H2.3 De Inuit in het poolgebied

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Aan het eind van de les...

Weet je wat de bevolkingsdichtheid is van de poolstreken.

Ken je de kenmerken van een toendra en taiga.

Ken je de kenmerken van landijs en zee-ijs.

Ken je de verschillende luchtstreken.

Opdrachten

Je kent de topografie van het leefgebied van de Inuit.

Je weet wat de kenmerken zijn van een toendra.

Je weet wat de kenmerken zijn van een taiga.

Je kent de verschillende luchtstreken.

Je kent de verschillen in landschap en klimaat in het poolgebied, het Amazonegebied en de outback.

Je herkent het verband tussen temperatuur en landschap.

Vragen voor bij het filmpje

1. Is de bevolkingsdichtheid hoog of laag in Groenland? En waarom?
2. Hoe heten de originele bewoners van Groenland?
3. Waarom wonen de mensen vooral aan de kust?

antwoorden

1. Lage bevolkingsdichtheid, omdat het grote deel van Groenland vanwege de kou en het ijs onbewoonbaar is

2. Inuit --> Eskimo is scheldwoord

3. Water is jagen is inkomsten

De Inuit

• Inuit: bewoners kustgebied Noordelijke IJszee
• Noordpoolcirkel --> breedtegraad van 66½⁰ N.B. 

- Hoge breedte
- Het hele jaar koud. Waarom? 

• Groenland:

- grootste eiland op aarde

- 60.000 inwoners in de kustgebieden

- binnenland is bedekt met sneeuw en ijs

Toendra

• Bewoonde deel van Groenland
• Geen bomen, maar grassen en mossen

 --> boomgrens

• Ook ‘s zomers < 10 ⁰C

smeltwater kan niet in de grond  zakken + weinig verdamping = drassig

Toendra

Winter: lange winters

- 9 maanden per jaar bevroren bodem

- permafrost

Zomer: korte zomers

- altijd <10 graden

- sneeuw en ijs smelten 

- drassig: smelt water zakt niet + geen verdamping

Sneeuw en ijs

Hoe noordelijker je komt, hoe kouder het wordt.

- geen plantengroei

- eeuwige sneeuw

• De laag met eeuwige sneeuw wordt steeds dikker en samengeperst tot ijs = landijs

• Bevroren zeewater = zee-ijs

Taiga 

• Ten zuiden van de toendra 

- In de zomer is het gemiddeld > 10 ⁰C 

- naaldbossen

- als het kouder is: boomgrens en toendra

Luchtstreken

Tropische zone

- Altijd warm

- tussen de 23½⁰ N.B. en Z.B.

- keerkringen 

De temperatuurzones op aarde

Luchtstreken

• gematigde zone 

- niet te warm, niet te koud

- tussen de 23½⁰ en 66 ½⁰ N.B. en

 Z.B. 

- subtropen

De temperatuurzones op aarde

Luchtstreken 

• poolstreken / polaire zone 

- altijd koud 

- vanaf 66 ½⁰ N.B. en Z.B. 

- poolcirkels

De temperatuurzones op aarde

Wat ga je doen?

Maak de opdrachten die in learnbeat staan 

Vraag? Vinger op steken dan kom ik je helpen