H2 les 13 samenstellingen

1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide


Als je een woord uitspreekt dan hoor je maar één klemtoon

Hoofdregel

Als je te maken hebt met één persoon, dier of ding dan schrijf je het woord aan elkaar.

Slide 3 - Slide

 rugzak

rugzaktoerisme
is een vorm van reizen, waarbij vaak jongere reizigers met een beperkt budget de wijde wereld intrekken.

rugzaktoerismebranche
Een branche of economische sector is een groep van bedrijven die samen actief zijn in een bepaalde groep goederen en diensten.

Slide 4 - Slide

Uit hoeveel woorden kan een samenstelling maximaal bestaan?
A
twee
B
drie
C
tien
D
oneindig

Slide 5 - Quiz

Leg het verschil uit tussen
hoofd weg
hoofdweg

Slide 6 - Open question

schrijf je de woorden los dan is er sprake van een andere betekenis

Slide 7 - Slide

Hoofdregel
Als je te maken hebt met één persoon, dier of ding dan schrijf je het woord aan elkaar.
lange afstandsloper    langeafstandsloper

Slide 8 - Slide

Welke fout zie je?

Slide 9 - Open question

Wat is het verschil tussen
drink water
drinkwater

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat is de hoofdregel bij het schrijven van samengestelde woorden?
A
Kijk wat het meervoud is van het eerste woord.
B
Kijk wat het meervoud is van het tweede woord.

Slide 13 - Quiz

Wat is goed
A
kattespeeltje
B
kattenspeeltje

Slide 14 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
bessesap
B
bessensap

Slide 15 - Quiz

koek
+ bakker=

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Het is dus kippenei. Het meervoud  van kip is kippen. 

Maar let op:  Nederlands heeft altijd uitzonderingen.

Je schrijft een -e als tussenklank als:

het meervoud van het eerste woord ook op een -s kan eindigen 

gedaante        gedaantes   gedaanteverwisseling
asperge           asperges      aspergesoep

Slide 18 - Slide

Wat is goed?
A
secretaressedag
B
secretaressendag

Slide 19 - Quiz

asperge+soep=

Slide 20 - Open question

Wat is goed
A
maneschijn
B
manenschijn

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

welke is goed?
A
stationstraat
B
stationsstraat

Slide 24 - Quiz

maak een samenstelling met
redding boei

Slide 25 - Open question

maak een samenstelling met
station hal

Slide 26 - Open question

maak een samenstelling met
dorp straat

Slide 27 - Open question

maak een samenstelling met
dorp straat

Slide 28 - Open question

maak een samenstelling met
dorp straat

Slide 29 - Open question

Dus luister goed of je een s hoort.

 
Bij dorpsstraat is het moeilijk, omdat straat met een s begint.
Maak er dan van: dorps huis, dorps bewoners. Nu hoor je de s van dorps.

Slide 30 - Slide

Maak een samenstelling met
krokodil tranen

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Slide