ECO 3H MRN TW4 Les5 H9§6


Goedemorgen!

1 / 41
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with text slides.

Items in this lesson


Goedemorgen!

Slide 1 - Slide

Huiswerk
Vandaag:
  • Leer heel H9
  • Maak de opgaven op CR over het gewogen gemiddelde en  het indexcijfer
  • Kijk de filmpjes bij de opgaven helemaal!

Slide 2 - Slide

Doel van vandaag

Vandaag leer je wat het gewogen gemiddelde en indexcijfer en leer je hoe de consumentenprijsindex wordt berekend.

Slide 3 - Slide

Dit gaan we leren
primaire inkomens
toegevoegde waarde
economische groei
BBP
welvaart
inkomensverdeling
Lorenzcurve
secundaire inkomens
nivelleren
denivelleren
laagconjunctuur
hoogconjunctuur
recessie/depressie
consumentenvertrouwen
conjunctuurgolf
productiecapaciteit
conjunctuurbeleid
ECB
gewogen gemiddelde
consumentenprijsindex

Slide 4 - Slide

Gewogen gemiddelde
Stel... we hebben 6 getallen:
12, 12, 14, 14, 14, 18
Het gemiddelde berekenen we dan zo:
(12+12+14+14+14+18) ÷ 6
Maar dat kan ook zo:
Het gemiddelde berekenen we dan zo:
(12x2+14x3+18) ÷ 6


Slide 5 - Slide

Gewogen gemiddelde

Je kunt dus ook alle gelijke getallen een weging geven, in plaats van alle gelijke getallen apart mee te tellen.


Het gemiddelde berekenen we dan zo:
(12x2+14x3+18) ÷ 6


Slide 6 - Slide

Gewogen gemiddelde

Je kunt dus ook alle gelijke getallen een weging geven, in plaats van alle gelijke getallen apart mee te tellen.
Je deelt vervolgens het totaal door het totaal van de wegingen.

Het gemiddelde berekenen we dan zo:
(12x2+14x3+18x1) ÷ 6


Slide 7 - Slide

Indexcijfer
Met een indexcijfer kun je duidelijker maken hoe hard een cijfer groeit

Slide 8 - Slide

Indexcijfer
Met een indexcijfer kun je duidelijker maken hoe hard een cijfer groeit ten opzichte van een basisjaar.
Dit gebruiken we voor bevolkingsgroei, loonstijging, prijsstijging, etc.

Slide 9 - Slide

Indexcijfer
Met een indexcijfer kun je duidelijker maken hoe hard een cijfer groeit ten opzichte van een basisjaar.
Dit gebruiken we voor bevolkingsgroei, loonstijging, prijsstijging, etc.

Slide 10 - Slide

Indexcijfer
Ook kun je de groei van bijv. twee landen beter met elkaar vergelijken. Bijv. met een heel verschillend aantal inwoners.

Slide 11 - Slide

Indexcijfer
Indexcijfer 2017 =

bev. 2017 ÷ bev. basisjaar x 100


Slide 12 - Slide

Indexcijfer
Indexcijfer 2017 =

bev. 2017 ÷ bev. basisjaar x 100

17.081.507 ÷ 16.574.989 x 100 = 103,1

Slide 13 - Slide

Een paar lessen terug leerde je...

De welvaart die je ervaart o.a. wordt bepaald door het bbp per hoofd, de inkomensverdelings en het prijspeil.

Slide 14 - Slide

Het prijspeil wordt gemeten met het...
Het CPI, de:
Consumenten
Prijs
Index
Dit is een indexgetal én een gewogen gemiddelde

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Opdracht 1 van 2
  • Je krijgt van mij een conjunctuurgolf op een blaadje
  • Ik omschrijf een situatie of noem een woord
  • Jij geeft op het blaadje aan waar dit in de conjunctuurgolf hoort
  • Schrijf het woord of de letter op de plek waar jij denkt dat deze hoort
  • Als je het niet weet / snapt, doe je een gok
  • Je boek en laptop blijven dicht tijdens deze opdracht
  • Je bewaart vragen tot na mijn zesde beschrijving
  • Let op: doe dit voor jezelf en KIJK NIET AF

