4.2 - Boeren en ridders

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

H4. Vechten, werken bidden
De Middeleeuwen

 4.2 - Boeren en ridders

Lesplan:

1) Herhaling vorige les

3) Lezen 4.2 'op het domein'
4) Uitleg 4.2 

5) Verder met PO

Het West-Romeinse Rijk viel.
Welk Rijk wist op te klimmen in de machtsleegte die de Romeinen achterlieten?

1. Bourgondische Rijk
2. Frankische Rijk
3. Merovingische Rijk
4. Spaanse Rijk

Wat waren de plichten van een leenman?

1. Voor de leenheer vechten
2. Grond verbouwen en deel van de oogst aan leenheer geven
3. Een gebied namens de leenheer besturen
4. Bidden voor het volk

Hoe noemen we het systeem dat een vorst/koning zijn land opdeelt en door vertrouwelingen laat besturen?

1. Feodalisme
2. Horigheid
3. Leenstelsel
4. Klooster

Aantekeningen maken

In plaats van leerdoelen te maken ga je deze les zelf aantekeningen maken.

Deze aantekeningen kun je gebruiken bij je PO.

Klassikaal lezen

Lezen 4.2 'Op het domein'

Blz 66

Leg uit wat de volgende begrippen uit de tekst die we net hebben gelezen, betekenen.
(Je mag de tekst nog eens lezen)
Domein - Hofstelsel - Horigen - Herendiensten

Het drieslagstelsel:

Boeren gebruiken elk jaar hun akkers opnieuw. Hoe ze mest moesten gebruiken wisten ze nog niet, hierdoor werden de akkers onvruchtbaar.

Het drieslagstelsel:

- Grond verdelen in 3 akkers.

- 1 wintergraan

- 2 zomergraan

- 3 braak (leeg), soms loopt hier vee.

Je roteert de velden. 
Zo raken de velden niet uitgeput.

Ridders en kastelen:

Leenmannen bestuurden hun land namens leenheren (koningen of vorsten).

Leenmannen waren edelen, ridders.
Leenmannen hadden boeren: horigen, die voor hen werkten.

De horigen waren verplicht deel van de oogst aan de leenman te geven.

In ruil daarvoor bood de leenman ze bescherming.

Kasteel

De leenheer/leenman woonde in een kasteel.

De horigen mochten daar schuilen in tijd van oorlog.

Werk aan je PO