This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
oefentoets
stevigheid en beweging
Slide 1 - Slide
Uit hoeveel botdelen bestaat een baby skelet?
Slide 2 - Open question
Je ziet hiernaast het skelet van een mens. Geef de naam van nummer 18.
A
opperarmbeen
B
scheenbeen
C
sleutelbeen
D
dijbeen
Slide 3 - Quiz
Je ziet hiernaast het skelet van een mens. Geef de naam van nummer 25.
A
opperarmbeen
B
scheenbeen
C
sleutelbeen
D
dijbeen
Slide 4 - Quiz
Je ziet hiernaast het skelet van een mens. Geef de naam van nummer 12.
A
opperarmbeen
B
spaakbeen
C
sleutelbeen
D
ellepijp
Slide 5 - Quiz
Je ziet hiernaast het skelet van een mens. Geef de naam van nummer 13.
A
opperarmbeen
B
spaakbeen
C
sleutelbeen
D
ellepijp
Slide 6 - Quiz
Kijk goed naar de afbeelding. Welk nummer stelt botcellen voor?
A
nr 1
B
nr 2
C
nr 3
Slide 7 - Quiz
De botten van baby's bestaan hoofdzakelijk uit ..
A
kalk
B
lijmstof
Slide 8 - Quiz
De botten van baby's zijn ..
A
bijna niet breekbaar
B
heel makkelijk breekbaar
Slide 9 - Quiz
De botten van bejaarden bestaan hoofdzakelijk uit ..
A
kalk
B
lijmstof
Slide 10 - Quiz
De botten van bejaarden zijn ..
A
bijna niet breekbaar
B
heel makkelijk breekbaar
Slide 11 - Quiz
Je ziet hier een afbeelding van een schedel van een mens. Nummer 6 is..
A
voorhoofdsbeen
B
bovenkaak
C
onderkaak
D
neusbot
Slide 12 - Quiz
In dit skelet van een babyhoofd zie je 3 delen in de schedel, omlijnd door "witte lijnen" . In een volwassen schedel is dit weg en een complete schedel geworden. Hoe de verbinding waardoor de schedeldelen aan elkaar zitten?
A
naadverbinding
B
vergroeiïng
C
gewricht
Slide 13 - Quiz
Je ziet hier een gewricht. Nummer 3 is..
A
bot
B
beenweefsel
C
kraakbeen
D
gewrichtssmeer
Slide 14 - Quiz
Als je een beweging maakt, heb je altijd ten minste 2 spieren nodig. Hoe heet het mechanisme om met 2 spieren een beweging te kunnen maken?
A
tegengestelde beweging
B
antagonisme
C
blessure
D
samenwerking
Slide 15 - Quiz
Een spier zit aan het bot vast met..
A
de spierbuik
B
de pezen
C
de spiervezels
D
het spiervlies
Slide 16 - Quiz
Wat zijn de 3 functies van het skelet?
Slide 17 - Open question
Welke 3 verschillende botten vormen samen de borstkas?
Slide 18 - Open question
Noteer de nummers (1 en 2) en schrijf de juiste naam erbij.
Slide 19 - Open question
Wanneer een baby geboren wordt, zijn de fontanellen nog niet dichtgegroeid. Waarom is dat belangrijk?
Slide 20 - Open question
Van twee varkens wordt bepaald hoeveel collageen (lijmstof) een rib bevat. De rib van varken 1 bevat veel meer lijmstof dan de rib van varken 2. Welk varken is het jongst?
A
Varken 1
B
Varken 2
Slide 21 - Quiz
Welk deel van de wervelkolom zit vast aan je heupbeenderen?
A
Staartbeen
B
Wervelkolom
C
Lendenwervels
D
Heiligbeen
Slide 22 - Quiz
Tot welke beenderengroep behoort het hielbeen? En het heiligbeen?
A
Het hielbeen behoort tot de voetwortelbeentjes en het heiligbeen tot de bekkengordel.
B
Het hielbeen behoort tot de middenvoetsbeentjes en het heiligbeen tot de bekkengordel.
C
Het hielbeen behoort tot de voetwortelbeentjes en het heiligbeen tot de borstwervels.
D
Het hielbeen behoort tot de middenvoetsbeentjes en het heiligbeen tot de borstwervels.