H25 - De lezer overtuigen

Hallo allemaal! 
Leg je spullen klaar op tafel:

  1. Kern Nederlands open op blz. 102
  2. Schrift en pen 
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hallo allemaal! 
Leg je spullen klaar op tafel:

  1. Kern Nederlands open op blz. 102
  2. Schrift en pen 

Slide 1 - Slide

Programma
  1. Doelen benoemen
  2. Uitleg betoog
  3. Zelfstandig werken
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Slide

Opdracht
- Zoek drie slogans: (reclame) zinnen die je heel goed vindt.

- Waarom vind je die goed? 

- Zet deze jou tot actie? 

- En van welke stap in het AIDA model maakt deze slogan gebruik? 
Bijv. 'Al het goeie komt van Melkuniekoeien' of 
'Calvé Pindakaas, wie is er niet groot mee geworden' 


Slide 3 - Slide

Leerdoel

Je leert hoe je in een betogende tekst de lezer overtuigt van jouw standpunt met behulp van argumenten

Slide 4 - Slide

Wat is een betoog?
Een betoog is een tekst waarin jullie anderen proberen te overtuigen van jullie mening over een bepaald onderwerp. 

Om overtuigend over te komen, maak je gebruik van argumenten, feiten en meningen. 

Slide 5 - Slide

Voorbeeld betoog
Argument voor 
Argument tegen 
Argument tegen 
Inleiding 
Slot

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Stappen
  1. Bepaal je standpunt
  2. Bedenk argumenten
  3. Verdiep je in tegenargumenten
  4. Kies je argumenten
  5. Bepaal de volgorde van je argumenten (=kern)
  6. Maak een schrijfplan
  7. Zorg voor inleiding en slot
  8. Schrijf je tekst

Slide 8 - Slide

De opdracht
  • Maken opdracht 1, 2 en 4 op blz. 102 en 103.
  • Klaar? Stillezen
  • Je mag zachtjes overleggen met je buur.
  • Je maakt de opdrachten in je schrift!
  • Let op spelling en het maken van goede zinnen!

Slide 9 - Slide

Hallo allemaal! 
Leg je spullen klaar op tafel:

  1. Kern Nederlands open op blz. 102
  2. Schrift en pen 

Slide 10 - Slide

Programma
  1. Nakijken
  2. Doelen benoemen
  3. Uitleg betoog
  4. Zelfstandig werken
  5. Afsluiting en vooruitblik

Slide 11 - Slide

Nakijken 
Opdracht 1, 2 en 4 op blz. 102 en 103.

Slide 12 - Slide

Doel
Het doel  van jullie tekst is om mensen te overtuigen van jullie mening over het onderwerp dat jullie gekozen hebben. 

Met argumenten uit de gelezen teksten proberen jullie de lezers van jullie mening te overtuigen. 


Slide 13 - Slide

Tekststructuur 
De tekststructuur van een betoog is altijd:

Inleiding
Kern
Slot

Slide 14 - Slide

Samenvatting betoog

  • Maak een schrijfplan
  • Zorg voor een passende titel. 
  • Zorg voor een inleiding - kern - slot.
  • Gebruik 2 argumenten die de stelling verdedigen. 
  • Gebruik 1 tegenargument en weerleg die. 

  • zorg voor een goed slot

Slide 15 - Slide

Inleiding
  • een leuke binnenkomer, bijvoorbeeld een anekdote
  • maak de lezer nieuwsgierig
  • onderwerp noemen
  • aanleiding noemen
  • vraag stellen
  • mening geven
  • samenvatting geven

Slide 16 - Slide

Middenstuk/kern
  • 2 argumenten die de stelling verdedigen
  • 1 tegenargument en de weerlegging daarvan
  • toelichtingen en voorbeelden
  • het middenstuk is het langste deel van de tekst
  • het middenstuk bevat de meeste informatie
  • gebruik passende signaalwoorden, bijvoorbeeld:
       ten eerste, ten tweede, daardoor, zodat, dat wil zeggen

Slide 17 - Slide

Slot
  • conclusie of samenvatting geven
  • advies of waarschuwing geven
  • een pakkende uitsmijter
  • in het slot staat nog een keer het belangrijkste van de tekst
       in het kort herhaald
  • gebruik passende signaalwoorden, bijvoorbeeld:
       dus, concluderend, tot slot, samenvattend 

Slide 18 - Slide

Schrijfplan
 Hierin beschrijven jullie in het kort wat jullie willen gaan schrijven in het betoog. 

Slide 19 - Slide

Eigen mening

Jullie bedenken een eigen mening bij het onderwerp van het betoog. 

