Herhalingsles omtrek en oppervlakte

Omtrek en oppervlakte 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Omtrek en oppervlakte 

Slide 1 - Slide

Omtrek en  oppervlakte


Deze twee woorden komen bij rekenen voor en hebben te maken met meten.

Slide 2 - Slide

In deze les gaan we   het uitrekenen van de omtrek 
en 
oppervlakte
herhalen 

Slide 3 - Slide

omtrek is er dus omheen
Optellen 

Slide 4 - Slide

oppervlakte is dus er op
Lengte x breedte

Slide 5 - Slide

Stel: Je plaatst een hek om de tuin. Hebben we hier te maken met de omtrek of oppervlakte?
A
Omtrek
B
Oppervlakte

Slide 6 - Quiz

Ik ga mijn dak bedekken met nieuwe dakpannen.
A
Omtrek
B
Oppervlakte
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 7 - Quiz

Ik wil om de hele buitenkant van de tuin een lang lint met gekleurde lampjes ophangen.
A
Omtrek
B
Oppervlakte
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 8 - Quiz

Ik wil het plafond van de huiskamer witten. Hoeveel verf heb ik ervoor nodig?
A
Omtrek
B
Oppervlakte
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 9 - Quiz

Ik ga het schoolplein helemaal opnieuw betegelen met rubberen tegels. Verder zet ik er een hek omheen.
A
Omtrek
B
Oppervlakte
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 10 - Quiz

Wat is de oppervlakte van het rode stuk?
A
3 tegels
B
8 tegels

Slide 11 - Quiz

Wat is de omtrek van het rode stuk?
A
3
B
8
C
10
D
4

Slide 12 - Quiz

Wat is de
omtrek?
A
25 cm
B
10 cm
C
15 cm
D
20 cm

Slide 13 - Quiz

Wat is de oppervlakte van de tafel in tegels?
A
4 x 5 = 20 tegels
B
5 x 4 = 20 tegels
C
5 x 5 = 25 tegels
D
4+5+4+5= 18 tegels

Slide 14 - Quiz