le 22/05: schrijfvaardigheid

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3,4

Schrijfvaardigheid - Écrire 

Les vacances passées

Les vacances passées

Let op:

De vakantie is geweest; Alors..

Passé composé

être ou avoir + voltooid deelwoord

Quand?

la date:

- le 10 décembre

- au mois de décembre

la durée:

- pendant une semaine

- du 10 au 18 décembre

la saison:

- en été    - en automne

- en hiver - au printemps

Avec qui?

avec mes amis

avec ma famille

avec mes parents

avec mes camarades

Où?      

le lieu:

- au bord de la mer

- à la montagne

- en ville / au centre-ville

la situation géographique:

- dans le sud de

- dans le nord de 

-dans l'ouest de

- dans l'est de 

l'herbergement:

- à l'hôtel

- au camping

- chez mon/ma correspondant(e)

- chez un(e) ami(e)

- dans un chalet

- dans une auberge de jeunesse

Le moyen de transport? Pays?

- en train

- en avion

- en voiture

- en bus

- en bateau

- à pied

- à vélo

Nous sommes allé(e)s

Je suis allé(e)

- en    + vr.   land

- aux  + mv. land

- au     + m.  land

Quoi?

les activités:

- se promener

- visiter les musées

- faire du shopping

- rencontrer des amis

- prendre des photos

- envoyer des cartes postales

- participer à une excursion

- vistiter des monuments

- acheter des souvenirs

La suite des actions:

d'abord

puis

ensuite

enfin

finalement

le matin / l'après-midi / le soir

Comment?      

La méteo:

Il faisait beau / mauvais

Il faisait chaud / froid

Il faisait du soleil / il pleuvait

L' ambiance - les sentiments:

C'était ...

- génial                      - nul

- extraordinaire       - ennuyeux

- fantastique            - dèsagréable

- inoubliable

Exercice: Expression écrite

Nu zelf schrijven!!!

Met de aantekeningen ;)

Een brief schrijven:

Je gaat een kort briefje schrijven aan iemand die je kent.

Verwerk onderstaande punten in je brief:

-wanneer ben je gegaan (seizoen, maand, jaar, hoe lang)

-met wie

-waar (zee, bergen etc, hotel, camping etc)

-hoe er naar toe gegaan (auto, etc)                                                         Déjà fini ?

-hoe het was (sfeer)                                                                                   Waar liep je tegenaan?

-wat heb je er gedaan (activiteiten) 

-hoe was het weer

 Schrijfvaardigheid

Écrire un mail - layout

1. Aanhef: Cher Paul, / Chère Madeleine,
2. Openingszinnen: Comment ça va ? / Comment vas-tu ? Moi, je vais bien / Merci de ta lettre / Je t'écris pour ...

  3. Inhoud: alle punten moeten in jouw mail aan bod komen

  4. Vragen: leer hoe je vragen kunt stellen en kijk goed in de opdracht.         Vragen moeten relevant zijn!

  5. Afsluitingszinnen: Tu me réponds vite ? / Réponds-moi vite !

  6. Groet: Amitiés, / Bisous, / Grosses bises, / À bientôt, 

  7. Naam

Signaalwoorden 

Signaalwoorden geven een volgorde of een verband in de tekst aan waardoor je een goed lopend geheel schrijft. Vergelijk:

* Je m'appelle Milou. J'ai 13 ans. J'habite à Paris. J'adore le français. Je n'aime pas les maths.

* Je m'appelle Milou, j'ai 13 ans et j'habite à Paris. J'adore le français mais je n'aime pas les maths.

! Gebruik signaalwoorden in je mail!

Écrire un mail 

1. Lees de opdracht goed door
2. Schrijf de oefenmail: maak eerst een klad - daarna:
3. Check spelling m.b.v. een woordenboek
4. Check werkwoorden achterin je boek
5. Check grammatica achterin je boek
6. Schrijf de mail netjes over. Sla iedere keer een regel over

• Tel het aantal woorden!

Décris ta famille/animal domestique:
J'habite avec...

Nous … une grande famille.

1. a
2. avons
3. avez
4. ont

Je vous présente .... famille.

1. Mon
2. ma
3. mes

Je .......... au collège

1. vais
2. suis
3. ai
4. m'assieds

Wat betekent "collège"?

1. basisschool
2. middelbare school
3. les
4. rooster

la matière

1. het beroep
2. het vak
3. de taal
4. het eten

Quelles sont tes matières?

Erreur 1:
Mes matières est le français et l'anglais

Erreur 2:
J'ai faire du kickboxing

Erreur 3:
Nous sommes six: mon parents...

Erreur 4:
J' mappelle ....

Erreur 9:
J'ai habite à Hoorn.

Erreur 5:
J'aime faire du shop

Erreur 6:
Mon l'école est Oscar Romero

Erreur 7:
Mon favorite matière est...

Erreur 8
Ma matière préférée est le histoire.

Erreur 10:
Je joue au le fitness.

Erreur 11:
Mes loisirs sont jeux les vidéo.

Erreur 12:
Je suis très genti est très poli.

écrire un mail informel - p58

✍️ Schrijfopdracht Frans

  Jouw vakantieplannen

📌 Opdracht: Schrijf een informele brief aan je Franse vriend(in) over je vakantieplannen

Je schrijft een brief aan je Franse vriend(in) waarin je vertelt over je plannen voor de zomervakantie. De brief is informeel en ongeveer 120–150 woorden lang. Je gebruikt de "tu"-vorm.

✅ Inhoud (verwerk dit in je brief)

Vertel waar je op vakantie naartoe gaat (land, stad, met wie).

Vertel wat je daar gaat doen (activiteiten, bezienswaardigheden, strand, sport, etc.).

Vertel waarom je daarheen gaat (bijvoorbeeld: mooi weer, familie, cultuur).

Vraag aan je vriend(in) wat hij/zij gaat doen in de vakantie.

Stel voor om elkaar misschien te zien deze zomer (in Nederland of Frankrijk?).

Sluit de brief passend af.