Grandes Lignes - 1havo - chapitre 1 bron B

BONJOUR H1A!
LESPROGRAMMA

- Parler
- Overhoren vocabulaire B
- Lire bron B TB page 11
- exercice du vocabulaire
- Au travail


1 / 37
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

BONJOUR H1A!
LESPROGRAMMA

- Parler
- Overhoren vocabulaire B
- Lire bron B TB page 11
- exercice du vocabulaire
- Au travail


Slide 1 - Slide

ON VA TOUS PARLER!

Slide 2 - Slide

Geef antwoord op de volgende vragen.
Bonjour, comment ça va?

Slide 3 - Open question

Comment tu t'appelles?

Slide 4 - Open question

Tu es français?

Slide 5 - Open question

Tu parles français?

Slide 6 - Open question

OVERHORING VOCABULAIRE A + B

Slide 7 - Slide

Wat betekent...
la glace

Slide 8 - Open question

Wat betekent..
un petit peu

Slide 9 - Open question

Wat betekent..
allemand(e)

Slide 10 - Open question

Hoe zeg je...
Ik begrijp het niet.

Slide 11 - Open question

Hoe zeg je....
Hallo, hoe gaat het?

Slide 12 - Open question

Wat betekent...
la plage

Slide 13 - Open question

Wat betekent...
de rien!

Slide 14 - Open question

Wat betekent...
la piscine

Slide 15 - Open question

Wat betekent..
le copain

Slide 16 - Open question

Wat betekent..
il achète

Slide 17 - Open question

Wat zeg je als je iets vraagt?
A
s'il vous plaît
B
voilà

Slide 18 - Quiz

Wat zeg je als je iets geeft?

Slide 19 - Open question

Wat betekent..
il y a

Slide 20 - Open question

Wat betekent..
Il y a une piscine!

Slide 21 - Open question

Wat betekent..
Où est la plage?

Slide 22 - Open question

Wat betekent..
avec

Slide 23 - Open question

Pak je tekstboek op bladzijde 11. On va lire!

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Bron B is een ..
A
artikel
B
zijn sms-berichten

Slide 26 - Quiz

De titel betekent ...
A
Waar ben je?
B
Hoe gaat het?
C
Wie ben jij?

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Clara is op vakantie in het oosten van Frankrijk
A
vrai
B
faux

Slide 29 - Quiz

De camping ligt ver bij het strand vandaan.
A
vrai
B
faux

Slide 30 - Quiz

Er is een zwembad op de camping
A
vrai
B
faux

Slide 31 - Quiz

Julien spreekt goed Engels
A
vrai
B
faux

Slide 32 - Quiz

Julien en zijn vriend zijn op de Eiffeltoren.
A
vrai
B
faux

Slide 33 - Quiz

Sleep de blauwe componenten naar de juiste vertalingen (blauw naar rood!).
Zwembad
maar
Frankrijk
Engels
Camping
strand
met
het zuiden
avec
La France
le sud
la plage
La piscine
mais
Le camping
Anglais

Slide 34 - Drag question

Ça va bien.
Oui, je suis à Paris avec un copain anglais.
Non, mais Andrew parle français.
Non, je suis dans un hôtel.
Tu parles anglais?
Tu es dans un camping?
Ça va?
Tu es en vacances?

Slide 35 - Drag question

Sleep de juiste vertalingen naar het juiste persoonlijk voornaamwoord
il
nous
vous
elle
tu
je
wij
zij
ik
jullie
jij
hij

Slide 36 - Drag question

LA FIN
Huiswerk voor de volgende les:

Maken:
-  Bron B opdracht 8, 9, 10, 11 page 12-14 WB

Leren:
- vocabulaire E page 41 WB

Slide 37 - Slide