3.2 Waar vinden vragers en aanbieders elkaar?

H 3.2: Waar vinden vragen en aanbieders elkaar?


  • Lesdoelen par. 3.2
  • Uitleg paragraaf 3.2
  • aanbodfunctie, aanbodlijn en aanbodfactoren
  • Verder met paragraaf 3.1 maken opdracht 6 t/m 14
  • Verder met paragraaf 3.2 maken opdrachten 15 t/m 21
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

H 3.2: Waar vinden vragen en aanbieders elkaar?


  • Lesdoelen par. 3.2
  • Uitleg paragraaf 3.2
  • aanbodfunctie, aanbodlijn en aanbodfactoren
  • Verder met paragraaf 3.1 maken opdracht 6 t/m 14
  • Verder met paragraaf 3.2 maken opdrachten 15 t/m 21

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

H 3.2: Waar vinden vragen en aanbieders elkaar?

  • Je kunt een aanbodlijn tekenen en de aanbodfunctie opstellen
  • Je kunt uitleggen welke factoren invloed hebben op het aanbod
  • Je kunt de evenwichtsprijs en de bijbehorende evenwichtshoeveelheid uitrekenen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Waar vinden vragers en aanbieders elkaar?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Vraaglijn

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Aanbod
De hoeveelheid die alle producenten samen van een product willen verkopen

Aanbod wordt weergegeven op een aanbodlijn


Slide 5 - Slide

De leerling moet kijken vanuit het oogpunt van de producent om dit echt te snappen.

Slide 6 - Slide

Waarom begint de lijn nooit bij €0
De aanbodlijn stijgt want...
Elke keer als een producent een product maakt, zullen de totale kosten voor de producent stijgen. Hierom zal de producent tegen een hogere prijs het product moeten aanbieden op de markt.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Aanbodfunctie
Qa = 0,3p - 24

"0,3p" is de variabele die de verandering in de lijn aangeeft
"- 24" laat zien dat producenten NOOIT bereidt zijn om voor onder een bepaalde prijs het product aan te bieden.


Slide 8 - Slide

0,3p moet eerst gelijk zijn aan 25  (25-25 = 0) om daadwerken zonder kosten het product te kunnen aanbieden Qa
Hoe teken je een aanbodlijn?
1. Bereken eerst de aangeboden hoeveelheid 
bij Qa = 0
0 = 0,3p - 24
-0,3p = -24
p = € 80,-
2. Bereken een prijs die hoger ligt dan 
bij Qa = 0
p = € 100 ,-
Qa = 0,3 x 100 - 24
Qa = 6

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

verschuiving van de aanbodlijn
Dit kan gebeuren door:
- Verandering in de kosten
- Technologie verbetert

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Marktevenwicht
Het punt waar vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn bij een bepaald product (Qv = Qa)



Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Berekening
Voor een markt van een product gelden de volgende vergelijkingen
Qv = - 2,4p + 1200 en Qa = 4p - 400

Qv = Qa
- 2,4p +1200 = 4p - 400
1200 = 6,4p - 400
1600 = 6,4p
P = 250

Evenwichtsprijs = €250

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Berekening
Nu we de evenwichtsprijs weten ( €250) gaan we de evenwichtshoeveelheid bereken

Qv = - 2,4p + 1200 en Qa = 4p - 400

-2,4 x 250 + 1200 = 600

Evenwichtshoeveelheid = 600

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Nu aan de slag
Paragraaf 3.1 afmaken opdrachten 1 t/m 10 en 14
Paragraaf 3.2 maken opdrachten 15 t/m 19

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

23)
Qv= -1p + 10 en Qa= 4p - 20

Wat is de P bij evenwicht?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

23) nu weten we dat de evenwichtsprijs €6,- is.

Wat is de evenwichtshoeveelheid (Qv/Qa)?

Qv= -1p + 10 en Qa= 4p - 20

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Aanbodoverschot
Vraagoverschot

Slide 18 - Slide

Uien overschot (aanbodoverschot)

https://www.rtlnieuws.nl/editienl/artikel/5254455/boer-uit-zeeland-bedenkt-actie-om-uien-te-verkopen

Playstation tekort (vraagoverschot)

https://www.manners.nl/playstation-5-kopen-bcc-ps5-loting/




Een aanbodlijn ...
A
Stijgt; meer kosten per product.
B
Daalt; meer kosten per product.
C
Stijgt; minder kosten per product.
D
Daalt; minder kosten per product.

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Een verschuiving VAN de aanbodlijn komt NIET door:
A
De verandering van prijs
B
hogere arbeidskosten
C
Lager grondstofkosten
D
Verbeterde technologie

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Slide 21 - Link

This item has no instructions

Slide 22 - Link

This item has no instructions

Voor volgende week
3.2 moet af zijn

We gaan bezig met 3.3 in de les

Slide 23 - Slide

This item has no instructions