Foutieve samentrekking

De foutieve samentrekking
Samentrekking houdt in dat je woorden of delen van woorden weglaat (je 'trekt' de rest van de zin 'samen').

Samentrekking komt voor:
- bij woorddelen: kleren-[...] en boekenkasten;
- bij woorden: grote [...] of kleine kasten;
- bij zinsdelen: Hij heeft kasten gekocht en zij [...] kleding [...].
  
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De foutieve samentrekking
Samentrekking houdt in dat je woorden of delen van woorden weglaat (je 'trekt' de rest van de zin 'samen').

Samentrekking komt voor:
- bij woorddelen: kleren-[...] en boekenkasten;
- bij woorden: grote [...] of kleine kasten;
- bij zinsdelen: Hij heeft kasten gekocht en zij [...] kleding [...].
  

Slide 1 - Slide

Samentrekken met zinsdelen
In zinnen die met 'en' of 'maar' aan elkaar geplakt zijn, kun je soms delen weglaten. Je schrijft ze dan niet dubbel. Je moet dan wel op een paar dingen letten, anders gaat het fout. 
De weggelaten delen:
-  moeten hetzelfde betekenen; 
-  moeten dezelfde vorm (bijv. ev/mv) hebben;
-  moeten dezelfde grammaticale functie (lv, hww, etc.) hebben.

Slide 2 - Slide

Delen met dezelfde betekenis
a. De crimineel sloeg zijn vader en [...] zijn moeder. V
b. De crimineel sloeg zijn vader en [...] het aanbod af. X

In zin a. zie je dat 'sloeg' twee keer dezelfde betekenis heeft. Die zin is daarom ook correct samengetrokken. In zin b. heeft 'sloeg' eerst de betekenis van 'meppen'. In het tweede gedeelte van de zin is het deel van 'afslaan', oftewel: 'weigeren. Dit is fout.

Slide 3 - Slide

Delen met dezelfde vorm
a. Mijn moeder bouwt een brug en mijn neef [...] een flat. V
b. Mijn moeder bouwt een brug en mijn neven [...] een flat. X

In zin a. is er in beide delen sprake van een persoonsvorm in enkelvoud. Die zin is correct. In zin b. moet je in het tweede deel een persoonsvorm meervoud invullen, want het onderwerp is daar ook meervoud. Deze zin is dus incorrect samengetrokken.

Slide 4 - Slide

Delen met dezelfde grammaticale functie
a. Die jongen geef ik mijn brood, maar [...] niet mijn snacks. V
b. Die jongen geef ik mijn brood, maar [...] is niet mijn vriend. X

In zin a. hebben de weggelaten woorden in het tweede deel dezelfde functie, als in het eerste deel, nl. MV, WG en OW. 
In zin b. wordt 'die jongen' weggelaten, maar 'Die jongen' is in het eerste deel MV en in het tweede deel OW. Dat is incorrect.

Slide 5 - Slide

Herken je al een incorrecte samentrekking?

Slide 6 - Slide

Mijn ouders eten 's avonds altijd twee borden soep, maar ik maar eentje.
A
correct
B
incorrect

Slide 7 - Quiz

Mijn ouders eten 's avonds altijd twee borden soep, maar ik maar eentje.
A
verschil in betekenis
B
verschil in vorm
C
verschil in grammaticale functie

Slide 8 - Quiz

Ik nam een koekje en de boodschap van haar aan.
A
correct
B
incorrect

Slide 9 - Quiz

Ik nam een koekje en de boodschap van haar aan.
A
verschil in betekenis
B
verschil in vorm
C
verschil in grammaticale functie

Slide 10 - Quiz

De hond heeft buikloop en koorts.
A
correct
B
incorrect

Slide 11 - Quiz

De schoenmaker poetste de schoenen en het kastje.
A
correct
B
incorrect

Slide 12 - Quiz

De schoenmaker poetste de schoenen en de glazenwassers de ramen.
A
correct
B
incorrect

Slide 13 - Quiz

De schoenmaker poetste de schoenen en de glazenwassers de ramen.
A
verschil in betekenis
B
verschil in vorm
C
verschil in grammaticale functie

Slide 14 - Quiz

Mijn tante is jarig en geef ik een groot cadeau.
A
correct
B
incorrect

Slide 15 - Quiz

Mijn tante is jarig en geef ik een groot cadeau.
A
verschil in betekenis
B
verschil in vorm
C
verschil in grammaticale functie

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Ik snap nu de (foutieve) samentrekking!
A
ja
B
een beetje
C
nee

Slide 18 - Quiz