Modern theater

Aan het eind van deze les...
  • Weet je aan de hand van welke begrippen je theater kan beschrijven;
  • Ken je een aantal moderne theatermakers;
  • Kun je kenmerken noemen van moderne theater;
  • Kan je uitleggen wat ‘bio-mechanica’, en ‘episch theater’ is  .

1 / 30
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Aan het eind van deze les...
  • Weet je aan de hand van welke begrippen je theater kan beschrijven;
  • Ken je een aantal moderne theatermakers;
  • Kun je kenmerken noemen van moderne theater;
  • Kan je uitleggen wat ‘bio-mechanica’, en ‘episch theater’ is  .

Slide 1 - Slide

Wat weet je over theater?

Slide 2 - Mind map

Bekijk de volgende dia's
Hier vind je uitleg over theater.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Geef hier aan welke verschillen er zijn tussen 19e eeuw theater en cultuur moderne theater.

Slide 7 - Open question

Met welke begrippen kun je de vormgeving
van theater beschrijven?

Slide 8 - Mind map

Vormgeving theater
Spel:
Lichaam
Stem
Speelstijl
Mise-en-scène

Theatervormgeving:
Locatie
Decor
Kostuum
Grime en hairstyling
Rekwisieten
Attributen
Belichting
Muziek
Geluid en geluidseffecten

Slide 9 - Slide

Zoek informatie over de dreigroschen/driepenny opera van Brecht en geef hier een korte samenvatting

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Video

Geef hier aan welke theatrale middelen je opvallen in het stuk.

Slide 12 - Open question

Kurt Weil en Berthold Brecht
Kurt Weill is een Duits-Amerikaanse componist van Joodse afkomst die vooral bekend is geworden door zijn samenwerking met Bertolt Brecht. Die Dreigroschenoper (De Driestuiversopera) is in 1928 het eerste resultaat van deze samenwerking. In het oorspronkelijke stuk staat criminaliteit in de Londense wijk Soho model voor het door Brecht en Weill bekritiseerde wereldkapitalisme.

Slide 13 - Slide

Vraag 1
Een van de songs uit Die Dreigroschenoper is Die Zuhälterballade (De pooierballade), waarin Jenny en haar vroegere pooier MacHeath zingen over de ‘gelukkige’ jaren dat hun huishouden tevens een bordeel is.

, Die Zuhälterballade uit Die Dreigroschenoper (1928) van Bertolt Brecht en Kurt Weill. In de muziek van Kurt Weill, die afwijkt van de gebruikelijke operamuziek, klinkt zijn voorliefde voor jazz en Latijns-Amerikaanse muziek door. Geef een muzikaal kenmerk dat geïnspireerd is op Latijns-Amerikaanse muziek en twee die zijn geïnspireerd op jazz. (beantwoord op de volgende dia)

Slide 14 - Slide


Geef een muzikaal kenmerk dat geïnspireerd is op Latijns-Amerikaanse muziek en twee die zijn geïnspireerd op jazz.

Slide 15 - Open question

Antwoord vraag 1
Latijns-Amerikaans, een van de volgende:
• Het lied is een tango, een Latijns-Amerikaanse dans.
• De bandoneon (accordeon) valt halverwege het lied in en versterkt de Latijns-Amerikaanse sfeer.
Jazz, twee van de volgende:
• In het orkest worden blaasinstrumenten (koper en hout) gebruikt die op een jazzachtige manier bespeeld worden en voor een jazzy klankkleur zorgen.
• Zowel in de zang als de begeleiding komen ongebruikelijke combinaties van noten voor. Dit versterkt het jazzachtige karakter van de muziek.
• Zingen en spreken worden hier vermengd waardoor de muziek een losse expressieve (en daarmee jazzachtige) sfeer krijgt.

Slide 16 - Slide

Vraag 2
De onderwereld in Soho wordt in Die Dreigroschenoper als metafoor gebruiken voor kapitalisme en de Londense penoze danst op Latijns-Amerikaanse muziek. Dit zijn voorbeelden van de vervreemding die kenmerkend is voor het episch theater.
Geef een omschrijving van het begrip episch theater.

Slide 17 - Open question

Antwoord vraag 2
Theatervorm (ontwikkeld door Bertolt Brecht) met een politieke achtergrond. Maakt gebruik van vervreemding om ervoor te zorgen dat het publiek zich niet door emotie laat meevoeren maar kritisch en met verstand blijft kijken. 
 

Slide 18 - Slide

Kijk op de pp in de elo en geef hieraan welke vormen van vervreemding Brecht gebruikt. en wat het effect ervan is.

Slide 19 - Open question

Leg uit wat de biomechanica van Meyerhold inhoudt. Kijk op de ELO.

Slide 20 - Open question

Analyseer het filmpje over biomechanica, beschrijf wat je ziet.

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Video

Welke theatraal middel valt je op? Leg uit.

Slide 23 - Open question

Is Meyerholds visie op theater meer verwant aan Brecht (episch theater) of aan Stanislavski / method acting? Licht je antwoord toe.

Slide 24 - Open question

Vraag zie filmpje op volgende dia. Antwoorden kun je op de dia daaropvolgend.

Slide 25 - Slide

Vul hier antwoord in van de vraag over Le voyage dans la Lune

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Video

Antwoord
maximumscore 2
• de cameravoering doet denken aan theater, omdat (een van
de volgende): 1
− er een vast camerastandpunt is / er geen camerabeweging is (alsof het publiek vanuit zijn vaste plek in de zaal kijkt).
− er een vast camera-afstand is / de kadrering hetzelfde blijft (alsof het publiek vanuit zijn vaste plek in de zaal kijkt).
• de mise-en-scène doet denken aan theater, omdat de acteurs vanuit de zijkant (coulissen) opkomen en/of de acteurs op het voorplan van het speelvlak langs het publiek lopen en/of de acteurs zodanig zijn opgesteld, dat hun lichaam vaak naar de camera (het denkbeeldige publiek) is gedraaid 1
Opmerking
Een antwoord over de enscenering (kostuums en dergelijke) mag niet goed
worden gerekend. 

Slide 28 - Slide

Check...
  • Weet je aan de hand van welke begrippen je theater kan beschrijven;
  • Ken je een aantal moderne theatermakers;
  • Kan je kenmerken noemen van moderne theater;
  • Kan je uitleggen wat ‘bio-mechanica’, ‘episch theater’ is.

Slide 29 - Slide

Wat heb je deze les
geleerd?

Slide 30 - Mind map