Woordenschat

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom!

Telefoon in de bak.

Neem plaats.

Jas uit.

Op tafel: Leesboek en laptop

Tas op de grond.

Geen eten of drinken.

Lesdoel(en)

Aan het einde van deze les:

- kan je voorvoegsel benoemen en gebruiken in een zin.

Wat gaan we vandaag doen?

Wat: Par. 1.5

Wanneer: 11:20-12:10

Hoe: Gezamelijk/ zelfstandig werken

Klaar: Par. 1.5 opdrachten

HW: Par. 1.5 opdrachten

Lesdoel: Zie vorige slide!

Taaldoel: Voorvoegsel

Wat zijn voorvoegsels?

Bij sommige woorden kun je een stukje vóór het woord toevoegen; een voorvoegsel.

De betekenis van het woord verandert door een voorvoegsel.

Voorbeeld: onrustig = on (voorvoegsel) + rustig = niet rustig

Voorbeelden van voorvoegsels

Een voorvoegsel kan je dus helpen met de betekenis van een woord vinden.  

non- = niet, zonder

on- = niet

mis- = verkeerd, fout

wan- = slecht, verkeerd

her- = weer, opnieuw

ex- = niet meer, van vroeger

inter- = tussen (twee of meer gebieden)

Wat is een ander woord voor:

Mijn broer moest vorig jaar opnieuw examen doen.

.....examen.

David en Jordy waren het niet eens met de beslissing.

....eens.

De vlucht van Moskou naar Hanoi is zonder stoppen. 

.....stop.

Wat is een ander woord voor:

Dat is een vroegere leerling van onze school. 

Danny moest nablijven, omdat hij verkeerd gedrag liet zien.

Die opmerking van jou was helemaal verkeerd geplaatst. 

Rafie moet het verslag opnieuw schrijven voor zijn opleiding.

Mila is op niet actief gesteld op haar werk.

Tijd

5 minuten

WHHTUK

Wat:  Par. 1.5 opdracht 15 maken

Hoe: Tweetal werken

Hulp: Leertekst par. 1.5

Tijd: 10 minuten

Uitkomst: Oefenen met voorvoegsels

Klaar: Par. 1.5 overige opdrachten maken

Een voorvoegsel kan je helpen om

1. een woord in de verleden tijd te zetten.
2. de betekenis van een woord te vinden.
3. een woord te verkleinen.
4. het lidwoord goed te gebruiken.

voorvoegsels zijn

1. on, her ,lijk
2. on -ver -lijk
3. on-her-lijk
4. on -her- non

Wat is GEEN voorvoegsel?

1. bij
2. ex
3. her
4. ont

Een voorvoegsel is een...

1. voorzetsel
2. een deel van het woord met eigen betekenis
3. een deel van het woord zonder eigen betekenis
4. bijvoeglijk naamwoord