

Slide 11 - Drag question

..towiel

Slide 12 - Quiz

mevr..w

kabelj..w

..der

wenkbr..w

Slide 13 - Drag question

..tomatiseren

Slide 14 - Quiz

De buurvr..w maakt een foto van ons.

Schrijf het hele woord op

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Open question

Ik kan worden met de au of ou goed opschrijven?

😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll