Les 17 Oefenen Bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord
Nog meer oefenen, dus sterker worden!
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bijvoeglijk naamwoord
Nog meer oefenen, dus sterker worden!

Slide 1 - Slide

Wat is een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord?
A
Blonde
B
Man
C
Paard
D
De

Slide 2 - Quiz

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
Zegt iets over de persoonsvorm
B
De, het, een
C
Hetzelfde als een voorzetsel
D
Zegt iets over het zelfstandig naamwoord

Slide 3 - Quiz

Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
De lelijke kast
B
De metalen kast
C
De grijze kast
D
De oude kast

Slide 4 - Quiz

wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 5 - Quiz


Wat is géén bijvoeglijk naamwoord?
A
Hondje
B
Lief
C
Houten
D
Vervelende

Slide 6 - Quiz

Wat zijn stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden
A
Nylon
B
Rode
C
Stalen
D
Plastic

Slide 7 - Quiz

Wat zijn de bijvoeglijk naamwoorden?
De grote plant in de huiskamer is prachtig.
A
grote/plant
B
grote/prachtig
C
plant/huiskamer
D
in/is

Slide 8 - Quiz

Wat zijn de bijvoeglijk naamwoorden?
In de winter kunnen wegen glad en gevaarlijk worden.
A
kunnen/worden
B
glad en gevaarlijk
C
glad/gevaarlijk
D
in/winter

Slide 9 - Quiz

Het bijvoeglijk naamwoord
Wat is het ook alweer?

Wat kun je zeggen over deze geit?

Het is een ... geit.

Slide 10 - Slide