Toetsvoorbereiding H1 en H2

Toetsvoorbereiding H1 en H2
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Toetsvoorbereiding H1 en H2

Slide 1 - Slide

Vandaag
-Toets H1 inzien en vragen stellen. 
-Algemeen toets voorbereiding
-Keuze: uitleg 2.2 'eiwitsynthese'. 

Slide 2 - Slide

Toets basis
Neem mee: pen, potlood, geodriehoek, rekenmachine, binas

-Leer tekst én bronnen
Bronnen leren? 
Geeft een bron nieuwe info? Staat het in binas?

Slide 3 - Slide

Tips
-Bekijk LessonUps van moeilijke onderdelen
-Bekijk uitleg/filmpjes van moeilijke onderdelen op biologiepagina.nl
-Oefen op biologiepagina.nl 
-Oefen op nectar: oefentoets en examensprint

Slide 4 - Slide

Verzoek
Eiwitsynthese
paragraaf 2.2 

Wil je niet meeluisteren? Leer dan in stilte (eventueel met muziek)

Slide 5 - Slide

Eiwitsynthese
DNA in kern

mRNA uit de kern

naar ribosoom

aminozuren aan elkaar

Slide 6 - Slide

DNA-Sequentie
Volgorde ( = sequentie) van de basen in het DNA

4 Basen: A    T      G    C 

Staat een gen aan
- Informatie wordt afgelezen en verwerkt

Slide 7 - Slide

DNA-Sequentie
DNA-Sequentie van een gen bevat de informatie voor het maken van een specifiek eiwit

Eiwitten regelen de werking van het lichaam

Recept voor eiwitten

Slide 8 - Slide

DNA sequentie

Slide 9 - Slide

Eiwitsynthese

Maken van een eiwit in een cel
(synthese = samenstellen)

Bestaat uit een aantal stappen


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Transcriptie
DNA-sequentie is een 'recept' voor een eiwit

DNA-sequentie wordt afgelezen en gekopieerd
Het kopietje is RNA

1 op 1 vertaling
Transcriptie: Proces: van DNA naar RNA te maken



Slide 12 - Slide

Translatie
RNA --> Eiwit

In de ribosomen

Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren

3 op 1 vertaling

Slide 13 - Slide

Van RNA naar eiwit
3 op 1 vertaling

Start en Stop

Slide 14 - Slide

Eiwitsynthese
DNA-Sequentie: recept voor eiwit

Transcriptie: DNA-sequentie wordt afgelezen en gekopieerd,
het kopietje heet RNA
RNA gaat uit de celkern en naar een ribosoom
Translatie: het recept wordt afgelezen en het juiste eiwit gemaakt van aminozuren

Slide 15 - Slide

Ik vind het vak biologie moeilijk.
eens
gaat wel
oneens

Slide 16 - Poll

Ik lees altijd alle tekst van het boek door.
Ja
nee, maar wel meer dan de helft
ongeveer de helft
nee, minder dan de helft
zeker niet

Slide 17 - Poll

Ik maak (wel eens) een samenvatting / woordenweb / conceptmap.
ja
soms
nee
conceptmap?

Slide 18 - Poll

Ik leer de betekenissen van de dikgedrukte woorden (flitskaarten online / Quizlet)
ja
soms
nee
Quizlet?

Slide 19 - Poll

Ik maak altijd al mijn huiswerk voor biologie.
ja
nee

Slide 20 - Poll

Ik maak ... % van de opdrachten.
0100

Slide 21 - Poll

Hoe leer ik biologie?
samenwerken
altijd test jezelf
hoe leer ik? mindmap? flashcards?
Hulp vragen: vragen stellen
biologiepagina
Luisteren naar de instructie,
let ik op tijdens de les?
nakijkknop
zelf een sv maken
altijd hw maken
eigen sv vergelijken met die v h boek

Slide 22 - Slide

Reproductie (R) = Onthouden 
  • Gericht op herinneren, onthouden van informatie, je hoeft het niet te snappen.
  • Vragen die kunnen worden beantwoord op basis van uit het hoofd geleerde lesstof
  • Werkwoorden: benoemen, beschrijven, aanwijzen, stappen aangeven.

1. Boek doornemen (tekst + afbeeldingen!)
2. Begrippenlijst maken (hoe?)
3. Begrippen leren (hoe?)
4. Uitleg => presentaties + uitlegvideo's (biologielessen, biologiemetjoost, ngbiologie, biojuf)

Slide 23 - Slide

Toepassing 1 (T1) = Begrijpen
  • Gericht op het in eigen woorden weergeven wat de docent (c.q. het boek) heeft gezegd. 
  • Vragen die gericht zijn op het toepassen van de leerstof in bekende (geoefende) situaties.
  • Werkwoorden: uitleggen, voorbeelden geven, een verklaring geven, berekenen.

1. Vragen stellen  
3. Binastabellen beschrijven
4. Subleerdoelen beantwoorden

Slide 24 - Slide

Toepassing 2 (T2) = Verbanden
  • Gericht op het verbinden van kennisdelen, vraagt meerdere denkstappen en het koppelen van gegevens. 
  • Vragen die gericht zijn op het toepassen van de leerstof in nieuwe situaties.
  • Werkwoorden: vergelijken, gegevens koppelen, voorspellen, beoordelen, beargumenteren

1. Begrippen ordenen (op welke manieren kan dat?)
2. Hoofdleerdoelen beantwoorden
3. Afbeeldingen beschrijven/uitleggen
4. Een woord weg
5. Examenopgaven maken

Slide 25 - Slide

Inzicht (I)
  • Gericht op het gebruiken van kennis in een nieuwe, onvoorspelbare situatie, waarbij de denkstappen niet gegeven zijn.
  • Vragen waarbij de leerling zelf de context en methode moet construeren om tot een antwoord te komen.
  • Werkwoorden: creëren, ontwerpen, bewijzen, conclusies aangeven, onderzoeken.​

1. Examenopgaven maken (vaak 2 of meer punten)
2. Werkplan maken

Slide 26 - Slide