Slide 17 - Slide

1. Schrijf op je x-as waar ongeveer sprake is van een HOOGCONJUNCTUUR
schrijf dit woord dus op de juiste plek

Slide 18 - Slide

2. Schrijf onder de golf waar het woord RECESSIE hoort. Schrijf dit zo duidelijk mogelijk.

Slide 19 - Slide

3. Schrijf nu waar het woord CRISIS hoort. ook weer zo dicht mogelijk bij de juiste plek op de golf.

Slide 20 - Slide

Je krijgt nu drie verhaaltjes Schrijf de letter op de plek van de golf waar deze thuishoort


Slide 21 - Slide

Opdracht 2
  • Laat nu aan je buur zien wat jij hebt opgeschreven
  • Je buur mag ook voor/achter je zijn, als er niet 
  • Bespreek de verschillen met en schrijf dan samen de woorden en de letters op een nieuwe conjunctuurgolf
  • Klaar? Check met H9§4
timer
5:00
Wat staat waar?
1.   Hoogconjunctuur
2.  Recessie
3.  Crisis
4.  A: groeiende economie
5.  B: iedereen krijgt $ 800
6.  C: laag consumentenvertrouwen


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

A
4%
groei

Slide 26 - Slide

A
B
$ 800
4%
groei

Slide 27 - Slide

A
C
C
c= consumenten-
vertrouwen is laag
B

Slide 28 - Slide

Dit zijn allebei negatieve woorden. 

Wat is er slecht aan deze woorden?

Wat gaat er dan slecht?

Slide 29 - Slide

Werkgelegenheid
Prijzen
Vraag
Aanbod
Productiecapaciteit
Consumentenvertrouwen

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Wat kan de overheid doen?
Hoe zorgt de overheid dat de economie uit een recessie komt?

En uit een crisis?

Slide 32 - Slide

Conjunctuurbeleid
De overheid verlaagt bijv de loonbelasting: meer te besteden, meer vraag, meer productie, prijs stijgt, meer omzet, meer werkgelegenheid
De overheid verhoogt bijv de loonbelasting: minder te besteden, minder vraag, minder productie, minder inflatie, minder omzet, minder werkgelegenheid

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Lees in je boek: wat doet de ECB?

Schrijf op:
ECB 
conjunctuurbeleid

Slide 35 - Slide

Aan het werk!
  • Maak 1 en 2 op pag 296-297
  • Doe dit met je buur, in je boek of online
  • Lastig? Ik loop rond om vragen te beantwoorden
  • Als de tijd om is, bespreken we het
  • Ben je klaar? Maak dan je samenvatting af aan de hand van de begrippen op pagina 305
  • Meer oefenen? Maak opdracht 7 op pag. 304
timer
5:00

Slide 36 - Slide

Doel van vandaag
Vandaag leer je hoe de overheid en de ECB de conjunctuur beïnvloeden met conjunctuurbeleid.

Eerst gaan zorg ik dat de fases van de conjunctuurgolf goed in je hoofd zitten en dat je snapt wat er in die fases gebeurt.
want dan wordt de rest een stuk makkelijker!

Slide 37 - Slide

Samenvatting

Slide 38 - Slide

Samenvatting
De overheid voert conjunctuurbeleid om te zorgen dat een economie niet in een recessie of een crisis blijft. Dit doet de overheid door de belasting te verlagen/verhogen of door de eigen vraag aan te passen.
De ECB heeft ook invloed op de conjunctuur. Door de rente voor banken te verlagen, zullen consumenten en bedrijven meer lenen en stijgt de vraag naar goederen.

Slide 39 - Slide

Dit gaan we leren
primaire inkomens
toegevoegde waarde
economische groei
BBP
welvaart
inkomensverdeling
Lorenzcurve
secundaire inkomens
nivelleren
denivelleren
laagconjunctuur
hoogconjunctuur
recessie/depressie
consumentenvertrouwen
conjunctuurgolf
productiecapaciteit
conjunctuurbeleid
ECB
gewogen gemiddelde
consumentenprijsindex

Slide 40 - Slide

Afronding
Ga aan de slag met je HUISWERK
     (Alle leren + vragen op CR maken)

En/of maak opdracht 7 op pagina 304 als
extra oefening (laat het mij zien!)


Slide 41 - Slide