7.4 Verteren 2/2 21-9-2021

Wat gaan we doen in deze les?
  1. Uitleg vertering en enzymen
  2. Opdrachten maken
  3. Pauze
  4.  Uitleg darmen
  5. Opdrachten maken
  6. Samenvatten
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Wat gaan we doen in deze les?
  1. Uitleg vertering en enzymen
  2. Opdrachten maken
  3. Pauze
  4.  Uitleg darmen
  5. Opdrachten maken
  6. Samenvatten

Slide 1 - Slide

Wat is vertering?
Vertering = het kleinmaken van voedingsstoffen.

Dit is nodig, omdat de voedingsstoffen anders niet de cellen in passen.

Het kleiner maken van voedingsstoffen gaat met behulp van sappen. In deze verteringssappen zitten enzymen. Enzymen werken als scharen die grote voedingsstoffen in stukjes knippen.

Slide 2 - Slide

Wat is vertering?

Slide 3 - Slide

Wat is vertering?

Slide 4 - Slide

Hoe werken enzymen?
1. Het enzym bindt aan een voedingsstof
2. Het enzym knipt het voedingsstof in 2en
3. Het enzym laat los

Slide 5 - Slide

Hoe werken enzymen?
1. Het enzym bindt aan een voedingsstof
2. Het enzym knipt het voedingsstof in 2en
3. Het enzym laat los

Slide 6 - Slide

Waar wordt je voedsel verteerd?
Verteringsstelsel

Slide 7 - Slide

Waar wordt je voedsel verteerd?
1. Mondholte: enzymen in het speeksel
maken zetmeel kapot. Zo wordt het een
papje.

Slide 8 - Slide

Waar wordt je voedsel verteerd?
1. Mondholte: speeksel
2. Maag: in maagsap zitten enzymen die het eten verteren. Daarnaast doodt maagzuur de bacteriën die binnen komen.

Slide 9 - Slide

Waar wordt je voedsel verteerd?
1. Mondholte: speeksel
2. Maag: maagsap en -zuur
3. Twaalfvingerige darm: alvleessap uit de alvleesklier en gal uit de galblaas komen bij het voedsel. Alvleessap gaan verder met de vertering van zetmeel en eiwit en beginnen met de vertering van vet. Gal verdeelt vet in kleine druppeltjes. Het is een
hulpstof.

Slide 10 - Slide

Waar wordt je voedsel verteerd?
1. Mondholte: speeksel
2. Maag: maagsap en -zuur
3. Twaalfvingerige darm: alvleessap en gal
4. Dunne darm: darmsap komt bij de voedselbrij. Enzymen maken de vertering van zetmeel en eiwitten af.

Slide 11 - Slide

Waar wordt je voedsel verteerd?
1. Mondholte: speeksel
2. Maag: maagsap en -zuur
3. Twaalfvingerige darm: alvleessap en gal
4. Dunne darm: darmsap 

Slide 12 - Slide

Maak opdracht 5 t/m 15 van 7.4
Klaar? Kies uit:
- Verder werken
- Opdrachten nakijken
- Werken aan je samenvatting

Slide 13 - Slide

Waar komen de voedingsstoffen in het bloed?

Slide 14 - Slide

Waar komen de voedingsstoffen in het bloed?

Slide 15 - Slide

Wat gebeurt er in je dikke darm?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Maak opdracht 1 t/m 14 van 1.3
Klaar? Kies uit:
- Opdrachten nakijken
- Werken aan je samenvatting

Slide 18 - Slide

Belangrijke begrippen
Welke begrippen uit de uitleg denk je dat op het tentamen komen?

Schrijf ze op in je schrift.

Kun je de begrippen uitleggen aan je klasgenoot?

Slide 19 - Slide

Samenvatten
Vat de uitleg in een paar zinnen samen, in je schrift.

Snap je alles? 
Wat vind je nog lastig? 
Wat moet je nog extra oefenen?

Slide 20 - Slide