5.3 bewegen 2k versneld - eenparig - vertraagd les 4

Bewegen 
hoofdstuk 5.3 eerste helft - 2kl
versneld - eenparig - vertraagd
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Bewegen 
hoofdstuk 5.3 eerste helft - 2kl
versneld - eenparig - vertraagd

Slide 1 - Slide

Vandaag
huiswerkcontrole
opfrissen gemiddelde snelheid berekenen
zijn er vragen over testjezelf 5.2 
K2d: Proef 3 tijdtikker
uitleg 5.3
Huiswerk

Slide 2 - Slide

0

Slide 3 - Video

K2d: Proef 3
Demo Tijdtikker.
wel allemaal zelf je werkboek invullen bij de proef.

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen wat een versnelde, een eenparige en een vertraagde beweging zijn.
2. Je kunt de snelheid op elk moment van de beweging berekenen bij een eenparige beweging.
3. Je kunt aan de vorm van de grafiek een versnelde,  een eenparige en een vertraagde beweging herkennen.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

De versnelde beweging
De versnelde beweging is een beweging waarvan de snelheid steeds groter wordt. 
Voorbeeld: een auto die begint met rijden nadat deze stilstond bij een stoplicht

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

De eenparige beweging
De eenparige beweging is een beweging waarbij de snelheid steeds gelijk blijft.
Voorbeeld: een auto die op de snelweg constant 100 km/h rijdt (op cruise control)

De eenparige beweging wordt ook wel de constante beweging genoemd

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

De vertraagde beweging
De vertraagde beweging is een beweging waarbij de snelheid steeds omlaag gaat.
Voorbeeld: een auto die remt voor een stoplicht dat op rood staat

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

PAS OP
Let op dat je niet in een grafiek denkt dat de afstand terug loopt. Zelfs niet als je je omdraait en weer naar huis loopt omdat je wat vergeten bent. 

En een constante snelheid van 0 m/s is stilstaan, maar wel een eenparige beweging

Slide 16 - Slide

Een auto rijdt weg bij een verkeerslicht.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 17 - Quiz

Je moet op de fiets afremmen, omdat de spoorbomen dichtgaan.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 18 - Quiz

Een marathonloper rent met een constante snelheid.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 19 - Quiz

Wat voor soort beweging maakt een parachutist als hij zijn parachute opent?
A
Eenparig
B
Versneld
C
Vertraagd

Slide 20 - Quiz

In de afbeelding zie je de beweging van een fietser. Waar staat de fietser stil bij een stoplicht?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 21 - Quiz

Huiswerk
werkboek maken 5.3
leren flitskaarten 5.1 t/m 5.3

Sanam: opdrachten 6.2 t/m vraag 15 en testjezelf 6.2
leren flitskaarten 6.1 en 6.2

Slide 22 - Slide