8.2 Je ademt

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Welkom!

8.2 Je ademt

Leerdoelen 8.2

Wat is de functie van de celkern?

1. Stevigheid
2. Wateropslag regelen
3. Opslag van DNA
4. Alle celorganellen op hun plek houden

In welke celorganellen vind verbranding plaats?

1. celkern
2. mitochondriën
3. celwand
4. bladgroenkorrels

Welke celorganellen helpen bij het maken van eiwitten?

1. Celkern
2. Bladgroenkorrels
3. Vacuole
4. Ribosomen

Hoe haal je adem?

Om in en uit te ademen maak je je borstholte afwisselend groter en kleiner

Je longen zitten met een vlies vast in de borstholte...

je longen woeden dus ook...

Hoe haal je adem?

Bij het vergroten en verkleinen van je borstkas werken er spieren, de elasticiteit van weefsels en de zwaartekracht samen  (bron 1)

Ademhaling

• Ribademhaling of borstademhaling
  

het bewegen van je ribben om te ademen

• Middenrifademhaling of buikademhaling

het bewegen van je middenrif om te ademen

Ze gebeuren meestal tegelijk

Ademhaling

• Ribademhaling of borstademhaling
  

het bewegen van je ribben om te ademen

• Middenrifademhaling of buikademhaling

het bewegen van je middenrif om te ademen

Ze gebeuren meestal tegelijk

Hoe komt O₂ in je bloed?

Bouw ademhalingsstelsel

(bron 3)

Hoe komt O₂ in je bloed?

In de longblaasjes vindt

gaswisseling plaats:

_O2 uit de lucht, naar bloed

CO₂ uit het bloed, naar lucht

Gaswisseling

Hoe komt O₂ in je bloed?

• Gaswisseling moet snel kunnen verlopen
• Je hebt er dan ook veel (70-90 m²)
  
• De wand van de blaasjes is zéér dun (0,0002 mm)
• Rondom blaasjes veel haarvaten
  

Ademhaling regelen

Ademhaling regelen

1. Via koolstofdioxidezintuigcellen in bloedvaten
   
2. Impulsen naar ademcentrum in hersenen
   
3. Hersenen sturen signalen naar tussenribspieren en middenrifspieren.
   

Waarom moet je ademhalen door je neus? 

Lucht klaargemaakt voor longblaasjes

1. Neusharen houden grote stofdeeltjes tegen.
   
2. Slijmcellen in neusholte, luchtpijp en bronchiën maken slijm -> maakt lucht vochtig en stofdeeltjes en ziekteverwekkers blijven plakken.
   
3. Trilhaartjes in het slijmvlies van luchtpijp en bronchiën zwiepen slijm met stofdeeltjes en ziekteverwekkers naar keelholte

Zelf doen:

Opdracht 1 t/m 19