Zijn jullie voor of tegen?

Slide 20 - Slide

Drie argumenten
Bij het onderwerp zoeken jullie twee argumenten die de stelling verdedigen. Deze halen jullie uit de artikelen. Elk argument is een alinea in het betoog. Daarnaast gebruiken jullie één tegenargument.

Bij het schrijven van het middenstuk is het belangrijk om te letten op de juiste singnaalwoorden. Zet die alvast in het schrijfplan.

Slide 21 - Slide

Steekwoorden
Per alinea schrijven jullie steekwoorden op die jullie kunnen gebruiken bij het schrijven van je betoog. De steekwoorden kunnen jullie uit de artikelen halen of bedenk de woorden zelf. 

Slide 22 - Slide

Slot
Bedenk aan de hand van jullie argumenten en steekwoorden een conclusie.
Herhaal de argumenten in de slotalinea. In het slot zorgen jullie ook voor een leuke uitsmijter.

Slide 23 - Slide

De opdracht
  • In tweetallen 

  • Schrijfplan maken

  • Informatie verzamelen

  • Invullen schrijfplan 



Slide 24 - Slide

Hoe gaan jullie te werk? 
  1. Jullie zoeken een onderwerp uit waar jullie je betoog over willen schrijven. 
  2. Jullie zoeken naar minstens drie artikelen die te maken hebben met dit onderwerp. Kies je argumenten 
  3. Maak een schrijfplan voor jullie betoog.

Slide 25 - Slide

Eventuele onderwerpen
1) De Ideale school
2) Klimaat
3) Olympische Spelen
4) De oorlog in Oekraïne
5) Elektrische auto’s
6) Coronapandemie
7) Plastic soep
8) Uitstervende diersoorten
9) Duurzaamheid: hoe leef je zo duurzaam mogelijk?
10) Gezonde leefstijl? Hoe?
11) Plantaardig eten
12) Dierproeven
13) Thema naar eigen keuze. 

Slide 26 - Slide

Vul dit schrijfplan in

Slide 27 - Slide

Hallo allemaal! 
Leg je spullen klaar op tafel:

  1. Kern Nederlands open op blz. 102
  2. Schrift en pen 

Slide 28 - Slide

Programma
  1. Doelen benoemen
  2. Terugblik
  3. Uitleg inleiding betoog
  4. Verder met samenwerkingsopdracht
  5. Afsluiting en vooruitblik

Slide 29 - Slide

Leerdoel

Je leert hoe je in een betogende tekst de lezer overtuigt van jouw standpunt met behulp van argumenten

Slide 30 - Slide

Wat is een betoog? Een betoog is een ...
A
Tekst waarin een bepaald standpunt wordt verdedigd met behulp van argumenten.
B
Tekst waarin iemand je probeert te overtuigen om iets te doen.
C
Tekst waarin iemand reclame maakt voor een bepaald product.
D
Tekst waarin verschillende meningen met elkaar vergeleken worden.

Slide 31 - Quiz

Een betoog heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 32 - Quiz

Wat staat er in de kern van een overtuigende tekst?
A
de argumenten
B
de conclusie
C
de mening van de schrijver
D
het standpunt van de schrijver

Slide 33 - Quiz

Wat staat er in de inleiding van een overtuigende tekst?
A
de argumenten
B
de conclusie
C
de mening van de schrijver

Slide 34 - Quiz

Wat staat er in het slot van een overtuigende tekst?
A
de argumenten
B
de conclusie
C
de mening van de schrijver

Slide 35 - Quiz

in de inleiding van een betoog
A
schrijf je in het kort je mening
B
schrijf je je mening nog niet
C
schrijf je alleen feiten
D
gebruik je belangrijke argumenten

Slide 36 - Quiz

Inleiding
  • een leuke binnenkomer, bijvoorbeeld een anekdote
  • maak de lezer nieuwsgierig
  • onderwerp noemen
  • aanleiding noemen
  • vraag stellen
  • mening geven
  • samenvatting geven

Slide 37 - Slide

De opdracht
  • In tweetallen 
  • Schrijfplan maken
  • Informatie verzamelen
  • Invullen schrijfplan 
  • Klaar? Schrijf een pakkende inleiding



Slide 38 - Slide

Hoe gaan jullie te werk? 
  1. Jullie zoeken een onderwerp uit waar jullie je betoog over willen schrijven. 
  2. Jullie zoeken naar minstens drie artikelen die te maken hebben met dit onderwerp. Kies je argumenten 
  3. Maak een schrijfplan voor jullie betoog.

Slide 39 - Slide

Vul dit schrijfplan in

Slide 40 - Slide