Grammatica les 8 vwo: pers. vnw en bez. vnw

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Grammatica

Les 8: persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

Wederkerende voornaamwoorden en wederkerige voornaamwoorden

Wat is het verschil tussen een persoonlijk en een bezittelijk voornaamwoord?

Vorige les...

Heb je geleerd om verschillende woordsoorten te herkennen en te benoemen (ww, lw, znw, bnw, vz).

Aan het einde van deze les...

kun je persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden zelf gebruiken en weet je het verschil tussen de twee voornaamwoorden.

kun je wederkerende en wederkerige voornaamwoorden zelf gebruiken en weet je het verschil tussen deze twee speciale voornaamwoorden.

Kijk het volgende filmfragment!

Over welke woordsoorten
ging dit liedje?

1. zelfstandige naamwoorden en lidwoorden
2. werkwoorden
3. persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
4. voorzetsels

Weet je al wat persoonlijke voornaamwoorden en bezittelijke voornaamwoorden zijn? Sla dan slide 8 over.

Speciale soort persoonlijke voornaamwoorden

1. Wederkerende voornaamwoorden

Een speciaal soort persoonlijke voornaamwoorden zijn de wederkerende voornaamwoorden.

Wederkerende voornaamwoorden zijn:

	enkelvoud	meervoud
1e pers	me (mij)	ons
2e pers	je, u, zich	je, u, zich
3e pers	zich	zich

Voorbeelden: Ik was me.

Jij vergist je.

Stelt u zich even voor.

Speciale soort voornaamwoorden

2. Wederkerige voornaamwoorden

2. Een tweede speciale soort van de persoonlijke voornaamwoorden zijn de wederkereige voornaamwoorden: elkaar, elkander, mekaar.

Voorbeeld: Zij geven elkaar een hand.

Maak nu de volgende quizvragen. Veel succes!

Mijn fiets is gestolen.

Mijn=

1. persoonlijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord
3. voorzetsel
4. bijvoeglijk naamwoord

De woorden 'ik, mij, wij' zijn voorbeelden van persoonlijke voornaamwoorden.

1. Waar
2. Niet waar

Welke van de onderstaande voorbeelden bevat een persoonlijk voornaamwoord?

1. Jouw verhaal
2. Het verhaal van jou
3. Onze telefoon
4. Geef elkaar een hand

Door welke persoonlijke voornaamwoorden kan je de personen in deze zin vervangen?

2. Mijn moeder heeft Mick straf gegeven.

1. Zij + hij
2. Zij + hem
3. Haar + hij
4. Haar + hem

Het woord:
JOUW
is een

1. persoonlijk voornaamwoord
2. vragend voornaamwoord
3. wederkerend voornaamwoord
4. bezittelijk voornaamwoord

Wijs in de volgende zin de pers. vnw en bez. vnw aan.

Zin:
Hoe kun je zoiets over je lieve zus beweren?

1. (1e x) je = bez. vnw, (2e x) je = bez. vnw
2. (1e x) je = pers. vnw, (2e x) je = pers. vnw
3. (1e x) je = pers. vnw, (2e x) je = bez. vnw
4. (1e x) je = bez. vnw, (2e x) je = pers. vnw

Wijs in de volgende zin het pers. vnw en het bez. vnw aan.

Zin:

Trump heeft zich voor altijd belachelijk gemaakt met zijn rare toespraken.

1. zich = wederkerig vnw, zijn = pers. vnw
2. zich = wederkerend vnw, zijn = bez. vnw
3. zich = wederkerig vnw, zijn = bez. vnw
4. zich = wederkerend vnw, zijn = pers. vnw

Opdracht 

Beschrijf hoe jouw kamer eruit ziet en wat voor spullen erin liggen. 

Benoem minstens vijf dingen die er in je kamer te vinden zijn. 

Maak hierbij gebruik van bezittelijke en persoonlijke voornaamwoorden.

Laat jouw moeder, vader of zusje controleren of jouw verhaal klopt! 

Einde les