Mavo 4 maandag 21 februari 2022 (MeeM): Lezen en spreken

Bienvenue au cours de français!




lundi 21 février
1 / 46
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 4

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bienvenue au cours de français!




lundi 21 février

Slide 1 - Slide

Les buts d'aujourd'hui
- Oefenen met spreekvaardig-
   heid; jezelf redden in een
   Frans restaurant en een
   voorwerp omschrijven. 
- Oefenen met leesvaardig-
   heid;
- Je oefent uitspraak Frans.



Slide 2 - Slide

Aujourd'hui
- Lezen  (formatieve toets)                                  25'
- Spreken   (uitspraak / révision)                       25'
- Lezen                                                                          30'
- Spreken: een voorwerp omschrijven           30'
- Terugblik                                                                      3'

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

les devoirs
- Apprends: vocabulaire examenidioom Quizlet (alles)   FN



              



Slide 5 - Slide

Maak de test in Quizlet

Minimale score 60%?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Leestoets (A)        20'

Je mag een woordenboek (Frans - Nederlands) gebruiken

Slide 8 - Slide

Leesteksten (PO)

- Uitspraak oefenen
- bespreking moeilijke vragen / lastige teksten (in groepjes)

Slide 9 - Slide

Leesteksten (PO)
- Beantwoord per groepje de vragen die veel fout zijn
   beantwoord. -->  20 vragen.
- Verdeel de vragen in je groepje zodat iedereen 4 à 5 vragen
   gaat beantwoorden. 
- Noteer ook de zin uit de tekst waarin je het juiste antwoord
   hebt gevonden. 

Slide 10 - Slide

Groepje van 5
Naam
Vraag
2, 3, 6, 7
8, 10, 12, 13
14, 17, 18, 19
20, 21, 22, 24
26, 27, 28, 29

Slide 11 - Slide

Groepje van 4
Naam
Vraag
2, 3, 6, 7, 8
10, 12, 13, 14, 17
18, 19, 20, 21, 22
24, 26, 27, 28, 29

Slide 12 - Slide

Mondeling Frans

1) Tekst voorlezen --> uitspraak
2) Vertellen over jezelf (naam, leeftijd, familie, hobby's etc).
3) Franse vragen beantwoorden bijv. tu fais du sport?
4) voorwerp omschrijven
5) situatie: au restaurant

Slide 13 - Slide

Au Restaurant

Slide 14 - Slide

Livre de textes
page 121

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Quelques questions ......
- Vous avez réservé une table?
- À quel nom?
- Vous pouvez épeler?
- Vous voulez boire quelque chose?
- Vous préférez la viande ou le poisson?
- Vous avez choisi?
- Qu’est-ce que vous prenez comme entrée / plat principal / dessert?
- Ça a été?



Slide 17 - Slide

Welke letters worden anders gespeld? 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Slide

Anders zijn: 
e      [u]    als in rug
g      [zjee]
h      [asj]
      [zjie]
w     [doublu v]
     [ieks] 
     [ie grec]
     [zed]

Slide 21 - Slide

Je moet ook zelf kunnen ......

- begroeten (bij binnenkomst)
- om de rekening vragen
- bedanken
- afscheid nemen.

De ‘ober’ kan ook nog doorvragen als er
zaken niet duidelijk zijn.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Décrire un objet
* la taille
* la couleur
* la forme
*la matière

C'est pour ..............

Slide 24 - Slide

les couleurs

Slide 25 - Slide

De kleuren komen ACHTER het woord waar ze bij horen

C'est un truc bleu
(Het is een blauw ding)

Slide 26 - Slide

 les matières:       C'est (= het is) .......
... en métal 
... en plastique 
... en verre
... en coton 
... en tissu
... en bois 
... en cuir

Slide 27 - Slide

 les formes:       C'est (= het is) .......
- rond
- carré
- rectangulaire
- triangulaire

Slide 28 - Slide

C'est quoi?

C'est (un truc) rond.
C'est petit.
C'est noir et blanc.
C'est en cuir ou en plastique.
C'est pour jouer au foot. 

Slide 29 - Slide

C'est quoi?

C'est rond.
C'est petit.
C'est noir et blanc.
C'est en cuir.
C'est pour jouer au foot. 

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Bedenk zelf een voorwerp
                                    Omschrijf dit voorwerp in het Frans.
Vertel over:
- grootte
- kleur
- materiaal
- vorm
- waar het voor bedoeld is

Slide 32 - Slide

Kies 3 voorwerpen uit en omschrijf deze in je schrift.

Slide 33 - Slide

Tip: gebruik de 'phrases-clés' van tekstboek blz. 119

Slide 34 - Slide

Au travail

Chapitre 10: source G (online / ex. 25, 26, 27, 28)


Klaar? Oefen met de woordjes in Quizlet (zie link in Magister --> huiswerk vrijdag 18 februari)

Slide 35 - Slide

les devoirs
- Apprends: vocabulaire examenidioom Quizlet (alles)   FN


- Fais: chapitre 10 souce G (online / ex. 25 t/m 28)
              



Slide 36 - Slide

Quizlet
Ga nu oefenen met veel voorkomende woorden via onderstaande link naar Quizlet.

https://quizlet.com/521899119/idioom-frans-mavo-4-titus-brandsma-2021-2022-flash-cards/

of via de volgende dia



Slide 37 - Slide

Slide 38 - Link

Slide 39 - Link

Slide 40 - Slide

Les buts d'aujourd'hui
- Oefenen met spreekvaardig-
   heid; jezelf redden in een
   Frans restaurant en een
   voorwerp omschrijven. 
- Oefenen met leesvaardig-
   heid;
- Je oefent uitspraak Frans.



Slide 41 - Slide

Noteer drie dingen die je hebt geleerd deze les?

Slide 42 - Open question

Noteer twee dingen die je nog zou willen leren?

Slide 43 - Open question

Hoe vond je deze les?

Slide 44 - Open question

Slide 45 - Slide

Au revoir!!

Slide 46 - Slide